-
21 januari 2025
Krimpende koopkracht
Een kleintje deze keer. Wel over een groot economisch vraagstuk dat veel aandacht kreeg in de terugblikken op het jaar 2024. Te weten, inflatie: de waardevermindering van de hoeveelheid geld dat in omloop is. Oftewel minder kunnen kopen voor hetzelfde geld, met name voor de gebruikelijke 'boodschappen'. Wie weinig heeft, kan nog minder betalen.
De stijging van 4,1 procent wordt als verontrustend hoog beschouwd, in 2023 en 2024 respectievelijk 3,9 en 3,4 procent. Deze percentages zijn hoger dan in de meeste andere eurolanden die een gemiddelde inflatie kennen van 2,4 procent. De schrik over het bijzondere 'corona jaar' 2022, inflatie 10,0 procent, leek opgeschud.
'Kapitaal' versus 'arbeid'
Over de verklaring van deze ontwikkeling lopen de analyses klassiek uiteen. Zijn de hoge lonen of de grote winsten de boosdoener? Een tegenstelling die veel weg heeft van 'kapitaal' tegenover 'arbeid'.
De eerste analyse wordt breed uitgemeten door De Nederlandsche Bank (DNB) die met name de vakbeweging verantwoordelijk stelt voor de hoge (cao-)lonen en zich bovendien keert tegen de door de FNV voor 2025 aangekondigde looneis van 7 procent. Klaas Knot, president DNB: Dat betekent simpelweg dat de prijzen van uw en mijn boodschappen nog langer zullen blijven stijgen en dus de inflatie. (ANP, 25 september 2024)
De tweede analyse is onder andere bij de FNV te vinden: Niet lonen, maar winsten verklaren de relatief hoge inflatie in Nederland (ESB, 22 november 2024). Winststijgingen zijn simpelweg het resultaat van het feit dat de afzetprijzen meer verhoogd zijn dan de inkoopprijzen. Bovendien gestimuleerd door het overheidsbeleid. Dat verhoogt de belasting op de prijzen van bijvoorbeeld tabak en alcohol en verbindt de huren aan de lonen (hogere lonen, hogere huren). Conclusie: hogere lonen zijn nodig om de groeiende inflatie op te vangen, dus zijn ze de oplossing in plaats van het probleem.
Premier Schoof schippert
In deze tegenstelling zoekt de Nederlandse regering een halfzachte tussenweg. Dat blijkt uit de gepubliceerde, letterlijke tekst van de persconferentie na de ministerraad van 10 januari 2025, waarin premier Schoof onder meer over de inflatie sprak. (Rijksoverheid, documenten). Hij heeft het over een hoog zorgpunt, de vinger aan de pols en pas op voor de hoge lonen.
Tekenend is een discussie met één van de journalisten na diens vraag: "Welke instrumenten hebt u beschikbaar, vindt u, als regering, om die inflatie te beperken?" Na een antwoord over spanning en dilemma's, vraagt de journalist: "Mag ik u twee suggesties doen? De eerste is de huren, die gaan enorm omhoog in 2025. Zou het een idee zijn om de huurstijgingen wel te beperken?"
Schoof: Ik neem uw suggesties nu gewoon even mee. Die tweede hoor ik ook graag. De journalist: "De tweede is natuurlijk de energie. Daarvoor heeft de eerdere regering subsidie aan mensen gegeven. Zou dat ook niet een idee zijn? Dat zijn twee instrumenten die de overheid heeft om die inflatie tegen te gaan." Schoof: Ik neem uw suggesties nu gewoon even mee. De journalist: "Maar hoe staat u daar tegenover? Schoof: Maar dit zijn wel forse ingrepen die je doet. Dus ik kan nog niet zeggen 'nou, dat zijn echt briljante ideeën’, het spijt me vreselijk voor u.
De journalist: "Ze zijn wel eerder gesuggereerd". Schoof: Ze zijn ook zeker niet gratis. Dus het is niet zo dat je met die ideeën, zeg maar, de Nederlander een groot plezier doet zonder dat het ergens anders geld kost. (...) Dus ik neem ze mee, ik snap ze vanuit de portemonnee van de burger geredeneerd, maar tegelijkertijd als je kijkt naar de overheidsuitgaven, dan moet je hier echt heel zorgvuldig naar kijken en niet alleen maar naar de portemonnee van de individuele Nederlander.
Tot slot van de ontstane discussie vraagt de journalist: "Begrijpt u dan wel dat de vakbonden looneisen stellen of hebt u begrip voor het standpunt van werkgevers die zeggen: pas nou op met die loonstijgingen. Waar staat u dan?" Schoof: Nou dat ik in ieder geval constateer dat we nog niet in de loonprijsspiraal zitten en dat (...) de loonstijging niet de belangrijkste accelerator is van de inflatie en dat we moeten oppassen dat dit wel gebeurt.
De Nederlander
Schoof, kort samengevat: met de lonen valt het wel mee, maar we moeten alert blijven. De mogelijke invloed van gestegen winsten op de inflatie komt echter niet eens aan de orde. De veel besproken overheidssubsidies en hun invloed op de inflatie lijkt hij voor het eerst te horen. Vaagheid is troef, veel woorden die antwoorden ontwijken. Tragisch, treurig en triest.
Misschien kan hij niet anders om zo de spanningen in de regeringscoalitie uit beeld te houden. Of denkt hij dat. En nu maar voor Schoof hopen dat de portemonnee van de opgevoerde "individuele Nederlander" of "burger" niet dezelfde is als de door Wilders geliefkoosde "hardwerkende Nederlander" die recht heeft op een volle portemonnee.
Verder lezen in Konfrontatie
-
| Peter Storm | Linkse discussie
-
| Wolfgang Sachs | Imperialisme en Globalisering
-
| Willem Bos | Linkse discussie