-
19 januari 2008
Ter Beschikking
Het jaar is weer goed begonnen. Zowel de onderkoning van Nederland, de voorzitter van de Sociaal Economische Raad Alexander Rinnooy Kan, als de grootgrutter in nevenfuncties, Paul Schnabel, die overigens ook nog een hoofdbaan heeft als voorzitter van het Sociaal Economische Planbureau, vinden dat de Nederlander positiever moet zijn. Ik maak me daar ernstig zorgen over. U mag van mij verwachten dat ik val over dat lege containerbegrip de Nederlander, dat door politici populisten te kust en te keur gevuld wordt met een willekeurig samenraapsel, dat zij denken te hebben ontfutseld aan de geschiedenis, die interessante kapstok waaraan ook weer de meest flagrante nonsens opgehangen wordt. Nee, ik maak me dit keer zorgen dat de Onderkoning en Grootgrutter iedereen in optimistische stemming willen zien. Een dwingend advies. Alsof we met z’n allen aan de prozac moeten, zodat niet alleen met de kerstdagen, maar het hele jaar rond de sierverlichting aan de gevel knippert en Kerstmannen en arrensleeën de nachten onveilig maken.
De afgelopen jaren is ons al veel verteld over hoe, en vooral wie we dienen te zijn. Een soort VOC-Christen-Monarchisten. Voorbij de horizon-kolonist, boven onze pet-gelovig en onder elkaar-orangist. Tezamen vormen zij de heilige drie-eenheid van de nieuwe nationale identiteit die ons aangemeten wordt. En vervolgens dienen we op die identiteit ook trots op zijn. Wie dat niet kan of wil is aanvankelijk onwetend, vervolgens achterlijk en daarna vooral gevaarlijk. Tuchtigen! En naar het zich nu dus laat aanzien dienen we bij die VOC-Christen-Monarchistische trotsbeleving ook nog eens vrolijk te zijn. Gij zult plunderend, gelovig en onderdanig door het leven te gaan, daar fier op zijn, en er plezier in te hebben. Een levenshouding die het midden houdt tussen Machiavelli en Markies de Sade. Ik zou er bijna om moeten lachen. Bijna. Ik vrees echter, dat we langzaam maar zeker de Inrichting Nederland ingerommeld worden. Nederland als TBS instelling. Met onderkoningen, grootgrutters en politici als de makers van een collectieve dwangidentiteit.
Hoe komen we hieruit?