-
16 januari 2008
Vergelijkbaar met een trekje van een sigaret?
Weet u het nog toen het onderwerp ‘verarmd uranium’ aan de orde kwam bij de parlementaire enquête over de Bijlmerramp in 1999? Een deel van dit radioactieve zware metaal dat verwerkt zat in het El Al ramptoestel als contragewicht in de vleugels kon niet meer worden teruggevonden. Hoogstwaarschijnlijk verbrand. Een woordvoerder van het Energieonderzoekscentrum (ECN), Dr. Keverling Buisman, vertelde de enquêtecommissie dat als er uraniummetaal was verbrand de gevolgen vergelijkbaar zouden zijn met een trekje van een sigaret. Dezelfde uitspraak werd in augustus 2003 nog eens herhaald door de forensisch toxicoloog Dr. Freek de Wolff in NOVA. Beide heren hadden nooit enig onderzoek verricht naar de effecten van verarmd uranium(oxiden) en hadden hun antwoord al klaar. Hun boodschap was dat het niets iets was om je druk over te maken. Of toch wel?
Al in 1998 kwam de radiobiologe Dr. Alexandra Miller als leider van een onderzoeksteam van het Armed Forces Radiobiology Research Institute (AFRRI), gelieerd aan het Pentagon, tot de conclusie dat verarmd uranium potentieel carcinogeen is en tumoren opwekt. In de jaren daarna werden die aanwijzingen steeds duidelijker en werden de onderzoekers ook verrast door de snelheid van het ontstaan van de tumoren na blootstelling aan het uraniumstof. Meer recent werd die waarneming ook bevestigd door onderzoek van toxicologen. Miller’s hypothese is dat er een samenspel is tussen de chemisch giftige en radiologische effecten en dat die elkaar versterken (zogenaamde synergetische effecten). De aanwijzingen daarvoor stapelen zich op. Het wordt steeds duidelijker dat het risicomodel voor gezondheidseffecten van verarmd uranium die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt toegepast al lang en breed is achterhaald. Ook het feit dat de hersenen een doelorgaan is van uranium is nog niet in dit biokinetische model opgenomen.
Een recent onderzoek onder leiding van de Brit Randall Parrish nabij een reeds meer dan 25 jaar geleden gesloten uraniummunitiefabriek in de Amerikaanse staat New York laat zien hoe verontrustend persistent stofdeeltjes verarmd uranium zijn. Net als in Irak worden onder oud-werknemers en omwonenden van de fabriek normaliter zeldzame kankers en andere ziektes gesignaleerd. Een oorzakelijk verband met blootstelling aan verarmd uranium is nog niet vastgesteld, omdat onderzoek volgens de Amerikaanse overheid niet nodig was. Parrish stelt terecht vast dat medisch onderzoek dringend gewenst is.
Nederland stemde als één van de weinige landen (met de VS en Israël) tot twee maal toe tegen een recente VN-resolutie waarin wordt opgeroepen de effecten van verarmd uranium nader te onderzoeken. Nederland had vooral moeite met de term ‘potentieel carcinogeen’, waarvan volgens de WHO geen sprake van is. Op initiatief van de SP en de PvdA komt er 14 februari a.s een hoorzitting over verarmd uranium in de Tweede kamer. Mogelijk komen daar spreken een voormalige toponderzoeker bij de WHO uitleggen dat de WHO gevoelig is voor politieke druk uit de VS om onwelgevallige wetenschappelijke bevindingen weg te laten en het hoofd van de afdeling oncologie van het Al Sadr ziekenhuis in Basra, Irak. Hoe dan ook, als alles volgens plan verloopt, komen zij en andere sprekers in elk geval aan het woord in Amersfoort, donderdagavond 14 februari. Let op de aankondiging komende week op de website van de Stichting Laka.