-
18 december 2005
Europa laat niet met zich sollen
'Kleed je uit,' zegt hij tegen een jongen in een hemd die staat te trillen van kou en angst. De jongen begrijpt het niet en blijft een minuut lang bewegingsloos staan. ‘What"s the problem,’ schreeuwt de carabiniere en geeft hem een klap in het gezicht. De vluchteling, bleek en mager als een skelet, trilt. Er volgt nog een klap. Alle mensen die op dat ogenblik naakt voor de carabinieri staan, krijgen klappen. Een rij van zes asielzoekers moet door de groep heen op weg naar de kooi. Ook zij krijgen hun ratsoen klappen. Vier carabinieri geven ieder vier klappen per hoofd. Dan komt opeens de brigadier binnen die ‘s middags Mussolini imiteerde. Hij corrigeert niemand en vraagt aan zijn collega in burger: ‘Is dat de man die jou problemen bezorgt?’ Hij deelt een volle vuistslag uit en raakt het borstbeen van de magere jongen (...) Een half uur lang weerklinken de klappen in de lucht. Eindelijk bemerkt een blond meisje van de politie het. ‘Maarschalk,’ zegt ze nerveus, ‘gaat u even kijken wat uw jongens aan het doen zijn, want ik zie te veel handen in beweging.’ De maarschalk kijkt om de hoek en voegt zich bij de andere carabinieri. ‘Eh, jongens, denk eraan.’ Ze beginnen allemaal te lachen.'
Aldus het verslag van Fabrizio Gatti, verslaggever van het Italiaanse weekblad L’Espresso, die zich voordeed als Koerdisch vluchteling, zich uit de zee liet opvissen en opsluiten in het tijdelijk asielzoekerscentrum op het eiland Lampedusa, tussen Libië en Sicilië. Zijn verhaal lijkt een verslag uit de voorportalen van de hel, met wrede bewakers, mishandelingen, vernederingen, onmenselijke leefomstandigheden, miserabele hygiëne, angst, onzekerheid, honger, dorst en ontberingen.
Hoe anders was het toen een delegatie van het Europees Parlement enige tijd daarvoor het opvangkamp bezocht. Er waren slechts 11 vluchtelingen aanwezig, de barakken waren fris gewassen en geschilderd, op de muren hingen keurige posters met de rechten van de asielzoekers. Eén grote cover up operatie van de Italiaanse autoriteiten, zo concludeerden de europarlementariërs. Het verslag van Gatti bevestigde later hun vermoeden.
Lampedusa is maar één van de frontlijnplekken waar de botsing tussen het rijke, afgeschotte Europa en de realiteit van perspectiefloosheid, armoede en onderdrukking die grote delen van de wereld teistert, plaatsvindt. De afgelopen maanden werden de media overspoeld met beelden en verhalen uit Lampedusa, Ceuta en Mellila. Deze Europese enclaves op Noord-Afrikaanse bodem vormen de toegangspoort tot Europa. Tenminste, als vluchtelingen de gebieden weten te bereiken. Want de enclaves zijn de afgelopen jaren omgebouwd tot ware militaire sperzones, met muren van prikkeldraad, elektronische sensoren, camera’s, en tot de tanden gewapende mobiele patrouilles. Toch proberen de vluchtelingen dag in dag uit, in kleine groepjes of met massale stormlopen, de grenzen te slechten. Vaak met fatale gevolgen.
Extreem geweld
In de enclaves worden zo ongeveer alle internationale verdragen met de voeten getreden. De behandeling van de ‘gelukkigen’ die het vluchtelingenkamp Lampedusa op Italiaanse bodem wisten te bereiken spreekt boekdelen. Van toegang tot een asielprocedure is geen sprake. De regeringen van Spanje en Italië gaan steeds vaker over tot massale deportaties van de vluchtelingen naar landen als Libië, Marokko en Tunesië, waar geen asielopvang bestaat en schendingen van de mensenrechten aan de orde van de dag zijn. Deze landen dumpen de door de Europese Unie gedeporteerde vluchtelingen zonder pardon weer in de woestijn, zoals in het niemandsland tussen Algerije en Marokko. Onder hen zwangere vrouwen en kinderen, net als de anderen geboeid en verstoken van eten of drinken in bussen geladen en naar de grens getransporteerd. Alleen hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen bekommeren zich om hen. Duizenden van de gedeporteerde vluchtelingen zijn nog steeds spoorloos verdwenen. Van degenen die Artsen zonder Grenzen wel wist te traceren verkeerden de meesten in erbarmelijke omstandigheden, uitgehongerd en uitgedroogd, verwond door de prikkeldraadversperringen, knuppelslagen, hondenbeten en rubberkogels. Een kwart van alle door Artsen zonder Grenzen behandelde vluchtelingen bleek het slachtoffer van extreem geweld door de autoriteiten, aldus een rapport van de organisatie.
