Skip to main content
  • 19 april 2022

Gedachten aan elkaar knopen

Rymke Wiersma

Vroeger dacht ik dat alles uit te praten was. Ik dacht dat alles goed kon komen als we kritisch nadachten en al onze gedachten aan elkaar zouden koppelen. De gedachten in ons eigen hoofd, én de gedachten van iedereen met die van alle anderen. Er zou uiteindelijk eenzelfde conclusie uitkomen. In grote lijnen dan toch zeker. Uiteindelijk hebben alle mensen toch in grote lijnen dezelfde basisbehoeften? Uiteindelijk wil iedereen een fijn leven. Misschien wil de een bonen verbouwen, de ander zich specialiseren in theoretische natuurkunde, weer een ander wil graag praktisch bezig zijn, velen willen anderen helpen, misschien zijn er een paar mensen die het liefst zo weinig mogelijk doen, lekker rondlummelen, leuk voor een tijdje maar uiteindelijk is je ergens voor inzetten toch fijner dan eindeloos lummelen, lijkt mij, dus geen enkel probleem.

Nou ja, in de praktijk wel natuurlijk. Want landen, want wetten, want mensen die graag de baas spelen, die graag vooral aan zichzelf denken. Die kapitalisme dus een prima systeem vinden omdat het heel goed bij ze past. Waardoor ongelijkheid, onrechtvaardigheid en zo door, tot oorlog aan toe.

Wie wil er nu ongelijkheid? Zo noemen ze het niet natuurlijk. De een heeft meer omdat die ervoor gewerkt heeft. En misschien een beetje geluk heeft, en de ander heeft pech – nou ja, die kan er dan wat aan doen. Ze zullen nooit toegeven dat ze er geen moeite mee hebben een meer dan riant leven te hebben ten koste van anderen. Sommigen zijn waarschijnlijk zo ver heen dat het ze niets meer kan schelen. Miljardairs, oligarchen, het is ongelooflijk hoe scheef het zit in de wereld.

De meeste mensen deugen, dacht ik dus, ja, denk ik nog steeds, ook al is deugen eigenlijk een vaag woord, misschien gaat het er meer om dat de meeste mensen inzien dat ze er zelf wel bij varen als ze een beetje sociaal zijn en niet al te inhalig, enzovoort. Dit levert nog lang geen ideale wereld op, maar dat is dan ook (voor nu) een luxeprobleem. Het probleem zit bij de mensen die 'niet deugen', die er geen moeite mee hebben macht te pakken, veel macht, en geld, veel geld, en flink misbruik te maken van hun positie.

Oorlog is daarvan de gevaarlijkste uiting. De wereld wordt in gijzeling gehouden, al heel lang, door machtige mannen (heel soms een vrouw), en nu denken we daarbij natuurlijk vooral aan één man. Een man die in zijn eentje nooit de hele wereld aan zou kunnen, zelfs niet met al zijn wapens, hij heeft een hele entourage nodig en die heeft hij dan ook – die heeft hij heel zorgvuldig opgebouwd. Alle personen die hem ook maar enigszins durven te bekritiseren worden gevangen gezet, gedood of anderszins onschadelijk gemaakt.

Soms vraag ik me af hoe hij zich voelt. Wordt hij ook overspoeld door emoties, zoals de meesten van ons, door verontwaardiging, angst, woede, afgrijzen, kent hij liefde, kent hij verdriet. of is het een dorre woestijn in zijn hart, en – doet het ertoe? Rancune wordt wel gezegd, zou het onderliggende motief zijn geweest voor de aanjagers van de Tweede Wereldoorlog, en zou ook hier meespelen. Vernedering. Bij de machthebbers, die het gevoel weer doorgeven aan 'het volk' via verhalen die de waarheid verdraaien hoe het maar uitkomt.

Alleen al het idee dat dat wat is: het volk, 'ons land' en al die dingen.

Is het zinnig om zo psychologisch te denken, zo individueel gericht ook? Maakt het uit wie er aan de macht is, of zou deze oorlog ook door iemand anders dan Poetin in gang zijn gezet? Dit zijn vragen waar je niet makkelijk uitkomt. Ook de reactie niet, de een vindt dat er veel harder ingegrepen moet worden, de ander zegt dat is olie op het vuur gooien (nog meer vernedering, met alle gevaar van dien). Het is moeilijk te doorgronden, nee dus, niet even uit te praten, alleen al niet doordat de wil daartoe ontbreekt.

Zou het kloppen dat sinds die oorlog Poetins populariteit gestegen is? Ik kan het me niet voorstellen. Alleen al niet dat hij überhaupt populair zou zijn. Misschien is het grotendeels schijn, een leger van jaknikkers. Hoe kan het toch dat dictators het altijd weer voor elkaar krijgen de macht te krijgen, en die te houden? Ik denk aan uitspraken van Etienne de la Boétie (zie zijn prachtige tekst De vrijwillige slavernij) die erop neerkomen dat een heerser alleen macht kan hebben als 'het volk' hem die geeft. De oplossing: niet langer dienen. Daar is geen speld tussen te krijgen – alleen is het de vraag hoe je eruit komt als de situatie al helemaal dichtgetimmerd is.

Met het hele volk tegelijk protesteren maakt kans, maar het probleem is dat protest altijd begint met individuen die zich uitspreken, die zich verzetten, die een oproep doen. In een dictatuur worden die individuen er meteen uitgepikt en keihard gestraft, zodat een volgende weet wat de gevolgen zijn. Je betaalt met je leven, of ten minste met je vrijheid, je veiligheid, je welzijn, voorzover je die hebt. Weinigen zijn bereid hun leven zoals ze dat nu leven op te geven, ook al is dat verre van ideaal. Begrijpelijk.

Misschien dat daarom Michel de Montaigne De vrijwillige slavernij van zijn geliefde vriend Etienne de la Boétie een 'jeugdwerkje' noemde, omdat het zoveel makkelijker gezegd is dan gedaan. Toch houd ik erg van dat soort inzichten. Ze hebben wel degelijk een functie. Onderdrukking is er niet per definitie, er is iets aan te doen. Lukt het nu niet, dan toch later wel. Veel andere soorten onderdrukking zijn in de loop van de tijd verdwenen of staan minstens ter discussie, doordat kritische, zelfstandig denkenden volgehouden hebben en er uiteindelijk een meerderheid kwam die er ook zo over dacht.

En helaas zijn ook die verworvenheden niet onkwetsbaar, het is zaak voor kritische geesten om te blijven opletten – en dus voor iedereen.