Skip to main content
  • 14 april 2006

Naäpen

Hans de Bruin

Afgelopen weekend, tijdens een concert in het nieuwe Bimhuis, werd door een van de collega ICP-bandleden ineens meegedeeld dat de altvioliste net die dag te horen had gekregen dat ze eindelijk een verblijfsvergunning had gekregen, Ze maakte daarop verheugd een dansje, waaruit afgeleid kon worden dat het weer heel wat moeite had gekost om die vergunning te krijgen. Vanuit de zaal kwam de cynische reactie maar niet te verheugd te zijn, want morgen zou de wet zo weer veranderd kunnen worden.

Terwijl het concert verder ging dwaalden m’n gedachten even af. Je realiseert je weer eens dat een begaafd en origineel violiste hier graag wil wonen en werken en al jaren een artistieke bijdrage levert om het ‘verzuurde’ Hollandse klimaat wat op te vrolijken, maar dat dat allemaal maar niet zomaar gaat. Dat het jaren moet duren voor je wordt toegelaten. Zoals dat voor zoveel mensen jaren moet duren: vluchtelingen, kunstenaars, mensen die gewoon willen trouwen, die hier willen werken. Zelfs voor het dochtertje van een (hollandse) vriend van me die toevallig in Spanje is geboren duurde het een jaar om haar hier ingeschreven te krijgen.

Het concert was een paar dagen na die gênante vertoning van een andere vrouw, die ook graag de eerste viool wil spelen en die bij d’r presentatie niet verder kwam dan het uitstoten van wat verwrongen korte kreten: “Ik doe het!”
Wat doe je dan, is mijn gefrustreerde vraag? Je doet niets, je kan niet eens je huiswerk doen en staat je regelmatig in de Kamer te verdedigen omdat er weer van alles fout ging. Wat een leegheid en wat een cynisme dat het uitgerekend dezelfde vrouw is die over de verblijfsvergunningen gaat van al die mensen die wel wat betekenen.
En dan staat ze daar op een geheel door derden geregisseerde persconferentie alleen maar zinnen na te praten van je ‘grote’ voorbeeld Fortuyn. Niets origineels, niets creatiefs verlaat haar mond. En de media verdringen zich weer om het opstaan van de ‘nieuwe leider’ mee te maken.

Wat is dit toch voor een armoede? Wat een armzalige cultuur waar dit alles uit voortkomt. Een Talpa-cultuur. Met veel geld of een grote bek en vervolgens vaak niet veel verder komen dan het naäpen of namaken van wat er al is. In de filmbusiness noemen we dat een sequel, een vervolgversie van een succesvolle film om het succes van het origineel nog wat uit te melken. Zoals we net weer gezien hebben met de alweer geflopte vervolgversie van Basic Instinct, de geruchtmakende film van Paul Verhoeven uit '92. Verhoeven wenste zelf niet mee te werken aan een vervolg. En terecht! Wat ben je dan voor een zielige regisseur ( ene Michael Caton-Jones in dit geval) als je je daar wel voor leent, voor zo’n sequel. Kun je zelf niets origineels verzinnen?


Dezelfde vraag kunnen we stellen aan het duo Verdonk/van der Linden? Zo zal Verdonk de geflopte sequel van Fortuyn worden, want hoe lang zal ze het kunnen verkopen dat ze geen visie heeft, laat staan origineel is? En laat een ander daarom ook beslissen over verblijfsvergunningen! Ramen en deuren open! Dan kan het eindelijk eens voorjaar worden.