Skip to main content
  • 18 maart 2011

Demonstreren met de vlag halfstok

Rymke Wiersma

Mailtje op de aktielijst: woensdag 16 maart demonstratie in Middelburg. ‘Zeg nee tegen Borssele 2!’ Ja, daar wil ik heen. Juist nu.
Het zal een stille tocht zijn, om de slachtoffers in Japan te gedenken. Anti-kernenergiegroepen in Japan blijken zelf opgeroepen te hebben om wereldwijd tegen kernenergie te demonstreren. Toch vinden sommigen (voorstanders van kernenergie?) het ongepast. Maar ongepast is juist het doorbouwen aan kerncentrales, ondanks alle rampen en gevaren, de acute rampen die zich voordoen bij ongelukken zoals nu in Japan, maar ook, het langdurende bezwaar van het afval. Dat veroorzaakt een langdurend gevaar. Langdurend kans op rampen. Zo ongeveer tot in de eeuwigheid.

Ja, ik ga naar Middelburg. Stad waar ik ben geboren en opgegroeid. De kerncentrale in Borssele werd gebouwd toen ik op de lagere school zat, was daar al een gespreksonderwerp met voor- en tegenstanders. Voor mij een van de eerste milieu-onderwerpen waarover ik me druk maakte. Helaas vergeet ik een button ‘kernenergie, nee bedankt’ mee te nemen. Ik heb ze in zowat alle talen. Wat ik ook niet bij me heb is het adres van onze vroegere buurvrouw, die ik anders na de demonstratie mooi even had kunnen opzoeken.

Terwijl ik het station in Middelburg uitloop zie ik dat de vlag half stok hangt. De vlag aan de Lange Jan, de toren van de Nieuwe Kerk, bij de Abdij. Vanwege Japan? Maar is er dan niet heel veel vaker een reden om de vlag halfstok te hangen? Bij elke ramp, bij elke oorlog. Bij elke dictator die op bloedige of andere gemene wijze aan de macht blijft…
 
Tien dacht ik, of dertig, misschien vijftig, maar op de verzamelplek staan zo te zien een paar honderd mensen. Natuurlijk lopen de tellingen uiteen. ‘Vijfhonderd’, word door een paar mensen gezegd. ‘Driehonderdvijftig’, lees ik later in veel berichten, maar ook ‘tweehonderd’ en zelfs ‘honderdvijfenzeventig’ kom ik tegen. Het zal waarschijnlijk ‘ongeveer precies’ tussen de hoogste en de laagste schatting in zitten. Het is in elk geval een langere en bredere stoet dan waar op gerekend was; de route wordt in overleg aangepast.

Tot mijn verrassing zie ik allerlei bekenden, niet alleen uit Middelburg, maar uit het hele land! Veel mensen lopen met borden: een boer en boerin in zeeuwse klederdracht, een doorgestreepte kerncentrale op de achtergrond, met daarbij in goed Zeeuws de tekst ‘Ons bin nog aoltied nie blie, mee die kernenergie!’ De sfeer is goed. Wel opvallend veel mensen met grijze haren en rugzakjes. Ik val eens niet uit de toon. Dat is gezellig, maar wat meer jonge mensen erbij zou mooi zijn. Het is ook (juist) hun toekomst waar het om gaat. Bij het energiebedrijf (vroeger PZEM, of wel ‘de pezem’, nu Delta) wordt een brief overhandigd en worden er wat toespraken gehouden. Op de sussende woorden in het antwoord van Delta (‘de centrale is veilig, en we hopen de vergunning voor een tweede snel rond te krijgen’) volgt hartgrondig boe-geroep. Het vormt het enige moment van massale stemverheffing tijdens deze verder zo stille en vreedzame demonstratie.
 
Op de Markt voor het oude stadhuis staan we stil voor een foto achter het indrukwekkende metersbrede knalgele spandoek. ‘BORSSELE DICHT NU.’ Ook op de stadhuistoren hangt de vlag halfstok. Van de mensen die ik het vraag weet niemand waarom. Op het Abdijplein wordt de tocht met één minuut stilte afgesloten. Dan, in het slotwoord, krijgen we eindelijk te horen waarom hier vandaag de vlaggen halfstok hangen. Het heeft niets met Borssele of kernenergie te maken, en ook niet met Japan. Het gaat om een herdenking. Juist vandaag was er nog een andere stille tocht in Middelburg gepland. Deze eindigt op het station. Daar zal een plaquette worden onthuld ter nagedachtenis van de joden die in de oorlog vanuit Middelburg gedeporteerd zijn. Of we hier rekening mee willen houden, niet met spandoeken en borden gaan lopen zwaaien en geen leuzen te roepen of anderszin luidruchtig te zijn als we naar het station lopen.
 
De zon schijnt, en het is boekenweek. Ik besluit nog wat tijd door te brengen in de stad. Aan het eind van de middag neem ik de trein terug richting Utrecht. Thuis zoek ik op internet naar nieuwsberichten en filmpjes van het protest. Ik vind er heel wat.
 
Veel filmpjes van onze demonstratie. Maar ook stuit ik op een filmpje van de stille tocht die georganiseerd was door de joodse gemeenschap. De plechtigheid in het station had blijkbaar plaatsgevonden terwijl ik zomaar wat rondliep door de binnenstad. Een van degenen die de plaquette onthulden was een oude vrouw in een rolstoel met vriendelijke ogen. In de oorlog werd zij via dit station met haar familieleden en vele anderen op de trein gezet. Ze was een van de weinigen die weer terug kwam. Ik heb haar in jaren niet gezien maar herken haar meteen: onze vroegere buurvrouw. Ik ben haar net misgelopen.