Skip to main content
  • 31 januari 2008

Vrouw zoekt Aap

Adriaan Bontebal

Hoe ligt dat bijvoorbeeld in een stad als Londen? Een functionaris van The Animal Welfare Foundation, een vrouwtjesmens: ‘Twintigduizend vijfhonderd kippen. Per dag. Om Londen eten te geven. Acht en vijftig honderd varkens. Vijftienhonderd twintig koeien. Zesduizend schapen. Volgens de Meat and Livestock Commission. De stad consumeert dagelijks twee miljoen kilo dierlijke proteïne. Je zou Londen als een monstrueuze machine voor de verwerking van vee kunnen beschouwen. Zo zie ik dat echter niet. De slachterijen vormen immers maar een klein gedeelte van het fenomeen. Als we afstappen van het simpele voedsel, komen we eerst bij de werkdieren.

Er zijn in Groot-Londen minstens vijfduizend waakhonden aan veiligheidsdiensten verbonden. Minstens vijfduizend paarden die als trek- of rijdieren worden gebruikt. Vierduizend renpaarden verdeeld over vijftig stallen, tweeduizend politie- en cavaleriepaarden, drieduizend greyhounds, drieduizend postduiven. Daarnaast de dieren die andere behoeften bevredigen.

Het Londense Bureau voor Statistiek schat dat er onder ons een miljoen honden bevinden, anderhalf miljoen poezen, vijf miljoen ongespecificeerde vogeltjes in kooien, twee miljoen kleine knaagdieren zoals marmotten, en een aantal kruipdieren en vissen waarnaar we alleen maar kunnen gissen.

En niet te vergeten de dieren in de wetenschappelijke researchlaboratoria, particuliere en openbare, de farmaceutische fabrieken, de dieren in city farms, in veterinaire instituten enzovoorts. Een groep die hier in Londen op tien miljoen dieren wordt geschat, die qua formaat variëren van spitsmuizen tot muskusossen. En dit alles bij elkaar, deze meer dan twintig miljoen levende wezens, maken niet meer dan ongeveer de helft uit. De andere helft bestaat uit wat we het animale lompenproletariaat van de grote stad zouden kunnen noemen.

De zwerfhonden, de wilde katten, de groep van halfverwilderde dieren die zich trachten aan te passen aan de biotoop van de grote stad, de vossen, de duiven, de stadsmuizen, de meeuwen, de ratten, de insecten. En dan hebben we het nog niet eens over de dierentuinen of de aquaria gehad.’ Uit: De vrouw en de aap (Kvinden og aben, 1996) van Peter Høeg. Je kent hem nog wel van Smilla’s gevoel voor sneeuw.

Hoe zouden die getallen bijvoorbeeld in een stad als Den Haag liggen? Lager, natuurlijk, maar toch hoog. Als we de kennis van de diverse disciplines bundelen moeten we toch tot een redelijke schatting kunnen komen. Rapportje schrijven en dit aanbieden aan de nieuwe burgemeester bij diens aantreden op 1 maart. Aardigheidje.

Bij toeval stuitte ik op deze passage, tijdens mijn research voor een nieuw tv-programma: Vrouw zoekt aap. Een simpele formule, je moet er maar opkomen. Afgelopen zondag hebben weer 4.366.000 mensen naar Boer zoekt vrouw gekeken. Dat kan beter, dacht ik. Met Bokito nog vers op het netvlies kwam ik tot dit idee. Vrouw zoekt aap.

In De vrouw en de aap vindt de vrouw, de Deense Madelene, getrouwd en wonend in Londen, haar aap: Erasmus. Een bijzonder exemplaar dat door haar man gevangen wordt gehouden om mee te experimenteren. Er ontstaat een band en de twee vluchten. Ja, de band wordt zelfs zou hecht dat zij ‘het’ op een gegeven moment doen. En ‘het’ blijft niet bij één keer.

Beelden van ‘het’ zouden aan Vrouw zoekt aap een extra impuls kunnen geven. Dat zal tot Kamervragen leiden, uiteraard, met kwezels in het parlement wordt op iedere slak zout gelegd, maar dàt zorgt juist voor die impuls. Onderbrengen bij BNN, laten presenteren door Sophie Hilbrands: Yvon Jaspers eat your heart out.