-
11 april 2008
Homostrijd en het nieuwe racisme
Vroeger was alles heel duidelijk: je had extreem rechts en die rotzakken waren niet alleen racistisch, ze waren tegen homo's en vonden dat vrouwen maar één recht hadden, het welbekende aanrecht. Bij uiterst rechts zag je eigenlijk steeds dezelfde eigenschappen terugkomen: racistisch, antisemitisch, anti-feministisch; overtuigd van de westerse, blanke superioriteit.
Met het nieuwe racisme lijkt het op het eerste gezicht een stuk ingewikkelder. Dat begon al met Fortuyn. Kent u hem eigenlijk nog? Wilders en Verdonk hebben hun kale voorganger al weer een beetje doen vergeten. Zij zijn te ijdel om te refereren aan Pim - zij refereren liever aan zichzelf. Maar Fortuyn is cruciaal geweest voor de ontwikkeling van het islamofobische, rechtspopulistische vertoog in Nederland. Fortuyn had zo'n benepen beeld van DE islam dat hij zich als geëmancipeerde homoseksuele man, persoonlijk bedreigd voelde. 'Ik ben in de ogen van die moslims lager dan een varken meneer. U denkt toch niet dat ik de emancipatie van homo's nog eens over wil doen?'
Fortuyn vond het prachtig te pronken met het feit dat hij met Marokkaanse jongetjes het bed deelde. Overigens blijkt uit zijn autobiografie dat hij juist de voorkeur had voor blonde jongens met blauwe ogen - dat is dus wel weer typisch. Die Marokkanen waren misschien leuk voor in bed, verder moest Fortuyn er niks van hebben. Hij zette zijn homoseksualiteit in als politiek wapen tegen de islam. Het boek dat hij over de islam schreef in 1997, tegen de islamisering van onze cultuur, had als ondertitel: Nederlandse identiteit als fundament. En bij de Nederlandse identiteit hoorde de 'emancipatie' van homo's en vrouwen en dat was iets om trots op te zijn. Zo werd de gelijkheid van homo's en vrouwen - een relatief nieuw en vooral ook onvolmaakt fenomeen in de Nederlandse samenleving - opeens verheven tot de kern van de Nederlandse cultuur.
Homodiscriminatie en achterstelling van vrouwen: het zijn in het nieuwe racisme stokken om moslims mee te slaan. En allerlei rechtspopulisten maken daar gretig gebruik van. Kent u bijvoorbeeld Elsevier-columnist Gerry van der List? Van der List was in 1998 nog Volkskrant columnist, ten tijde van de Gay Games in Amsterdam. Een column van zijn hand over dat festijn heette: Een Amsterdamse orgie, en in de column ging Van der List flink tekeer tegen de homoseksuele medemens: homo's vond hij griezels en viezerds die, omdat ze geen kinderen kregen, de hele dag de tijd hadden om een obsessie met seks te ontwikkelen. Publieke, zichtbare homoseksualiteit was onbeschaafd en moest worden teruggedrongen. 'Laat ze zich terugtrekken in hun darkrooms', schreef Van der List! 'Opgeruimd staat netjes!'
Tegenwoordig is diezelfde Van der List een groot verdediger van de homotolerantie! Waarom? Omdat hij daarin een argument in handen heeft voor zijn politieke doel: de moslimgemeenschap tot assimilatie dwingen.
Zoals het vroeger duidelijk was wat racisten vonden en wilden, was het linkse project ook redelijk helder. De strijd tegen racisme ging hand in hand met de strijd tegen homofobie en voor het feminisme! Voor een groot deel van links was de emancipatiestrijd van homo's en vrouwen verbonden met de strijd tegen racisme. En logisch ook, want die verschillende gebieden van strijd hebben met elkaar gemeen dat ze de uitsluiting van bepaalde groepen tegen willen gaan. Racisme was in de ogen van links het gevolg van hetzelfde koloniale, patriarchale, kapitalistische systeem dat de achterstelling van vrouwen en de discriminatie van homo's, lesbo's, bi's en transseksuelen veroorzaakte.
Natuurlijk is wat ik hierboven beschrijf een ideaalbeeld. Links is altijd tot op het bot verdeeld geweest over deze onderwerpen, en is dat nog steeds. De SP bijvoorbeeld, die de strijd om de hegemonie binnen Nederlands links heeft gewonnen, is er voor 'de gewone man' - wie dat ook is. Die SP hoor je dus zelden - uitzonderingen daargelaten - over de emancipatie van vrouwen, homo's en moslims. Maar toch is het vandaag meer dan ooit nodig om de verschillende gebieden van politieke en sociale strijd met elkaar te verbinden - en juist de SP kan daar een rol in spelen. Laten we bouwen aan een antiracisme-beweging waarin de strijd tegen islamofobie wordt verbonden met die tegen homofobie en tegen de ongelijkheid van mannen en vrouwen. Doen we dat niet dan heeft de strijd voor emancipatie weinig zin.
Dat gaat niet vanzelf. Om te beginnen moeten we tegenwicht bieden tegen de manier waarop populistisch rechts, inclusief de VVD, homo-emancipatie gekaapt heeft voor de eigen doelstellingen. Laten we ons luid en duidelijk uitspreken voor die strijd en onze eigen idealen en doelen formuleren als tegenwicht tegen de beperkte en eenzijdige opvattingen van rechtse populisten. Emancipatie is meer dan het neoliberale individualisme van Wilders, Verdonk en Fortuyn. Voor werkelijke emancipatie hebben we elkaar in de samenleving nodig; hebben we gemeenschappen nodig waar mensen op elkaar terug kunnen vallen. Het zijn juist die gemeenschappen die de neoliberalen en populisten kapot maken.
Vervolgens moeten we, zonder de mythe te bevestigen dat homofobie en seksisme enkel en alleen in de moslimgemeenschap voorkomen, ons solidariseren met die individuen en groepen binnen onder andere de islamitische gemeenschap die opkomen voor de rechten van seksuele minderheden en vrouwen. Zij verdienen onze steun! En zij hebben er alle belang bij dat de strijd tegen islamofobie gewonnen wordt, want die islamofobie werkt als een verstikkende deken over de samenleving.