Skip to main content
  • 17 oktober 2010

De geschiedenis herhaalt zich

Paul Benschop

Jarenlang lang stelden tal van linkse organisaties dat Balkenende moest vertrekken. Vrij snel na zijn aantreden trok het sociaal verzet aan, met als hoogtepunten de demonstraties van Keer het Tij in 2002 en 2004 en de Museumplein manifestatie van het FNV in 2004. Acht jaar later kunnen we stellen dat dit doel is bereikt. Toch geeft het vertrek van Balkenende weinig reden tot optimisme.

Voor het eerst in bijna honderd jaar krijgt Nederland weer een premier van liberale snit. Van 1913 tot 1918 regeerde de liberaal Pieter Cort van der Linden. Onder zijn bewind voerde Nederland in de Eerste Wereldoorlog een zogenaamde ‘neutraliteitspolitiek’. Hoewel Nederland zich militair afzijdig hield, onderhield Nederland nauwe handelscontacten met de oorlogvoerende partijen. Waar door armoede grote delen van de Nederlandse werkende bevolking door schaarste en stijgende prijzen honger leed, werd er op grote schaal voedsel naar bijvoorbeeld Duitsland geëxporteerd. Al gedurende de Eerste Wereldoorlog leidde dit tot grootschalige protesten en demonstraties die veelal met bruut geweld werden neergeslagen.

De eerste naoorlogse jaren werden destijds door communistenleider Louis de Visser omschreven als de jaren van de ‘bibberbourgeoisie’. Jaren van oorlog en armoede hadden de sociale onvrede aangewakkerd en de positie van de Nederlandse bourgeoisie ernstig verzwakt. Toch was de Nederlandse arbeidersbeweging, anders dan in bijvoorbeeld Rusland of Duitsland, niet in staat om het systeem aan het wankelen te krijgen. Belangrijke oorzaak hiervan was de godsvrede die de sociaal-democratie in de Eerste Wereldoorlog met de Nederlandse bourgeoisie sloot. Het  landsbelang stond voor de sociaal-democraten hoger in het vaandel dan het klassenbelang. Langzaam herstelde de Nederlandse bourgeoisie haar positie en werden de beperkte verworvenheden zoals die na de Eerste Wereldoorlog werden afgedwongen teruggedraaid.

Nu honderd jaar later staat de liberaal Rutte aan het roer. De wereld zit in de grootste financiële crisis sinds de tweede Wereldoorlog. Waar de crises van de jaren ’30 en ’70 van de vorige eeuw beiden ruim tien jaar duurden wordt nu gesteld dat we na drie jaar het ergste achter de rug hebben. Omdat de overheid het bedrijfsleven met tientallen miljarden tegemoet is gekomen, wil ze hard bezuinigen. De rekening komt uiteraard – opnieuw – te liggen bij de gewone mensen. Terwijl er wordt bezuinigd op gezondheidszorg, onderwijs, pensioenen en lonen wordt recent de winstbelasting voor het bedrijfsleven verlaagd. De verzorgingsstaat zoals deze na de Tweede Wereldoorlog is afgedwongen, is inmiddels zo goed als afgebroken.

Marx schreef ooit in 1852: “Hegel merkt ergens op dat alle grote wereldhistorische feiten en personen als het ware tweemaal optreden. Hij vergat er aan toe te voegen: de ene keer als tragedie, de andere keer als klucht”. Het is pijnlijk om te zien hoe actueel deze constatering ruim 150 jaar na dato is.