Skip to main content
  • 21 januari 2009

Werk Zacht

Rymke Wiersma

Als links anarchiste weet ik dat de economie grondig, zeer grondig zal moeten veranderen als we tot een betere, eerlijker maatschappij willen komen. Maar, eveneens als anarchiste ben ik ervan overtuigd dat veranderingen van onderop zullen moeten komen. Zonder een hele massa gemotiveerde individuen, die zin hebben om anders te gaan leven en die daarover met elkaar discussiëren en afspraken maken zal het niet (blijvend) lukken een andere economie op poten te zetten.
De keuzes die iedereen elke dag maakt, als je die bij elkaar optelt heet dat ‘economie’. Economen zijn slecht in voorspellen; economie is een onvoorstelbaar ingewikkeld proces. Rekenen is maar een deel van het vak. Inzicht in psychologische en sociologische processen is minstens zo belangrijk. Mensen die het gedrag van apen bestuderen zeggen opmerkelijk vaak rake dingen over gedrag van mensen, waar het gaat over zoiets als het vinden en verdelen van voedsel. Mensen zullen, net als andere apen, als ze de kans krijgen vooral proberen goed voor zichzelf te zorgen. Kijk naar filmbeelden van die gorilla (in een film van Bert Haanstra) die zo ‘grappig hebberig’ alle bananen probeert in te pikken, zijn armen vol, zelfs tussen zijn tenen probeert hij ze mee te slepen… Net als apen vinden mensen het daarnaast erg eng om af te wijken van de groep. Want dan lig je eruit, vaak. En hoe kom je dan aan eten, en vooral aan bescherming?
Overleggen over economie is belangrijk. Mensen kunnen dat, althans, de mogelijkheden liggen voor het oprapen. Maar èn de graaineiging, èn de angst om af te wijken zitten velen in de weg. Velen, en daarmee allen. Want doordat die velen blijven meelopen, doorgraaien, meedraaien, harder, sneller, totdat ze helemaal doordraaien en zijzelf èn de hele aarde uitgeput raken, is die zo verbazingwekkend kleine groep mensen die het echt anders wil, die daar stappen voor wil zetten, genoodzaakt wel heel heel hard aan de rem te trekken.
Ja, economie is belangrijk, daar kan niemens omheen. Maar het is geen losstaand vakgebied. Het heeft alles met het denken en het gedrag van mensen te maken.
Economie wordt doorgaans wel als een losstaand vakgebied gezien. En het zijn vaker mannen die zich erbij thuisvoelen dan vrouwen. Zelfs in zeer kritische kringen, met veel geëmancipeerde, feministische vrouwen,  lijkt dit nog op te gaan.

Bijvoorbeeld op de conferentie ‘De Omslag’ in Antwerpen op 16 januari, over de opbouw van een andere economie (www.economischegroei.net), daar waren vrouwen weer duidelijk in de minderheid. Van de pakweg 15 mensen die (afwisselend) op het podium te zien waren waren er slechts 3 vrouw. Ook buiten het podium zag ik duidelijk meer mannen dan vrouwen. Niet vijf keer zoveel, maar toch zeker twee keer zoveel, schat ik. Wat dus geen weergave is van de aantallen vrouwen en mannen in de samenleving. Is dat belangrijk? Nee uiteindelijk, ‘in laatste instantie’ niet – maar voorlopig toch wel. Het zet me aan het denken.
Hebben veel vrouwen net als ik zo’n haat-liefdeverhouding met economie? Of misschien eerder: vinden veel vrouwen economie een slaapverwekkend onderwerp? Eén ding is duidelijk, het is (en zeker niet op deze conferentie) geen complot van mannen, die vrouwen bewust zouden negeren of afhouden. Complex is het wel.

Er zijn in feministische kringen heus wel vrouwen met economie bezig, althans, er zijn veel vrouwen die er onophoudelijk voor pleiten dat meer vrouwen deel moeten gaan uitmaken van ‘de economie’. Alsof er onder die economie uit te komen valt! Was het maar waar. Zelfs de zwerfster die uit een vuilnisbak eet maakt er deel vanuit. Of ze wil of niet.
Elke keer, tien, twintig jaar lang of nog langer, als ik weer eens een nummer van ‘Opzij’ opensloeg werd er gehamerd op het belang van economische zelfstandigheid voor vrouwen. Niet door te pleiten voor de invoering van een wereldwijd basisinkomen voor iedereen, maar door vrouwen aan te manen om wat er ook gebeurt ‘de eigen broek op te houden’. Okee, het mocht (vast) ook een paarse tuinbroek zijn – hoewel de allergie voor dat kledingstuk ook in feministische kringen diep lijkt te zijn doorgedrongen.
Natuurlijk. Vrouwen moeten wat inkomen betreft niet anders worden behandeld dan mannen.
Maar de belangrijkste vraag wordt vergeten: is het op zich logisch/wenselijk/doelmatig/enzovoort dat volwassen mensen (v/m) in hun eigen inkomen voorzien? Dat ze zelfstandig (lees: concurrerend) hun geld bij elkaar rapen, graaien, verzamelen? Moeten vrouwen beter leren graaien? Is het niet logischer om werk en inkomen te scheiden? Het argument dat er dan niet genoeg gewerkt zou worden is niet houdbaar. Dat is alleen zo bij geestdodend werk, en dat werk zou al helemaal niet moeten bestaan. Voor creatief werk geldt het helemaal niet, en evenmin geldt het voor nuttig werk zoals groente kweken, ecohuizen bouwen en brood bakken. Werken is leuk zolang het in vrijheid gekozen is en niet in kantoren of aan de lopende band hoeft te gebeuren. En natuurlijk zonder bazen (v/m)!
Als er minder gewerkt wordt is dat juist goed. Denk aan het milieu. De dreigende klimaatveranderingen. Aan honger in (andere delen van) de wereld doordat bijna alles naar de rijke gebieden gesleept wordt. Een werkloze die de halve dag in bed ligt en een klein inkomentje heeft, en dus weinig kan consumeren, die vervuilt de wereld een stuk minder dan de hardwerkende burger. En door deze ‘zachtwerkende burger’ blijft er meer voedsel, drinkwater enzovoort over voor de mensen die nu gebrek lijden.
‘Wij betalen voor jouw uitkering!’
‘Maar jullie vervuilen mijn lucht!’
De harde werkers rijden in hun dikke auto’s van hot naar her, verkopen hun overbodige producten, vliegen om uit te rusten een paar keer per jaar naar verre werelddelen, kortom ze warmen mijn aarde op en verkleinen de kans op welvaart voor velen nu en in de toekomst.

De kritische mens (v/m) wenst niet mee te werken aan activiteiten waar zhij niet achter staat. Omdat er weinig verantwoord betaald werk is zal de kritische mens relatief vaak als het even kan baanloos door het leven gaan. Voor een laag inkomen (bijstand, of verdiensten uit een idealistisch bedrijfje) zal die kritische mens heel wat nuttigs aan de maatschappij bijdragen.
Die kritische mens kan heel goed een feministe zijn. Zelfs een die begint te gapen bij het woord ‘economie’.
Zonder het te weten misschien vormt zij een bouwsteen voor de verandering naar de zo nodige ‘andere economie’.
Haar hoeven we niet meer te bereiken.