-
23 november 2010
Consumptie, amusement en infantilisering
Ik moet toegeven dat ik de laatste jaren steeds meer weerzin heb ontwikkeld tegen het volgen van het nieuws, ook het politieke nieuws. Ik heb altijd alles ‘gevreten’ aan analyses en beschrijvingen, maar langzamerhand kwam het steeds meer m’n neus uit. Al die depressieve verhalen over de opkomst van rechts, van populistisch rechts lieten mij de moed toch eerlijk gezegd in de linkse schoenen zakken. In de tijd van Fortuyn kon ik het nog net hebben, maar nadat Verdonk furore begon te maken en vervolgens de verbale triomftocht van ‘meneer Wilders’ begon, waar de media nu al jaren achteraan hijgend hollen, iedereen hijgend achteraan lijkt te hollen, niet alleen z’n electorale aanhang maar ook de tegenstanders, begon mijn opkomende apathie. Fout natuurlijk.
Maar nu, na jaren van neoliberale en conservatief-rechtse dominantie leek het er de afgelopen weken even serieus op dat we weer even adem konden halen met alle gerel rond de sportschoolbende van de PVV. Wat een verademing om eindelijk weer eens te kunnen lachen om dat zooitje. Eindelijk was Wilders ook eens kwetsbaar en te pakken.
Maar we weten het allemaal: die eerste zwaluw zal ook hier geen links voorjaar brengen. Daarvoor is links zeker de afgelopen tien jaar teveel in het defensief gedrukt. Het is verbijsterend dat zelfs na de bankencrisis die eind 2008 uitbrak, dat de linkse kerk in de schreeuwende discussies eigenlijk de schuld krijgt en rechts de verkiezingen wist te winnen. En het lijkt erop dat we die volkswoede niet zomaar zullen weten om te draaien en te richten op de feitelijke aanstichters van de economische crisis: het snelle kapitaal. Zelfs als de PVV de komende maanden uit elkaar zou knallen, hoeven we ons geen illusies te maken.
Afgelopen zondag hoorde ik bij een forumdiscussie over rechts-populisme, georganiseerd door het jaarboek Kritiek, iemand van de SP verkondigen dat we, links dus, ‘het volk’ weer achter ons moeten krijgen. Hij was zo eerlijk om ook in te zien dat ook veel SP-kiezers waren overgelopen (waarbij ik er zachtjes achteraan dacht dat toch ook de SP een nogal nationalistisch/populistisch karakter vertoont). Maar niet alleen bij de SP, ook in alle andere stromingen (?) binnen links zal men zich moeten afvragen, hoe het komt dat ‘het volk’ steeds verder verwijderd is geraakt van de traditionele doelen en opvattingen van links: solidariteit, herverdeling van welvaart en de strijd voor een betere wereld. Want daar zit natuurlijk een belangrijke pijnpunt. Links lijkt niet alleen z’n dragende ideologie kwijt geraakt te zijn, het is ook losgezongen van veel mensen waar we het ruim honderdvijftig jaar lang altijd voor zeiden te doen: ‘het volk’. Datzelfde volk pruimt links niet meer, dus voor wie zou je dan de barricades nog op moeten gaan?
Louise Fresco (hoogleraar duurzame ontwikkeling) haalde een tijdje terug in een column de Italiaanse filosoof Raffaele Simone aan, die alweer een paar jaar geleden een droevig stemmende analyse gaf van deze tijd en daarin betoogde dat links geen antwoorden meer heeft. Il Mostro Mite heette het essay, voor wie het wil lezen (“Het zachte monster”).
Raffaele Simone verklaart de opkomst van de rechts-populistische partijen in Europa, en daarmee dus en passant de teloorgang van links, met een verschuiving in onze cultuur. De Europese burger heeft zich afgewend van de samenleving en zich volledig overgegeven aan consumeren. Alles in zijn leven draait om uiterlijk en genot: hyperconsumptie, superkapitalisme, de dwang om vakantie te vieren, goedkoop vliegen en de opmars van internet en mobiele telefoons. Zo ontstond volgens Simone een narcistische samenleving, die zich laaft aan de entertainende media en het verschil tussen feit en fictie is kwijtgeraakt en waarin genot en entertainment centraal staan. Vervolgens raken burgers steeds verder verwijderd van die al genoemde traditionele doelen en opvattingen van links: solidariteit, herverdeling van welvaart, de strijd voor een betere wereld. Wat in de plaats is gekomen is: consumptie, amusement en infantilisering. Amen!
Simone chargeert nogal, maar links is inderdaad compleet losgezongen van zijn traditionele achterban en doolt al jaren verward rond, daarbij (vooralsnog) verbaal nageschopt door triomfantelijk rechts. En we moeten daar natuurlijk ook nog bij vaststellen dat het niet alleen de sociaal-democratie is die die banden volledig is kwijtgeraakt, maar dat radicaal-links die banden vanaf de jaren tachtig en eigenlijk al eerder niet eens meer nastreefde. De provo-term ‘klootjesvolk’ kwam niet uit de lucht vallen.
Nederland is dus flink verrechtst en de vraag is hoeveel rechtser het nog zal worden. Als troost moet erbij gezegd worden dat ook in de zogenaamde linkse jaren zestig en zeventig links electoraal gezien nog nooit boven de 50% van de stemmen wist te komen en dat de huidige stemverhoudingen links-rechts eigenlijk altijd ongeveer hetzelfde zijn. De huidige grote bek van rechts, is omgekeerd evenredig aan de stilte binnen links dat het debat steeds meer is laten bepalen door de thema’s die rechts al of niet terecht aanvoert.
Maar tegenover het bedreigende rechts-populisme zullen we hoe dan ook de linkse begrippen solidariteit en herverdeling moeten blijven verdedigen. De linkse analyses die al in de jaren tachtig en negentig over de gevolgen van de globalisering en het neoliberalisme werden gemaakt zijn namelijk niet minder waar. En de conservatief-rechtse neiging om het nationalisme te herwaarderen, de binnenmarkten af te grendelen en bijvoorbeeld ontwikkelingsamenwerking af te willen schaffen moet vanuit de linkse kernwaarden bestreden blijven worden. Juist in een wereld die in een nooit meer om te draaien proces van globalisering is beland is er meer dan ooit reden om wel op solidariteit te hameren.
Het recente non-debat rond Wilders en z’n sportschoolbende, is dan wel weer even hilarisch en verademend, maar leidt daarbij uiteindelijk alleen maar af.