Skip to main content
  • 01 juli 2021

André Hazes 70 jaar

Rob Lubbersen

André Hazes zou op 30 juni dit jaar zijn 70e verjaardag hebben gevierd. Ware het niet dat hij op 23 september 2004 is overleden. Hij werd slechts 53. Op zijn geboortedag werd op NPO3 de hele avond aan ‘de Amsterdamse volkszanger’ besteed. Met terugblikken, documentaires en de registratie van zijn optreden in het Koninklijk Concertgebouw in 1982. Op zondagavond 4 juli volgt nog op tv de vertoning van de biografische film Bloed Zweet en Tranen. De Lidl herdenkt André zelfs met een heuse Hazes-kledinglijn. Op de radio hoorde ik André vergeleken worden met Elvis Presley en met de blueszanger BB King, waarmee hij overigens bevriend was. Al met al: flink wat eerbetoon. Dat is niet altijd zo geweest.

Huilebalkerij

Lovende woorden voor André Hazes zijn niet vanzelfsprekend. Er was een tijd dat 'het levenslied' of nog erger, de smartlap, geen genade kon vinden bij vooruitstrevend Nederland. Waarom was dat zo en wat is daar aan veranderd?

André brak door in de zestiger jaren. Het was een tijd van Koude Oorlog, atoombom-dreiging, bevrijdingsstrijd in de Derde Wereld, Vietnam, democratiseringsacties en opstand tegen de autoriteiten. Jonge mensen hadden wel wat anders aan hun hoofd dan provinciaal gejammer over liefdes, trouw en ontrouw, hertjes met reebruine ogen en moeders met gouden harten. De smartlap was een symbool van klein denken, vooral van klein. Een benepen wereldje van het IK met een verlangen naar één ander en naar mamma. Ordinair in de zin van 'laag bij de grond' en voor 'het gewone volk'. Het grijze-gehaktballen-klootjesvolk. Daar had socialistisch en communistisch links wel een probleem. De arbeidersklasse die uiteindelijk de rode revolutie moest voltrekken, maakte immers deel uit van dat volk. Dat maakte verketteren of bestempelen als 'ordinair' toch wat moeilijk. De uitweg was: negeren, net doen alsof het niet bestond. Ik herinner me dat dit ook de keuze was van de VARA, toen een tijd lang een behoorlijk linkse omroep.

Boycot

Smartlappen werden door de VARA niet gedraaid. Gert & Hermien, de Zangeres Zonder Naam, Heintje en André Hazes werden geboycot. Van mezelf herinner ik me dat ik wel een zwak had voor Corrie Konings, van Corrie en de Rekels, maar dat had weinig met haar liederenrepertoire te maken. De smartlap was een bijna reactionair fenomeen, huilebalkerij in een tijd dat er een Grote Strijd voor een Betere Wereld gestreden moest worden. Het levenslied paste niet bij de idealen van de jeugd van de sixties. Die zocht zijn muzikale heil eerder bij het protestlied van bijvoorbeeld Boudewijn de Groot, Armand, Barry McGuire, Bob Dylan of Donovan. En bij de uitdagende beat en ruige rock van Beatles en Stones.

Kentering

Rond 1990 deed zich een kentering voor. In kringen van links veroverde het levenslied zowaar enige erkenning. Het ging aarzelend. Voor sommigen begon het genre deel uit te maken van wat wel genoemd werd 'camp'. Een cultureel fenomeen dat je niet helemaal serieus neemt, maar waar je je toch gniffelend door laat meevoeren. Anderen ontdekten de overeenkomst met blues, dat was tenminste als kunstuiting van een onderdrukte minderheid net een slagje acceptabeler. Sommigen vielen voor de kwaliteit van de stemmen van zangers als André Hazes. Ook werd ontdekt dat de thema's en de teksten van de smartlappen soms toch wel uitdrukking geven aan echte persoonlijke emoties.

Nederlaag?

Dit alles viel samen met belangrijke gebeurtenissen in de Grote Wereld.

