-
13 februari 2018
Witte agenda
Na 'Hallo witte mensen' van Anousha Nzume vorig jaar en 'Witte onschuld' van Gloria Wekker afgelopen maand, ben ik 'Alledaags racisme' van Philomena Essed uit 1984 aan het herlezen. Daarin staan gewoon al de dingen die de latere schrijfsters ook naar voren brengen. Misschien een tikje voorzichtiger, nog niet helemaal de brutaalheid van Nzume, een boek waar ik ronduit vrolijk van werd met dat mengsel van doordachtheid met een beetje peper.
Het boek van Gloria Wekker is wetenschappelijk(er) en daardoor wat taaier. Maar ook dat moet je gewoon gelezen hebben, of laten we zeggen: minimaal het inleidende hoofdstuk waar alle concepten ingeleid en uitgelegd worden, plus hoofdstuk zes waarin ze de receptie van de eerdere Engelstalige versie van het boek in Nederland beschrijft.
Daar word je niet vroilijk van, van die vooral witte, nogal vaak mannelijke opiniemakers die gewend zijn dat er naar ze geluisterd wordt. De nieuwe boeken hebben een uitgebreider idioom met begrippen als witte onschuld (white innocence), witte lichtgeraaktheid (white fragility), wit privilege. Als term komen die in het boek uit 1984 niet voor, maar als verschijnsel wel degelijk.
En die verschijnselen zijn de wereld nog niet uit, kijk dus naar de receptie van de boeken in de media. Die nogal wit zijn. Instemming, maar ook veel gesputter. Niet alleen door lieden waarvan op allerlei manieren bekend is dat ze wat racistische trekjes vertonen, maar ook door goedwillende witten, meer of minder goedwillend. Althans dat vinden ze zelf. Wat de sputteraars over het hoofd zien is dat ze te laat zijn.
Vind je een term als 'witte lichtgeraaktheid' onnodig of wat overdreven? Dan ben je er misschien wel een voorbeeld van. Wil je niet aan de term 'wit' maar wil je 'blank' ook blijven gebruiken? Jammer voor je, je gaat daar niet over. Wil je ook een term als 'neger' nog wel af en toe kunnen gebruiken? Daar kom je mee in een kamp terecht waar je niet dood aangetroffen wilt worden, toch?
Antiracisme bestaat in allerminimaalste vorm uit het uit willen bannen van iedere verwijzing naar ras. Alleen: dat is de utopie, daar zijn we nog niet direct. Tot het zover is bestaat antiracisme voor witten uit het ontwikkelen van net zo'n grote gevoeligheid voor racistische dingetjes als niet-witten 'vanzelf' ontwikkeld hebben. 'Vanzelf' staat tussen aanhalingstekens, want het is een teken van racisme in de omgeving als je dat ontwikkelt. Zoals je vanzelf leert lopen in een wereld waarin de zwaartekracht bestaat, zo ontwikkel je ook vanzelf een antenne voor racisme in een wereld waarin je racisme ondervindt.
Vanzelf, dat is: automatisch, je moet wel, uit zelfbehoud. Alleen witten in een goeddeels witte omgeving kunnen net doen alsof racisme niet bestaat, kunnen onoplettend zijn, kunnen de onschuld spelen.
Meerderheden kunnen dat.
Machtigen kunnen dat.
Machtige meerderheden kunnen dat.
Witten kunnen denken dat zij de opiniemakers zijn, dat hun meningen er zeer toe doen, dat zij meebeslissen over de gebruikte terminologie. Vandaar het gesputter, gekritiseer, de boodschappers de schuld geven, soms de hakken in het zand.
Helaas, te laat, jullie tijd is voorbij, jammer dan, kom er maar mee in het reine. De agenda wordt niet meer door de witten bepaald. En dat werd tijd.