-
12 januari 2011
Georganiseerde strijd
Westerse media jubelen: “het volk zegeviert in Egypte”. Westerse regeringsleiders spreken woorden van gelijke strekking. Obama zei er op te vertrouwen dat het Egyptische volk zich vreedzaam ontwikkelt tot een echte democratie. Vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en de Europese Unie spreken de hoop uit dat er spoedig democratische verkiezingen zullen komen en laten zich positief uit over de vernieuwing die er (hopelijk) in Egypte plaats zullen vinden.
Mooie woorden voor een bevolking die zojuist een overwinning heeft behaald, maar de feiten liegen niet. Terwijl moedige demonstranten bedreigingen door politie en de zogenaamde geheime politie proberen te weerstaan, worden ze beschoten met traangasgranaten waar op staat ‘made in USA’ en ‘made in Italy’. Ook Nederland is nooit te beroerd geweest om Egypte te bewapenen. Nog in 2005 heeft Nederland ruim 600 pantserrupsvoertuigen geleverd aan Egypte. Mubarak en zijn Nationaal Democratische Partij waren van juni 1989 tot en met 31 januari 2011(!) lid van de socialistische internationale en hiermee feitelijk een bevriende zusterpartij van de Nederlandse PvdA. Aan buitenlandse steun en sympathie geen gebrek.
De Verenigde Staten en de landen van de Europese Unie zien Egypte als een stabiele en betrouwbare partner in de regio. Een land wat om die reden een miljardensteun uit het Westen krijgt. Een land waarmee sinds jaar en dag vriendschappelijke en diplomatie betrekkingen worden onderhouden. Een land wat dankzij politie, geheime politie, geheime dienst en leger jarenlang ‘stabiel en rustig’ was.
De onrust begon op 25 januari j.l. toen Egyptische activisten - ondanks een verbod door de overheid - mobiliseerden voor een massademonstratie. Hoezeer de Egyptische overheid ook dreigde en intimideerde; de geest was uit de fles en kon niet meer worden gestopt. Geïnspireerd door de eerdere gebeurtenissen in Tunesië, gevoed door de onvrede over de situatie in het land en de massale werkeloosheid gingen miljoenen mensen 19 dagen achtereen de straat op.
Toch leek er lange tijd een patstelling te ontstaan. Ondanks de vasthoudendheid van de demonstranten weigerde Mubarak op te stappen. De impact en kracht van de protesten kwam pas echt in een stroomversnelling toen na twee weken de volgende stap werd gezet en mensen in staking gingen in onder meer de textiel industrie, kolenmijnen en de publieke sector. Krap een dag later verscheen president Mubarak op de nationale televisie en riep de mensen op om “weer normaal aan het werk te gaan”. Weer een dag later was het spel over voor Mubarak. De Egyptische bevolking had met haar demonstraties en stakingsacties opnieuw laten zien wie de sterkste macht is.
De buitenlandse leiders die nu lippendiensten aan de demonstranten bewijzen zijn dezelfde leiders die Mubarak jarenlang financieel en militair in het zadel hebben geholpen. Als Egypte ergens behoefte aan heeft is het niet de ‘steun’ van het Westen dat op zoek is naar een nieuwe zetbaas, maar is het wel het geloof in eigen kunnen en het geloof in de kracht van georganiseerd de strijd aanbinden. Hiermee is een van de oudste beschavingen van de wereld opnieuw een inspiratiebron voor het Westen.