Skip to main content
  • 30 april 2006

Het neoliberale ongeluk

Hans de Bruin

Te midden van het VVD-lijsttrekkerstumult, waarbij een van de vragen is of onze liberalen nog verder naar rechts gaan opschuiven werden we vorige week verrast door een artikel van historicus Frank Ankersmit in de Volkskrant onder de kop: “Het neoliberalisme is te slordig”. Nou is slordig een wat wonderlijke eufemistische definitie voor een afbraakideologie die de wereld al te lang in een greep heeft, dus wat moet je zo op het eerste oog met zo’n artikel? Opmerkelijker is het dat het een kritiek is op het neoliberalisme van iemand die vorig jaar nog een mede-auteur was van het Liberaal Manifest, het beginselprogramma van de VVD. Even lezen dus maar.

Het artikel bleek een verrassend kritische analyse te zijn van de neoliberale praktijk van de terugtrekkende staat die de afgelopen jaren, in de woorden van Ankersmit, “zijn hoofdpijndossiers op het bordje van de burgers dumpte.” Hij beschrijft het als volgt: “Het neoliberalisme is de ideologie van de zelfredzame burger die zijn eigen zaakjes op orde weet te brengen en die niet meer door de staat vertroeteld hoeft te worden", zoals bijvoorbeeld met het nieuwe zorgstelsel, om vervolgens het neoliberalisme af te serveren als een nogal “primitieve ideologie", waarbij alle sociale en politieke problemen in een economisch discours worden gedrukt, door een "economisch-technocratische benadering" van politieke problemen.

Zo denk je dan, die kunnen Zalm en Brinkhorst en consorten in hun zak steken. OK, dit wordt toch al jaren uit andere (linkse) hoeken beweerd, maar nu komt het eens uit eigen hoek. Het opvallende is bovendien dat er ineens meer vergelijkbare kritiek uit de rechter hoek komt. Een paar dagen later kwam bijvoorbeeld de vice-president van de Raad van State, Tjeenk Willink, met vergelijkbare kritiek waarbij hij met name de zucht tot steeds meer privatiseringen door de overheid aanvecht. Volgens hem is als gevolg van veel privatiseringen een ‘bureaucratisch-bedrijfsmatige logica’ ontstaan waarbij verschillen tussen wetgever, bestuur en rechter vervagen en onduidelijkheid is gegroeid over de eigen politieke verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld de publieke dienstverlening: “Door verzelfstandiging en privatisering van uitvoerende diensten en het uitbesteden van steeds meer taken, is de inhoudelijke deskundigheid binnen departementen sterk verminderd" en is de kloof tussen overheid cq politiek enerzijds en de burger anderzijds verder vergroot. Laten we eerlijk zijn, dit is toch wel opvallende kritiek op het beleid.

Begint er na het sloopbeleid van Balkenende/Zalm een nieuwe liberale wind te waaien, waarbij de rol van de staat en het primaat van de economie wordt geherdefinieerd? Je zou het haast gaan denken. Er is de laatste tijd ook opvallend veel aandacht voor de Engelse econoom Richard Layard die in zijn vorig jaar verschenen boek Happiness om nieuwe economische en bestuurlijke strategieën vraagt om de samenleving geluk te brengen: ”Onze samenleving moet zich niet richten op dynamische efficiëntie, maar op het streven naar geluk. Doel van de politiek moet zijn om de wereld voor zijn burgers tot een vriendelijker oord te maken, niet tot een stormbaan.'' Layard zet zich af tegen de rat-race waar we ons volgens de opvattingen van de Zalmen en Brinkhorsten, maar ook volgens de quasi-progressieve mensen van het zichzelf tot voorhoede bestempelde debatingclubje Lux Voor (“geen verzorgingsstaat maar een ontplooiingsstaat”) in moeten storten om te kunnen blijven concurreren met China en India met als rendement: stress, burn-outs en depressies. Kortom: het neoliberale ongeluk.

En zo werden de Franse stakingen en protesten tegen de nieuwe, flexibele arbeidswetgeving door critici afgeserveerd als conservatief en achterhaald. Dat de gemiddelde burger echter niet op die rat-race zit te wachten bleek de afgelopen tijd onder andere uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau, waaruit bleek dat een meerderheid liever de voorkeur geeft aan een solidaire samenleving.

In VVD-kringen breekt dit inzicht kennelijk ook  hier en daar door, al of niet als reactie op de reactionaire retoriek die nu rond hun lijsttrekkersdebat opborrelt. Op de Nederlandse linkervleugel moet het debat daarom ook eens harder worden gevoerd om ook GroenLinks en de PvdA daarvan te overtuigen dat het neoliberalisme niet de zaligmakende richting is en dat het beleid om moet.