Skip to main content
  • 30 januari 2022

De ongelijke strijd van Stanley Samuel, Zeedijk 5

Jo van der Spek

Wat kun je verwachten als je alleen staat tegenover het grote geld en het gemeentelijk gezag? Stanley Samuel, Surinamer, bokser, harde kop, sterke wil. Ondernemer in een 17e eeuws monument aan de kop van de Zeedijk. Toplocatie. Maar in de jaren ‘ 80 was de Zeedijk de goot van Amsterdam., waar junkies, dealers en andere hosselaars de toeristen overvleugelden. En waar politie en politiek hun vingers aan brandden. Stanley kocht Zeedijk 5 in 1976 van de uitgedoofde sigarenboer Janmaat en ging aan de slag als horecaondernemer, nog niet wetend hoe klem hij daar zou komen te zitten.

De meeste gebruikers op de dijk waren Surinamers, overgewaaid na de onafhankelijkheid in 1975, en lost in migration. Zwarte ondernemers waren schaars toen, Stanley was bijna de enige. Hij genoot dan ook speciale belangstelling van het plaatselijk gezag. Het opjaagbeleid, waarbij de Zeedijk soms dagelijks werd schoongeveegd van ongewenste elementen, strekte zich geregeld uit tot over de drempel van zijn café. Ontelbaar waren de invallen, waarbij soms op raadselachtige wijze eigendommen verdwenen, en soms juist iets werd “aangetroffen” dat er eerder niet was. De verdachtmakingen waren permanent.

Ondertussen organiseerde Stanley op 1 hoog sociaal werk: een cursus om het Horeca-diploma te halen. De brothers van de dijk werden uitgenodigd om een vak te leren. Helaas kozen de leerlingen op twee na toch voor de irreguliere handel. En dan konden ze snel vertrekken, want als het moest liet Stanley de bokser in zich los. “Als ik slap was had ik het niet zoveel jaren kunnen volhouden.” Dat ervoer ook de opbouwwerker die de cursus verzorgde, toen die ook in de handel bleek te zitten.

Stanley slaagde niet alleen wél voor het Horeca-diploma, hij bleek ook nog op een goudmijn te zitten! Dat zat zo. Omdat het opjaagbeleid nergens toe leidde kwam de gemeente met een meersporenbeleid voor de Zeedijk. Onder druk van belangenbehartigers en zorgwerkers kwamen er gebruikersruimtes waar verantwoord geconsumeerd kon worden. En de gemeente sloot een bondje met het bona fide bedrijfsleven om via complexe vastgoed constructies de hele Zeedijk een total make-over te geven. De KLM was een van die partners van de NV Zeedijk in wat een Public Private Partnership ging heten. De KLM had namelijk een hotelpoot: Golden Tulip en die wilde wel een mooi hotel bouwen aan de oneven kop van de Zeedijk. Ze kregen alle medewerking van banken, pensioenfondsen en wat dies meer zij. Maar niet van Stanley!

Want toevallig stond Zeedijk 5 precies op de plek waar het hotel moest komen. Dus met het uitkopen van Stanley zouden twee vliegen in één klap worden geslagen: een mooi, clean hotel als koploper van de vernieuwing, en een verdachte, zwarte kroegbaas minder. Maar dat was buiten de waard gerekend.

Hoe meer Stanley van alle kanten op zijn huid werd gezeten , hoe koppiger hij werd. Hoe vaak hij ook klappen kreeg en invallen van bureau Warmoesstraat, een veroordeling kreeg hij nooit. En hoe hoger het bod op zijn café, hoe hardnekkiger hij bleef dromen van zijn eigen bloeiende zaak, meeprofiterend van het komende herstelbeleid. Zeedijk 5 was niet te koop! Golden Tulip zag zich gedwongen om eromheen te bouwen.

Stanley dacht nu van de goudmijn zijn eigen gouden berg te maken. Maar dat kostte nog steeds geld. En dat had ie niet. Het pand werd al snel een onderpand. De invallen vanuit de onderbuiken van Bureau Warmoesstraat stopten niet. De massale toeristenstroom liet nog jaren op zich wachten. Het liep niet goed af voor Stanley Samuel en de zijnen. “Ik ben niet failliet gegaan. Ze hebben me kapot gemaakt. Op een slinkse manier hebben ze mijn hele toekomst afgenomen.”

Hoe dat precies ging, volgens het schema inval-“drugsvondst”-dicht timmeren-beslaglegging-veiling, leest u in het adres dat bij de gemeenteraad ligt te wachten op behandeling. Voor dat dicht timmeren werd de burgemeester tot de orde geroepen door de Raad van State:

jojo

Het mooie is dat Stanley nog leeft. En dat hij een ijzeren geheugen heeft. En een kubieke meter aan documenten. En al heeft hij de ring verlaten, compleet geruïneerd, hij is nog steeds die koppige bokser die weigert neer te gaan.

Je zou natuurlijk kunnen stellen dat Stanley gewoon een slechte zakenman geweest is, die zijn hand overspeelde toen hij binnen kon lopen. Maar dan kijk je niet verder dan je neus lang is.

Henk J. Smits, destijds algemeen directeur van Golden Tulip Hotels, vertrouwde Stanley eens toe: “Je mag daar blijven zitten, maar je hebt je kleur tegen.” Alles overziende heeft deze onverdachte bron gelijk gekregen.

En dat vraagt om erkenning, met de kennis van nu, dat Stanley onrechtvaardig is bejegend door de overheid. Of is hier ook een vorm van herstelbetaling op zijn plaats?

Zeedijk 5 is nog steeds een café, met veel bier en weinig bakkeljauw. Het luistert naar de naam Het Elfde Gebod: 'Wees niet onverschillig'.