-
29 augustus 2006
Blindgangers en clustermunitie groot risico voor burgers in zuidelijk Libanon
Een delegatie van Dromen, Denken, Durven, Doen (D4) zal tijdens haar twee weken durende bezoek aan Libanon in september onder meer verslag doen vanuit puinhopen in het zuiden van Libanon. Over het leven van de bewoners en de grote risico’s van clustermunitie. Ook zal gekeken worden naar het mogelijk gebruik van uraniumhoudende munitie. Eén van de deelnemers werkt bij de stichting Laka en beschikt over veel expertise op het gebied van verarmd uranium en neemt een geigerteller mee. Een artikel (2) in de Libanese krant Daily Star bericht dat mogelijk uranium in een bomkrater was aangetroffen. Monsters van de radioactieve stof worden nog onderzocht. De bewijzen over de schadelijke effecten van verarmd uranium stapelen zich op. Effecten van het gebruik van uraniummunitie laten zich vergelijken met die van een ‘vuile bom’. Vooruitlopend op de reis geven we hier alvast een overzicht van de ontwikkelingen.
De recente oorlog heeft het langdurige probleem van Libanon met niet geëxplodeerde wapens verergerd. Gewapende strijdkrachten van een aantal staten en niet-staten maakten vanaf het begin van de burgeroorlog in 1975 tot het einde van de Israëlische bezetting van het zuiden van Libanon in 2000 uitgebreid gebruik van landmijnen, antivoertuigmijnen en niet geëxplodeerde munitie, waaronder clustermunitie. Alleen al in 2004 gaven de Libanese regering en internationale donoren US$ 13,6 miljoen uit voor onderzoek naar en het opruimen van landmijnen en blindgangers, educatie over de risico’s en voor hulp aan de slachtoffers. Het huidige conflict heeft deze problemen fors doen toenemen (3).
Al snel na het staakt-het-vuren blijkt dat heel veel locaties in het zuiden van Libanon bezaaid liggen met duizenden stuks niet ontplofte munitie en submunitie van clustergranaten. De mijnopruimers van de VN beginnen onmiddellijk na het bestand met het opruimen van mijnen en stuiten daarbij al snel op tien locaties met niet ontplofte stuks munitie en submunitie afkomstig van clustergranaten van Amerikaanse en Israëlische makelij. Onderzoekers van Human Rights Watch inspecteren dezelfde dag twee van deze plekken in het dorp Kfar Roummane. In de gebieden van Nabatieh, Tabnine en Beit Yahoun, en langs de 3 kilometer lange weg van Tabnine naar Beit Yahoun vinden de mijnopruimers talrijke niet geëxplodeerde clustersubmunitie, die bij de geringste aanroering ontploffen (4). De mijnopruimers van de VN en het Libanese Leger markeren de getroffen gebieden en evacueren de burgers die zich daar bevinden. Twee teams van de explosievenopruimingsdienst van de Britse liefdadigheidsorganisatie Mines Advisory Group (MAG) uit Manchester beginnen direct met een schoonmaak van de besmette gebieden van Tabnine (5).
Het VN Mijn Coördinatie Centrum in zuidelijk Libanon met een waarschuwende verklaring aan de terugkerende burgers: de blindgangers “zijn extreem gevaarlijk en kunnen ontploffen als ze worden aangeraakt of worden verplaatst” […] “Ze zijn klein (ongeveer de grootte van een huishoudbatterij) en liggen verborgen tussen het puin en het afval. De aanwezigheid van een blindganger is een absolute bevestiging dat er zich veel meer stuks bevinden in de onmiddellijke omgeving.”
Moskeeën beginnen met het uitzenden van waarschuwingen over de niet ontplofte bommen en soldaten van het Libanese Leger delen pamfletten uit bij de checkpoints voor gemotoriseerd verkeer. Ook spots op de TV en de radio waarschuwen de burgers over de risico’s (4).
De Sunday Telegraph bericht in haar editie van 20 augustus dat in de gebieden bij Tabnine vier mensen zijn gedood en 16 anderen zijn verwond door op de munitie te stappen. Een 13-jarige jongen werd gedood toen hij druiven aan het oogsten was en in een dubbele tragedie werd een 11-jarige jongen door een clusterbom gedood toen hij ontsnapte uit het ouderlijk huis. De vader werd gedood door een andere bom toen hij hem achterna sprintte om hem te helpen. In hetzelfde artikel bericht Sean Sutton van MAG dat gebleken is dat Israël zelfs meer clustermunitie heeft gebruikt dan de VS tijdens de invasie van Irak, een tactiek die toen algemeen werd bekritiseerd door mensenrechtenorganisaties. In Irak lagen ze voornamelijk in dunbevolkt gebied, maar in Libanon zijn hele dorpen er mee vergeven. Hij meldt dat zijn organisatie 30 tot 40 dorpen in de regio van Nabatieh heeft bezocht en dat zo’n 50 procent daarvan te maken heeft gehad met een tapijtbombardement van clustermunitie, verspreid tot op de drempels van woonhuizen, op schoolpleinen en in de hal van een bejaardentehuis (5).
