-
31 januari 2010
Daadkracht
Waar is de slowbeweging toch gebleven? Een tijd geleden hoorde je daar veel over. Nu ja, als je gaat googlen vind je wel wat, maar googlend vind je bijna altijd wel iets. Over de gekste dingen, dus zeker over de slowbeweging. Maar het lijken mij voornamelijk wat oudere artikelen die ik tegenkom. De slowbeweging, die een aantal jaar geleden een tijdje de kranten haalde omdat het weer eens iets nieuws was, is blijkbaar geen grote groeiende beweging geworden. Het begrip 'slow food' heeft wel invloed gehad, maar de slow-ideeën hebben de samenleving niet grondig beïnvloed, laat staan wezenlijk veranderd. Logisch misschien, voor een wezenlijke verandering van de samenleving is meer nodig dan wat leuke ideeën over hoe mensen meer van het leven kunnen genieten, hoe belangrijk die ideeën verder ook zijn.
Net als veel andere milieugroepen spreekt de slowbeweging zich niet uit tegen kapitalisme, want, zo is de redenering, ‘dat systeem heeft voor een enorme welvaart gezorgd" en die willen ze graag houden. Zo zijn er nog heel wat andere clubs en verenigingen die onmiskenbaar ‘een punt’ hebben, maar die de groei-economie ongemoeid laten.
Wie is er tegenwoordig nou nog tegen kapitalisme? Het woord klinkt al bijna ouderwets: ‘antikapitalistisch’. Met i e s zeker - jaren zeventig! Ook in de jaren zeventig waren er overigens weinig milieugroepen die uitgesproken antikapitalistisch waren. Strohalm was lange tijd zo’n beetje de enige. Laten we die jaren vooral niet idealiseren. Maar je zou kunnen zeggen, toen was er minder kennis, nu zouden we toch beter moeten weten? Afgezien van het mechanisme van uitbuiting, als noodzakelijk ‘bijeffect’ van de o zo vrije concurrentie, hier en vooral in de zogenaamde derde wereld, waarvan het natuurlijk schandalig is dat daar niet massaal tegen geprotesteerd werd, en afgezien van de conclusie van de Club van Rome begin jaren zeventig, dat als het zo doorging de grondstoffen op zouden raken en de natuur vervuild, afgezien van die dingen leek het kapitalisme voor mensen die in goede omstandigheden verkeerden voorlopig enkel voordeel te brengen. ‘Het zal mijn tijd wel duren’, konden ze toen nog zeggen, en velen zeiden het. Nu staan de kranten vol met berichten waarvan toch ook de niet-linksen, de niet-solidairen zich achter de oren zouden moeten krabben. Het voortbestaan van de hele wereld is immers in gevaar.
Bladerend in een oude krant (Trouw, 29 september 2009) kom ik een artikel tegen met de kop ‘De stilte van de milieubeweging’ en daaronder in grote letters ‘een hoog inkomen is ontzettend slecht voor het milieu’. Uitspraken van socioloog en hoogleraar milieukunde Egbert Tellegen, die zich afvraagt waarom de milieubeweging, en dan vooral een club als Milieudefensie, nou niet eens een stevige economische visie geeft, met daarin vragen als ‘hebben we wel een beurs nodig?’, ‘kan het niet anders?’, ‘hoe moet de economie eruit zien om de milieudoelen te halen?’ ‘Kom met plannen,’ zegt hij, ‘voor een nieuwe economische orde.’
Fijn dat hij het zegt, en nog wel in deze krant, een krant die zich toch niet snel antikapitalistisch zal noemen. Maar de grote milieu-organisaties zijn natuurlijk bang dat ze leden verliezen als ze zich tegen het kapitalisme uitspreken (als ze dat zelf al zouden willen), of dat ze hun subsidie verliezen. Grote clubs zijn meestal gematigd, uitgesproken antikapitalistische clubs blijven (tegenwoordig) meestal klein.
Maar dat hoeft niet zo te blijven. Mijn hoop op een andere economie is nog niet verdwenen. De stilte van de milieubeweging en vooral de stilte van links is opvallend – maar het is vooral een diepe stilte in de gangbare media, want daarbuiten gebeurt een hoop. In de jaarlijkse conferenties in Tilburg en Antwerpen wordt wel degelijk gezocht naar een andere, eerlijke, mens- en natuurvriendelijke economie, en Strohalm, nu Stro geheten zet zich tegenwoordig in voor kleinschalige andere economieën op verschillende plaatsen in de wereld. Daarnaast is er een beweging in opkomst: transition towns, waarvan ik vermoed dat die wel eens uit zou kunnen groeien tot een basisbeweging die het kapitalisme kan laten verdwijnen, kan laten transformeren tot een krimpeconomie, en uiteindelijk tot een kringloopeconomie. Dat zou mooi zijn! Dat zal alleen lukken als deze beweging, anders dan de slow-beweging, het politieke verhaal niet uit de weg gaat, en verder gaat dan het eigen tuintje wieden (hoewel dat ook moet gebeuren!) en het planten van braamstruiken en walnootbomen in de straat (lekker trouwens). Het lukt alleen als de mensen van die beweging wezenlijk durven in te grijpen in de eigen milieuverpestende leefgewoontes en daadwerkelijk gaan streven naar een eerlijke economie wereldwijd.
Of moet daarvoor eerst ‘daadwerkelijk’ de olie opraken?