Skip to main content
  • 10 oktober 2006

Fronsvrouw

Dé Hogeweg

De neplach van Gerrit Zalm echoot nog altijd na over het Binnenhofplein. Dat hoor ik elke ochtend als ik eroverheen fiets op weg naar mijn werk. Want jahaa, wat hebben we het goed, mensen. Allemaal - nou ja, bijna allemaal - aan de baan. De economie draait weer op volle toeren en we zijn BLIJ! Zalm voorop.

Sinds Prinsjesdag ben ik er eens op gaan letten: lachende op-weg-naar-hun-werk-gezichten. Dat het zo goed gaat met de economie moet dan toch vooral 's morgens te zien zijn.

Mijn woon-werkverkeer start in Voorburg-Noord. Vandaaruit rij ik met het fietsgetij mee tot aan het centrum van Den Haag. Daar is het eindpunt voor velen. Ik moet dóór, richting Kijkduin. Zo'n kleine honderd tweeverdienende vrouwen fietsen mij vanaf hier in tegenovergestelde richting tegemoet.

Als lemmingen van rotsen storten zij zich naar de Ministeries, de Paleizen, de Tweede Kamer, Het Torentje, het IJspaleis en het Gerechtshof. Ik ben een zalm tegen de stroom in.

In de pre-Prinsjesdagperiode beperkten mijn observaties zich tot motoriek, kleding en haardracht van de arbeidsters. Zij fietsen zonder uitzondering in grote haast. In kantooruniform van broekpak of kokerrok met kek gesneden jasje en verplichte hoge hakken. Het kapsel is tiptop gestyled. Als accessoire is de norm: een notebook in het kinderzitje achterop.

Tijdens menig ochtendritje mijmerde ik over de derde feministische golf, die momenteel gaande schijnt te zijn. Enerzijds woedt er nog altijd de strijd voor gelijke beloning voor gelijk werk, anderzijds is 'Dolle Zina' opgestaan: de migrantenvrouw die strijdt tegen cultureel en/of religieus gemotiveerde achterstelling van vrouwen afkomstig uit bijvoorbeeld het Caribisch gebied, Somalië, Turkije en Marokko. Alleen bij het Ministerie van Economische Zaken heb ik wel eens een Zina naar binnen zien gaan.

Bommoeders zijn ondertussen vrijwel verdwenen. Veel vrouwen willen het totaalpakket: carrière, man & kind. Maar als ze het uiteindelijk voor elkaar hebben, hebben ze nergens meer tijd voor.

Post-Prinsjesdag heb ik geen blije gezichten kunnen waarnemen onderweg. De vrouwen lijken zeer zeker niet na te mijmeren over hoe fijn de gelijke verdeling van huishoudelijk werk 's morgens thuis is. Toen ik er eens goed op inzoomde, zag ik maar één gezichtsuitdrukking. De frons. Na Dolle Zina is de Fronsvrouw opgestaan, de voorloopster van de vierde feministische golf.