In 1989 viel de Muur. Het zogenaamde reëel bestaande socialisme stortte in. Het sovjet-blok verdween als alternatief voor het kapitalistische westen. Bovendien werd duidelijk dat het al decennia om een niet erg aanlokkelijk alternatief was gegaan. De meeste rode revoluties bleken op den duur méér armoede en onderdrukking te hebben gebracht. De generatie van de grote idealen gaf het op. Het postmodernisme brak definitief door. Dat betekende voor velen een afscheid van solidariteit en strijd. Er kwam meer aandacht voor het postmodernistisch detail, de kleine dingen, het gevoel, een persoonlijk geluk. Je directe omgeving, de kwaliteit van de je relaties, je eigen ervaringen kwamen meer op de voorgrond. De wereld, de ideologie, de arbeidersklasse weken voor het ik en het individu. Dáárbij paste een herwaardering van het levenslied. Sommigen zullen het een randverschijnsel van een nederlaag van links noemen, maar de hype-achtige revival van André Hazes in de negentiger jaren onder intellectuelen en kunstenaars was géén toeval en paste in zijn tijd.

Tegen die achtergrond is het fenomeen Hazes zoals opgevoerd in de film Bloed Zweet en Tranen extra interessant.

Levendig

In 2015 kwam de film Bloed Zweet en Tranen in omloop. Over drie episodes uit het turbulente leven van volkszanger André Hazes. De film geeft een prachtig en levensecht portret van de mens en zanger André Hazes.

De regisseur van Bloed Zweet en Tranen is Diederik Koopal. Hij maakte eerder de succesvolle Nederlandse komedie De Marathon. Een kraker over vier Rotterdamse mannen die de marathon in hun stad gaan lopen. Een film met veel humor, maar ook met verdriet. Bloed Zweet en Tranen is nog wat harder. Minder lach, meer traan. Diederik heeft ervoor gekozen niet het hele leven van André Hazes in beeld te brengen. Hij heeft er drie periodes uitgepikt. De eerste als André een jaar of tien is, zo rond 1960. In die tijd wordt hij hardhandig opgevoed door pa Hazes, maar ook als zangertje ontdekt door de tv-komiek Johnny Kraaykamp. De tweede episode speelt rond 1980 als André doorbreekt van kroegartiest tot volkszanger. Met dank aan Tim Griek – platenbaas, manager en vriend. De derde periode gaat over de nadagen van André, kort na 2000. Over zijn tomeloze drankzucht en zijn stormachtige huwelijk met Rachel. En over zijn dood in 2004.

De verschillende levensfasen zijn niet op een rijtje gezet, maar door elkaar heen gesneden. Dat vergroot de levendigheid van de film die toch al niet over een Saaie Piet gaat.

Formidabel spel

Eigenlijk kun je je geen beter portret voorstellen van de mens en zanger André Hazes dan deze Bloed Zweet en Tranen. Dat is niet alleen een verdienste van Diederik Koopal. Ook de acteurs en actrices leveren formidabel werk. Martijn Fischer is een weergaloze André. Hij toont de mens in André en zingt ook al diens liedjes alsof hij nooit is heengegaan. Hij heeft daarvoor trouwens 2,5 jaar kunnen 'oefenen' in de musical Hij Gelooft In Mij. Door 700.000 mensen bezocht. Ook Hadewich Minis speelde in musical. Zij zorgt in de film voor een rake vertolking van de rol van Rachel. Tim Griek wordt professioneel gespeeld door Fedja van Huet. Aparte vermelding verdient zeker Raymond Thiry die als pa Hazes met zijn rauwe vogelkop en Brylcreem-plakhaar een uiterst onaangenaam vijftigerjaren-mannetje neerzet.

Leugens?

Over de historische juistheid van de film is enige discussie ontstaan. De chauffeur van André heeft het over “leugens”. De film zou te veel de visie van Rachel vertonen, André's laatste vrouw. En ja, zijn tweede vrouw komt nauwelijks voor en zijn eerste al helemaal niet. Dat geldt eveneens voor de kinderen uit die huwelijken. De film is inderdaad geen volledige biografie. Maar wat we wél te zien krijgen, is heel authentiek en meer dan de moeite waard. De ruim 250.000 bezoekers in de eerste maand na de première van de film schijnen dat ook te hebben gevonden. Dus: kijken op 4 juli om tien voor half negen op NPO3!