-
18 juli 2019
Kernwapens op het slagveld?
Afgelopen week zei de door Donald Trump voorgedragen kandidaat voor het voorzitterschap van de Joint Chiefs of Staff dat hij de ontwikkeling en inzet van een zogenaamde “low yield” kernkop ondersteunt als onderdeel van de strategische afschrikking. Het betreft hier de inzet van een zogenaamde W76-2 kernkop, waar in Trump's Nuclear Posture Review (2018) toe wordt opgeroepen. Anders dan de al bestaande kernkop W76-1 van 100 kiloton heeft deze kernkop een explosieve kracht van minder dan 10 kiloton. De productie van de W76-2 voor de Trident II (D5) ballistische raketten die ingezet kunnen worden aan boord van kernonderzeeërs van de Ohio-klasse is begonnen.
Bijna de helft van de Amerikaanse voorraad “low yield” kernwapens heeft de vorm van “zwaartekrachtbommen” of zogenaamde “airdrop” (vanuit de lucht gelanceerde) bommen die B61’s worden genoemd. Ze liggen ook op vliegbasis Volkel opgeslagen.
Een “low yield” of “laag rendement” kernwapen behoort tot de klasse van “tactische” kernwapens. Dat is een categorie kernwapens die ontworpen is voor gebruik op het slagveld. Ze hebben een kleinere explosieve kracht dan de strategische kernwapens, die ontworpen zijn om ver van het oorlogsfront vijandelijke militaire bases, steden, wapenfabrieken en andere doelen te vernietigen. Er is geen nauwkeurige definitie van “tactische” kernwapens, noch wat betreft bereik, noch wat betreft de explosieve kracht van het kernwapen.
Een kernbom of kernwapen wordt gemeten in termen van zijn explosieve kracht (TNT), waarnaar wordt verwezen in termen van “tonnen”, “kilotonnen” en “megaton”. Ofschoon de explosieve kracht van tactische kernwapens over het algemeen lager is dan die van strategische kernwapens, zijn ze nog steeds erg krachtig. Ter vergelijking met een 500 ponder conventionele bom die wordt gedropt door bommenwerpers: “low yield” kernbommen kunnen variëren van 100 ton (0,1 kiloton) tot 10, 20 of 50 kiloton. De explosieve kracht hiervan kan zich makkelijk meten met de kernbommen die de VS na het einde van de Tweede Wereldoorlog op Nagasaki (20 kiloton) en Hiroshima (15 kiloton) hebben laten vallen. Door de variabele grootte van “low yield” kernkoppen kunnen dit soort kernwapens ook strategisch worden ingezet. Zo zijn er ook strategische versies van de B61. Terwijl de laagste selecteerbare kracht van een tactische B61 type kernbom 300 ton is, kent de strategische versie (model 7) 4 sterkten met een maximum van 340 kiloton.
De nieuwe B61 , de B61 mod 12 of B61-12, wordt vanaf 2020 in gebruik genomen, en gaat de oudere typen vervangen, waaronder die op vliegbasis Volkel. De explosieve kracht van het nieuwe model kan oplopen tot 50 kiloton.
In tijden van crisis wordt eerder gegrepen naar een kernwapen van 10 ton dan naar een kernwapen van 100 kiloton. Het bestaan en de inzet van “low yield” kernwapens vormen dus een gevaarlijke aanmoediging om kernwapens daadwerkelijk op het slagveld te gebruiken. Met gelijke bewapende tegenstanders brengt dat het gevaar met zich mee dat het conflict voorbij de verwachte grenzen escaleert, van tactisch naar strategisch. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren als de crisis tussen de VS en Rusland zich verder verdiept. Het gebruik van een “low yield” kernwapen in een regionale oorlog, bijvoorbeeld in Oekraïne, kan zomaar uitmonden in een wereldoorlog.