Skip to main content
  • 28 juni 2025

Joden, Palestijnen en Kennedy's - Het tragische jaar 1968

Arthur Graaff

Deze maand in 1968 werd Bobby Kennedy, John F. Kennedy's broer, doodgeschoten. Ik werkte toen bij de Volkskrant en heb daar, een jongen van 19, staan janken als een kind toen ik het nieuws las. Zeker, ik was zonder het te beseffen Amerikanofiel - maar dat waren de meeste mensen. Ik had er ook nog twee jaar gewoond, en was in 1967 nog in New York op bezoek geweest - per boot, het SS Rotterdam, als 'jongen civiele dienst' in mijn vakantie bij de Volkskrant. Vliegen was voor gewone mensen toen nog volkomen ondenkbaar door de prijs.

Ik begon bij de krant als redactiebediende, waardoor ik als eerste op de geheel lege redactie verscheen, zo rond half tien. Mijn eerste taak was de telexen van de hele voorafgaande nacht - lange slierten papier met twee-drie-vierhonderd berichten - van de zes telexen af te halen,  in aparte berichten te verdelen en op stapels te leggen en die voor 10 uur over de bijbehorende redacties te verdelen. 

In het telexhok was het altijd warm, benauwd en erg lawaaierig door het geratel van de zes grote elektrische schrijfmachines. Want dat waren die telexen, alleen per telefoonlijn continu verbonden met een of andere bureau elders - zoals de telexen van Associated Press of United Press International, die uit New York kwamen, en het ANP uit Den Haag. Dus je tikt iets in New York, en dat verschijnt meteen, live in Amsterdam op papier.

Die ochtend van de 6de juni wist ik nog van niks - maar ik zag wel dat er die nacht wel héél veel papier doorheengejast was... Ik begon mijn werk en liep vrijwel onmiddellijk aan tegen het bericht van de moord op Bobby Kennedy, toen presidentskandidaat. Hij was in Los Angeles in het Ambassador Hotel doodgeschoten door ene Sirhan Sirhan, een Palestijns-Jordaanse christen, omdat Kennedy Israël steunde - zoals vrijwel iedereen in het westen toen zonder enige terughoudendheid  deed. We wisten toen overigens vrijwel niets van het lot van de Palestijnen. Bobby Kennedy zal zeker geen bijzondere steun aan Israël hebben geboden.

Ik las elk bericht, ik moest wel, en het leek wel of er die nacht helemaal niets anders gebeurd was. In april was overigens Martin Luther King ook al doodgeschoten, en in 1963 president John F. Kennedy, de odere broer van Bobby - de president die de Koude Oorlog won van Chroestjof.  Ook daarom trof het mij - ons, de Nederlanders - extra hard. Die Bobby was gewoon een aardige kerel, die dat niet verdiende... 

De moord op John F. Kennedy in Dallas was vreselijk geweest, uiterst schokkend, voor vrijwel iedereen die toen volwassen was een trauma met herinneringen aan de plaats waar je was toen je het hoorde. Dat kaliber van ramp... En nu president Kennedy's  jongere, onschuldige broer van 42, compleet met vrouw en erg maar liefst 11 (elf!) jongere kinderen. We waren aan het eind van de lijn beland. Erger dan dit kon het niet worden, dachten we. Het leek er toen glashelder op dat Bobby het als presidentskandidaat zou redden na president Lyndon B. Johnson. We waren toen overigens allemaal Amerikanofielen - ook al liep de oorlog in Vietnam door, en daar waren we dan ook allemaal tegen. Die eindigde pas in 1975...

Op de BBC hoorde ik dat de trein van Los Angeles naar Washington, waar de begrafenis zou zijn, met het lichaam van RFK (zoals hij ook bekend was) en vol familieleden en andere vrienden, een aantal uren stilviel door een storing. Weduwe Ethel besloot toen de hele trein door te lopen en iedereen een hand te geven, als dank voor hun komst en de steun. Volgens een kennis die er toen bij was, waren er drie soorten reacties: blije en hartelijke van katholieken (Bobby was dat), gereserveerde van protestanten, en emotionele van Joden.

Van echte vijanden van deze minister van justitie was eigenlijk niets bekend, hoewel zijn strijd tegen de mafia natuurlijk riskant was. Presidentskandidaten kregen toen nog geen bescherming, de wereld was nog 'onschuldig'. Hij was gewoon een behoorlijk sympathieke, redelijk progressieve ambitieuze jonge politicus die extra sympathie kreeg juist vanwege de moord op zijn broer. 

Daar stond ik dan - alleen, in de herrie en met het ene bericht na het andere vol details over de schietpartij in dat verdomde hotel  dat sindsdien is afgebroken (nadat het door Trump was gekocht). Ik voelde me op de redactie als een vis in het water, en kende daar al mensen van voordat ik daar ging werken. Ik had alleen toen nog niet door dat ik op weg was naar een breakdown, enkele maanden later. 
We kregen die zomer ook nog de 'Parijse beroerte', de dagenlange studentenopstand tegen De Gaulle. Ik had toen een vriendinnetje in Parijs, een keurig meisje, ik logeerde wel eens bij haar en haar ouders, ze studeerde Engels en Nederlands, maar zij werd door mijn moeder nogal grof afgekeurd. En zij en ik schrijven nu, zestig jaar later, nog steeds... 
1968: een zwaar en treurig jaar. O ja: de omstreden Robert F, Kenndy Jr, de trumpist, complotgelover en anti-vaxxer, is helaas een zoon van Robert en Ethel ...