-
04 juni 2009
4 juni, en de dag erna...
4 juni 22.00 uur: morgen moet m’n bijdrage voor Konfrontatie klaar zijn en morgen is de dag na de verkiezingen voor het Europarlement, het onderwerp is dus wel duidelijk. Maar, omdat we met het stemmen tellen terug zijn op het niveau van een derde-wereldland, is er terwijl ik dit schrijf, alleen nog maar een prognose waarin de PVV op ongeveer 15 procent staat oftewel 4 zetels. Naar Nederlandse verhoudingen zouden ze 22 zetels halen. Nou daar worden we dan weer niet vrolijk van en dat bij een opkomst van slechts veertig procent, waarbij we dan wel kunnen aannemen dat ze bij een hogere opkomst nog meer zouden hebben gehaald.
Het is een ruime beloning voor een nationalistisch en bekrompen sentiment, waarvan we nu langzamerhand wel weten dat het in ruime mate aanwezig is. Je mag dat natuurlijk niet zeggen dat het 'bekrompen' is, want die ‘onderbuik’ bestaat natuurlijk voor een fors deel uit de ‘verworpenen der aarde’ waarvan links zich altijd de hoeder waande, maar waar het inmiddels geen enkele band meer mee schijnt te hebben. Alleen de SP lijkt nog een deel van die onderklasse te binden, een kleine 8 procent, maar wel door zich als vanouds zeer eurosceptisch en hooguit iets minder nationalistisch als de PVV te profileren. Daar word ik dus ook al niet vrolijk van.
Maar goed, ik heb vandaag dus wel gestemd en wel op het ‘elitaire’ GroenLinks, vertegenwoordiger van de happy few, die juist voor veel meer Europa zijn. Dat mag je natuurlijk ook niet zeggen, want we zijn kritisch en tegen het kapitalistische Europa. Ik voelde me de afgelopen weken dus ook weer eens flink eenzaam en merkte tot mijn schrik dat ik in de debatten die ik in de media volgde soms de neiging kreeg om de standpunten van de liberaal Neelie Smit-Kroes toe te juichen. Dat kan natuurlijk al helemaal niet. Nog vrolijker dreigde ik te worden van de optimistische visie van de overigens ook al liberale Belgische ex-premier Guy Verhofstadt en z’n pro-Europese pleidooi. Hoe haal ik het in mijn hoofd om überhaupt naar de standpunten van die verdoemde neoliberalen te luisteren, vroeg ik me dan weer af. Wat een verademing was het dus om de wel weer ‘linkse’ Maarten van Rossum bij Nova een fel pleidooi te horen houden voor een federalistisch Europa, Van Rossum die zo ongeveer de vlees geworden relativering is, maar die lekker ongenuanceerd voor een sterker Europa durfde te pleiten. Ik beleefde het als een verademing.
Verwarring alom dus in mijn hoofd, want ik ben zelf natuurlijk ook tègen dit Europa, althans tegen dit Europa van het Kapitaal. Ik blijf die toevoeging een nuancering vinden die essentieel is in het Europadebat. Europa moet veel socialer, moet veel democratischer, Europa moet geen Fort zijn en ik ben dus ook tegen dat neoliberale Europa, maar als internationalist weiger ik vervolgens voor een nationalistisch Nederland zijn (en alsof hier het sociale niet al jaren op de tocht staat). In de kern ben ik vòòr Europa. Maar waar moet ik dan politiek gaan staan als radicaal-links kwa standpunten in dezelfde hoek beland lijkt als uiterst rechts? Lijkt!
Mijn bezwaar tegen de anti-Europese campagnes vanuit radicaal-links is langzamerhand dat er weliswaar veel terechte kritiek is gespuid, maar dat er te weinig een alternatief wordt geschetst. Dat de alleen maar negatieve kritiek in wezen koren op de molen van een PVV is. Welk doembeeld is erger: een rechts-nationalistisch Nederland of een neoliberaal Europa? Er is geen ander perspectief dan een socialer Europa. Toch?
5 juni
Nog steeds zijn alle stemmen niet geteld, hoewel de opkomst slechts 37% lijkt te zijn. En opvallend is in ieder geval dat de twee meest uitgesproken pro-EU-partijen ook gewonnen hebben. Het loont dus kennelijk om niet alleen maar 'tegen' te zijn.