Gegevens van het Libanese Leger, bijgewerkt tot dinsdag 22 augustus melden 8 doden en 38 gewonden sinds het staakt-het-vuren 14 augustus inging. Het Mijn Actie Coördinatiecentrum (MACC) spreekt van een alarmerende situatie. Er zijn op het moment van dit schrijven 249 locaties geregistreerd die met clustermunitie (6). Elke dag komen er nieuwe plekken bij. Een dag later komt een Israëlische soldaat om en raken drie van zijn collega’s om als ze in zuid Libanon met een tank op landmijn rijden. Een landmijn die onderdeel uitmaakte van een mijnenveld aangelegd door het Israëlische Leger tijdens de terugtrekking uit Libanon in 2000.
Uitvoerend directeur van Human Rights Watch Kenneth Roth verklaart dat vanwege hun wijde verspreidingspatroon clustermunitie nooit in bewoonde gebieden zou mogen worden gebruikt. De blindgangers zijn volgens hem in feite antipersoneels-landmijnen geworden. Zelfs vele jaren later kunnen deze projectielen nog fatale explosies veroorzaken. De mensenrechtenorganisatie vond Amerikaanse M483 155mm artilleriegranaten die elk 64 M42 en 24 M46 stuks submunitie verspreiden. Hiervan waren er 24 stuks zichtbaar in het gebied. Ze vormen een groot risico voor de bewoners die in die gebieden zijn teruggekeerd of nog moeten terugkeren (4). Een van het MACC deelt mee dat het voornamelijk 35 jaar oude munitie betreft, van voorraden die waren aangelegd ten tijde van de Vietnamoorlog, waardoor de hoeveelheid niet ontplofte stuks munitie veel hoger is dan normaal het geval zou zijn (7).
De VN-organisatie voor vluchtelingen UNHCR meldt in een recente verklaring dat 60 tot 70 procent van de mensen zijn teruggekeerd en dat de rest verblijft bij gastgezinnen of bij familie in nabijgelegen dorpen. Het grootste probleem is dat hun huizen zijn vernietigd of dat het te gevaarlijk is door niet ontplofte munitie. De woordvoerder spreekt ook over een dreigende voedselcrisis. De meeste bewoners zijn afhankelijk van de verbouw van groente en andere gewassen om hun voedselvoorraden op peil te houden. Hun oogst is door de oorlog vrijwel geheel vernietigd. Mede door gebrek aan cash geld, doordat de mensen niet kunnen werken, zijn veel mensen dus afhankelijk geworden van voedselhulp (8).
De Israelische autoriteiten geven tegengestelde verklaringen, waarbij sommigen het gebruik van clustermunitie ontkennen en anderen verklaren dat ze buiten bewoond gebied zijn gebruikt. Human Rights Watch verklaart dat bij de Israëlische aanval met clustermunitie op Blida van 19 juli één persoon werd gedood en 12 burgers, waarvan 7 kinderen, werden verwond. De organisatie doet een dringend beroep op zowel Hezbollah als het Israëlische Leger om informatie over de doelgebieden en wapens te delen met de lokale autoriteiten en de VN posten die moeten toezien op de bescherming van burgers en humanitaire operaties, zodat burgers en hulpverleners gevrijwaard worden van het dodelijke gevaar.
Human Rights Watch en Amnesty International verklaren dat Israel internationaal recht overtreedt door clustermunitie in bewoonde gebieden te gebruiken en dringen bij de Verenigde Staten aan om geen nieuwe voorraden clustermunitie te sturen naar Israël.
De ervaringen van de mensenrechtenorganisaties in oorlogsgebieden als Kosovo, Afghanistan en Irak leren dat duizenden mensen kunnen worden gedood of verminkt als er niet snel gezamenlijk door de strijdende partijen en de humanitaire organisaties wordt gehandeld.3 Op 23 augustus verklaart een woordvoerder van het Israëlische Leger dat zij landkaarten hebben overhandigd aan UNIFIL met daarop de plekken waar niet ontplofte munitie en bommen zouden liggen. Vrijdag 25 augustus maakt de Amerikaanse regering bekend dat ze een onderzoek instelt naar het gebruik van Amerikaanse clustermunitie door het Israëlische leger in bewoonde gebieden. Het zou in strijd zijn met geheime overeenkomsten tussen de VS en Israël, zo bericht de New York Times (9).
Behalve de ontelbare hoeveelheden kleine stuks munitie zijn er ook veel grote bommen die niet zijn ontploft. In Bint Jbeil, waar één van de zwaarste gevechten plaatsvond, liggen veel niet ontplofte bommen van meer dan meer dan 200 kilogram en een meter lang en andere granaten tussen het puin van wat eens de grote marktstraat was. Deze grote bommen kunnen, net als in Nederland gebeurd als er weer eens een blindganger wordt gevonden uit de Tweede Wereldoorlog, voorzichtig naar een afgelegen plek worden gebracht om te worden gedetoneerd. Maar de kleine clusterbommen gaan meestal af als het te laat is. Gevaarlijk speelgoed, zo zei een medisch specialist uit Tyrus.
(Een update over de ontwikkelingen verschijnt op 8 september)