Skip to main content
  • 21 februari 2006

Veligheid Über Alles

Harry Zevenbergen

Wanneer ik tot op de meest intieme plaatsen betast wil worden, neem ik wel een relatie. Ik hou bovendien niet zo van kortstondig, verkleden en ruig. Vrijdagavond voor station Holland Spoor was er echter geen ontkomen aan. Mannen en vrouwen in politie-uniformen gedroegen zich alsof ze zich in een darkroom bevonden. Ik werd door twee mannen en een vrouw belaagd.

'Armen spreiden en benen wijd,' sisten de mannen me toe. De vrouw keek toe vanaf een afstandje, waarschijnlijk wond dat haar meer op.
'Sorry, ik ben hier toevallig verzeild geraakt en ben niet op zoek naar een one-nightstand. Bovendien wanneer ik jullie een goede raad mag geven, zou ik wat subtieler te werk gaan. Zelf hou ik altijd wel van een rustige aanloop. Wat kaarsjes aan, een glaasje perensap, lekker muziekje en dan de stemming een beetje opbouwen.'

'Benen wijd professor!!' snauwde de vrouw die een paar stappen dichterbij was gekomen. 'Nee is nee. Hebben jullie dat nooit geleerd. Wanneer jullie zo doorgaan doe ik aangifte bij de bevoegde autoriteiten.' Ik wilde even zien hoe ze op een woord met vier lettergrepen zouden reageren. 'En nou bek dicht en uit elkaar die benen klootzak.' De ander schopte van binnenuit tegen mijn enkel.
Terwijl de eerste me overal begon te betasten. De vrouw stond met een zelfvoldane glimlach toe te kijken. Om me heen zag ik overal graaiende handen, kwade gezichten. Mensen op de grond liggen, met als agenten verkleedde perverselingen als aanranders op hun rug.

Mijn mannetjes lieten iets voor mijn ogen bungelen: 'Wat is dit.' 'Dat is mijn sleutelbos.' 'Waarom heb je daar zo'n lange sleutel aanzitten, daar kun je mensen mee verwonden.' 'Ja misschien. Maar ik doe er meestal mijn deur mee open.' Hij nam de sleutelbos in beslag en vroeg naar mijn ID-kaart. Ik had deze toevallig op zak en met het doorgedrongen besef dat het hier om perverselingen in functie ging, die bovendien handelden in opdracht van onze burgervader, besloot ik voor één keer aan te tonen dat ik de wijste was.
Hij keek ernaar en knikte dat ik kon gaan.
De vraag hoe ik nu binnen moest komen wuifde hij weg. 'Straks wordt ik nog door één van je collega's opgepakt wegens inbraak. Kan ik dan naar jou verwijzen? Wat is ja naam of je nummer? Hoe werkt dat bij jullie soort?'
Hij had zich ondertussen gewend tot een Marokkaanse jongen. Ik mompelde een onverstaanbaar fascist.