De Europese Unie zwijgt ondertussen in alle talen. Op vragen uit het Europees Parlement stelde de Europese Commissie doodleuk dat hen niets was gebleken van schending van de vluchtelingen- en mensenrechtenverdragen door Spanje, Italië en Griekenland. Bovendien was de handhaving van het Vluchtelingenverdrag geen bevoegdheid van de commissie, maar de competentie van de lidstaten. Ook de Nederlandse regering wast haar handen in onschuld. Minister Verdonk verklaarde in oktober vorig jaar nog doodleuk - want ook toen signaleerden mensenrechtenorganisaties al grove schendingen van het vluchtelingenverdrag – dat de Italiaanse autoriteiten haar hadden verzekerd geheel conform de Italiaanse wet- en regelgeving te handelen. Verdonk zei ‘geen enkele reden hebben te twijfelen aan de juistheid van beweringen van de Italiaanse autoriteiten’.
Een maand geleden sprak de Kamer opnieuw met de minister over de misstanden aan de Zuid-grenzen van Europa. Inmiddels lag er een stapel alarmerende rapporten van organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch. Korte samenvatting: de Zuidelijke EU-lidstaten nemen structureel een loopje met het vluchtelingenverdrag, ontnemen vluchtelingen het recht op een asielprocedure en maken zich schuldig aan massadeportaties. Een wakkere PvdA-parlementariër vroeg of Nederland niet direct moest stoppen met het op grond van het Dublin-verdrag terugsturen van vluchtelingen naar Italië, Spanje en Griekenland. Aangezien duidelijk was dat deze vluchtelingen geen kans maken op een fatsoenlijke asielprocedure in die landen, maakt Nederland zich door het terugsturen van deze vluchtelingen ook schuldig aan schending van internationale verdragen. Minister Verdonk keek alsof er net een spreeuw tegen haar raam aan was gevlogen en vermocht het verband tussen beide zaken niet in te zien, hierin van harte gesteund door het CDA en de VVD.
Vodje papier
De opstelling van de Europese Commissie en de Nederlandse regering behoeft weinig verbazing. Want wat zich aan de zuidelijke grenzen voltrekt is precies waar het beleid van de Unie op gericht is: het afschuiven van de verantwoordelijkheid voor het immigratie- en vluchtelingenvraagstuk op de bordjes van de buurlanden van de Europese Unie. De afgelopen jaren heeft de Europese Unie de omliggende landen flink de pin op de neus gezet om de rol van grenswacht van de Europese Unie op zich te nemen. Met behulp van een zak geld wordt de grenscontrole in hoog tempo aangepast aan de Europese wensen. Bestrijding van illegale immigratie is het vaandel waaronder deze aparte vorm van ontwikkelingshulp wordt verstrekt. In de ogen van de Europese Unie is immers iedereen die probeert haar grondgebied te bereiken een ‘illegale migrant’.
Met landen als Libië, Marokko en Tunesië worden in hoog tempo verdragen gesloten, waarin deze landen zich verplichten om immigranten en vluchtelingen van de Europese lidstaten over te nemen. Wat er vervolgens met deze mensen gebeurt interesseert de Unie niet. Uiteraard wordt er in elk beleidsdocument lippendienst bewezen aan fatsoenlijke asielprocedures en naleving van het Vluchtelingenverdrag, maar in de praktijk interesseert het de Unie geen moer. Amnesty International publiceerde eind november nog een rapport waarin het aantoonde dat de mensenrechten structureel geschonden worden door de Noord-Afrikaanse immigratiepartners van de Unie. En, zei Amnesty, nu ook de Europese lidstaten zelf het vluchtelingenverdrag tot een vodje papier hebben gereduceerd, heeft Europa ook geen politieke of morele legitimiteit meer om een grote mond op te zetten tegen andere landen.
Als het aan de Unie ligt worden de huidige praktijken tot norm verheven. De Unie zet immers zwaar in op het concept van opvang in de regio: vluchtelingen mogen niet meer naar de Europese Unie komen, maar moeten maar in hun eigen regio bescherming zoeken, desnoods in door Europa gefinancierde opvangkampen. De eerste proefprojecten van deze vernieuwende aanpak gaan begin volgend jaar van start. Migratie wordt zo steeds meer een kwestie van internationale politiek: handelsverdragen worden ingezet om arme buurlanden te dwingen nieuwe IJzeren Gordijnen op te trekken. Wat er zich daar vervolgens allemaal afspeelt wil niemand weten. Het zijn de bedoelde neveneffecten van het afschrikkingsbeleid en des te verder de voorposten van Europa komen te liggen, des te minder hoeft het publiek iets te merken van de mensonterende praktijken die zich daar afspelen. Waarschijnlijk geldt wat het kabinet-Balkenende betreft hier ook het adagium van de ‘eigen verantwoordelijkheid’: wie zo stom is om zijn heil in Europa te zoeken, kiest zelf voor het risico om tegen een kogel aan te lopen, inelkaar geknuppeld te worden door grenswachten, in de woestijn gedumpt te worden, het land uitgezet te worden zonder een asielprocedure te kunnen doorlopen, afgeperst te worden door mensensmokkelaars, te verdrinken in de zee of te verbranden in een cel. Hadden ze maar thuis moeten blijven. Europa laat niet met zich sollen.