Skip to main content
  • 19 augustus 2025

Bewustzijn

Rob Lubbersen

Op 10 augustus 2025 schreef ik op Solidariteit.nl een column met als titel “Hoop?”. Daarin wierp ik de vraag op hoe het toch in vredesnaam mogelijk is dat de halve wereld geregeerd wordt door hele halve garen. Door uitbuiters en onderdrukkers als Trump, Netanyahou, Poetin en nog heel wat meer van dat soort lieden. Ze zijn gekozen of worden getolereerd door soms flinke meerderheden van de bevolking in hun land. Dat is inclusief een groot deel van de arbeidersklasse, die ons toch door socialisten en communisten is voorgehouden als een kracht die uiteindelijk bevrijding van oorlog en ellende zou brengen. Wat is er mis?

In mijn column wees ik onder andere op de beroemde uitspraak van Karl Marx: “De ideologie van iedere maatschappij is de ideologie van de heersende klasse.” De ideeën van de kapitalisten, de wapenhandelaren en de rest van de elite domineren de maatschappij en dus ook de ideeën van de arbeiders. Mooi, klaar is Karl! Het aanhobbelen achter foute en machtige mannen door veel mensen is verklaard. Of toch niet? Marx was een wetenschapper die het gewicht van belangentegenstellingen niet onderschatte. En in talloze opzichten hebben de ‘gewone mensen’ belangen die staan tégenover die van de heersende klasse. Als het gaat om oorlog en vrede, werk en inkomen, wonen en woonomgeving dan staan de behoeften van de arbeiders vaak lijnrecht tegenover de verlangens van de rijken en machtigen. En dat betekent dat de werkende mensen zich af en toe wel móeten losscheuren van de heersende ideologie. Soms een beetje, bij stakingen tegen de ondernemers, soms een beetje veel, bij opstanden en revoluties. De econoom Ernest Mandel heeft erop gewezen dat periodes van relatieve rust soms tientallen jaren kunnen duren, en in die periodes accepteert ‘het volk’ de elite, maar de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal staat bijna garant voor botsingen waarbij de leiders en hun opvattingen eens weer ter discussie komen. (*) Dat betekent dat de tegenstanders van oorlog, uitbuiting, onderdrukking en milieuvernietiging geduldig moeten blijven ijveren voor hun idealen. Ze mogen hun vertrouwen in ‘de massa’ niet te snel opgeven.

Overigens is er nog een beroemde uitspraak van Marx, die op het eerste gezicht een andere boodschap bevat dan die over de ideologie. “Het is niet het bewustzijn der mensen dat hun zijn, maar omgekeerd, hun maatschappelijk zijn dat hun bewustzijn bepaalt.” Dat is door menige kameraad in het verleden opgevat als: het bewustzijn van de arbeider wordt bepaald door zijn sociaaleconomische positie en die is tegengesteld aan die van de bedrijfseigenaren en anderen die het voor het zeggen hebben, dus dat zit wel goed. Maar net als bij de kwestie van de ideologie kom je er ook in dit geval bij Marx niet zo makkelijk vanaf. Onder maatschappelijk zijn moet namelijk niet alleen de onderliggende positie en van daaruit zijn of haar strijdbaarheid worden begrepen, maar óók de aan die positie verbonden ondergeschiktheid, de gewenning daaraan, de vervreemding en zelfs verruwing. Het dagelijkse bestaan in een onderneming of instelling zorgt zo voor disciplinering en in toom houden van de arbeidersklasse. Ook wat betreft hun opvattingen. Dat vormt een geweldige aanvulling op de indoctrinatie via school, kerk, leger en de massamedia. Aan die invloeden moet constant tegenwicht worden geboden. Ernest Mandel maakt duidelijk dat dit noodzakelijk is, maar waarschuwt: verwacht er niet te snel te veel van.

In navolging van Marx en Trotsky stelt Mandel dat de meeste mensen leren in actie. Strijd geeft een boost aan het bewustzijn. In de actie voor de eigen belangen leren de mensen wie hun vrienden en vijanden zijn en schudden zij hun ‘vals bewustzijn’ af. Dan vervangt solidariteit onderling gekissebis en kán het besef doordringen dat een andere maatschappij wenselijk en mogelijk is. Een maatschappij zonder uitbuiting en onderdrukking. Daar zal waarschijnlijk wel een revolutie voor nodig zijn. En dat inzicht dringt zich niet vanzelf op, dat komt niet uit de lucht vallen. Mandel zegt daar o.a. over dat het kapitalisme geen modelschool is en de werkende mensen niet automatisch de doeleinden en vormen van zelfbevrijding spontaan leren doorzien en gebruiken. De tijd, dat wil zeggen de omstandigheden, moet wel rijp zijn. De tegenstellingen in het kapitalisme moeten naar een hoogtepunt groeien, want de strijd van brede massa’s ontbrandt alleen maar naar aanleiding van ‘levenskwesties’. Pas in de revolutionaire activiteit kan het veranderen van de mens met het veranderen van de omstandigheden samenvallen. Dan is er hoop op een betere wereld…

(*) Ernest Mandel – Lenin en het probleem van het proletaries klassebewustzijn. SUN Nijmegen 1970.