-
17 april 2023
Dachau, na 90 jaar
Heb me maar eens als lid aangemeld van de 'Lagergemeinschaft Dachau'. Oom van me is in dat kamp vermoord in april '45, mijn vader zat er toen - onwetend daarvan - vlakbij in een tuchthuis. Ze scheelden een paar dagen. Mijn vader kwam zes weken later thuis.
Ben er wel eens een paar dagen geweest. Was er niet weg te slaan - het SS-kwaad is er namelijk ongelofelijk en verbazend grondig verwijderd, weggebrand, met wat je misschien het best 'moreel zwavelzuur' kunt noemen. Er zaten ruim 200.000 mensen gevangen, van wie er 41.500 daar werden vermoord of stierven.
Je vindt er buiten geen spoor van misdaad of ellende meer, totaal anders dan in Auschwitz. Voordeeltje voor Dachau: het was nooit een vernietigingskamp, al was er wel een crematorium. Het kamp herbergde 'gewoon' politieke vijanden van de nazi's, en toen in maart 1933 waren dat de communisten en socialisten, weinig 'Joden'. Je had er in die tijd een hard regime, pesten, ondervoeding, uitbuiting en rechteloosheid, en waarschijnlijk vaak een pak slaag, maar je kwam er wel weer zomaar uit na een paar weken. Of na enkele maanden. Zonder proces, uiteraard. Later niet meer.
Bij mijn bezoek van enkele dagen in de zomer van 2013 dwaalde ik er alleen urenlang rond, vrijwel de hele tijd met open mond van verbazing, en vergat de sluitingstijd. Ik merkte wel dat er eind van een middag al een tijdje een man achter me aan sjokte, op beschaafde afstand, die kennelijk iets van me wou, maar ik begreep niet wat, zo rond half zeven 's avonds. Het kamp sloot om vijf uur - ik merkte niks. Hij wou gewoon naar huis, het hek achter hem sluiten, maar dorst het me niet te zeggen, zo legde hij me uit toen ik hem maar eens aansprak. Prachtige houding.
Wat me vooral trof daar, was de leegte, de rust, de ruimte. En zoals mijn vriendin meteen zeI: de sereniteit. Al die ellendebarakken zijn weg, er is een schone, grijze vlakte. Geen honden, leeg blikje of maar één propje te zien - zelfs geen vogels. Op dag twee of zo ontdekte ik dat er maar liefst vier religieuze bouwsels staan: een katholieke van rivierstenen, gewoon 14 m rechtop en half open, een Joodse met een trap naar beneden naar een soort duister vagevuur, een ondergrondse protestante van beton, vrij vriendelijk met een kerkzaaltje en voorlichting, en een prachtige, barokke Russische-orthodoxe kapel van hout. Dat is pas een juichend gebouwtje.
Hoewel er ook hindoes en waarschijnlijk ook boeddhisten in het kamp zaten, vind je niets van hen. Met een eigen ingang naar het kamp zit er sinds de jaren '60 ook een klooster van de - let op - 'ongeschoeide kamelietessen'. Zelfde orde als Titus Brandsma, die hier vermoord werd. Ik moet vlak langs zijn plek gelopen zijn.
Brandsma was professor doctor, priester en pater karmeliet, mysticus, voormalig rector van de universiteit van Nijmegen, en tijdens de oorlog in Nederland openlijk propagandist tegen de nazi's voor de katholieke journalisten. Hij is dan ook al in juli 1942 na een half jaar daar vermoord door een injectie direct in zijn hart. Van hem is overigens bekend, dat hij zelfs in Dachau nooit één nazi heeft veroordeeld. Hij heeft buiten het kamp zelfs een straat: de 'Titus-Brandsmaweg'.
Ik heb die helemaal afgelopen. Niet al te moeilijk, want die is 40 m lang. Die komt uit op - ik ben niet jaloers - de Pater-Roth-Strasse. Heb het even opgezocht: deze Duitse priester zat ook gevangen in Dachau (43-45), werkte er als verpleger o.m. in de typhusbarak, na de oorlog als zielzorger voor de vm. SS'ers daar en later voor vluchtelingen in het kamp. Roth leefde tot 1960. Hij kreeg beschuldigingen van homosexualiteit - wat onder de nazi's en tientallen jaren daarna nogal zwaar lag. Hij pleegde zelfmoord. Zijn straat is 700 m. lang.
In de componistenwijk in het dorp vind je nog steeds geen Mendelssohn-straat. Ik heb daar in 2013 wel een raadslid op aangesproken.
Joodse straatnamen blijven er überhaupt zeldzaam. München heeft wel Mahler- en Mendelssohnstraten.
Het blijft opletten...