Skip to main content
  • 24 juli 2008

Ren Ricco ren

Harry Zevenbergen

Wanneer de politie voor de deur staat, zet je je bed ervoor en barricadeer je de ramen. Dat zegt mijn instinct. Wanneer ze ondanks deze subtiele afwijzing toch binnenkomen neem je de achteruitgang. Het is de natuurlijke reactie die me in de kraakbeweging snel werd aangeleerd toen ik als groentje mijn opwachting maakte. Of het een zinvolle reactie was vroeg ik me pas later af, spannend is het wel. Maar wanneer zo´n mechanisme éénmaal is opgeslagen op de harde schijf, raak je deze niet makkelijk kwijt. Op een politieman reageer ik nog steeds als een egel op een roofdier. Al mijn stekels gaan recht overeind staan, ik kijk naar vluchtwegen en mijn lichaam maakt zich klaar voor een stevige sprint. De achterdeur was optie 1. Bij optie 2 wachtte je rustig af en bereidde je je voor op een aantal klappen met een knuppel, om je vervolgens geboeid naar buiten te laten slepen. Het was zinloos, maar straalde naar buiten toe een beeld van strijdbaarheid uit.

Natuurlijk is het mogelijk instincten te negeren. Een mens is ten slotte geen dier, wij kunnen tot tien tellen en een andere afweging maken. Zo heb ik wel eens een verhaal gehoord van een ex-kraker die een politieman oppikte in het café voor een wilde nacht. Maar in of uit principe is dit geen voor de hand liggende optie. En ondanks zijn Italiaanse machocharme denk ik ook niet dat Ricco een vrouwelijke gendarme heeft weten te verleiden in zijn cel. Want net als krakers zijn wielrenners en de politie geen natuurlijke vrienden.

Wanneer Mart Smeets weer eens afgaf op Virenque omdat hij had gezwegen tegen de politie, dacht ik daar het mijne van. Iets als: ´Goed gedaan Virenque kaken op elkaar´ of ´Wanneer de politie vragen stelt kop dicht houden´. Het was mijn natuurlijke reflex en die van Richard.

Toen Ricco de politie zag wilde hij rennen. Maar lopend op wielerschoentjes stelde zijn demarrage weinig voor.

Ik heb voldoende meegemaakt met de politie, om begrip te hebben voor iedereen die het op een lopen zet. Heb ik ook vaak gedaan. Zoals die ene keer toen ik met een kwast en een pot verf rondliep om anti-monarchistische leuzen op de straat en muren te verven aan de vooravond van prinsjesdag. Ik ging ervandoor, maar zij waren met de auto. Mijn jas zat onder de verf  en even later vonden ze onder een auto 10 meter verderop de druipende kwast en een geopend verfblik.

Dit moet Ricco bekend voorkomen. Ontkennen heeft op zo´n moment geen zin en dus is zwijgen het devies. Ik ben geen man van grote woorden en dus riep ik niet dat ik sterker terug zou komen. Ik zweeg tot ik werd vrij gelaten na mijn zoveelste nachtje in Hotel Jan Hendrikstraat, waar je in ieder geval niet moet zijn voor een goed ontbijt.

Ricco toonde zich minder bescheiden en eerlijk gezegd hoop ik dat hij zijn woorden waarmaakt. Want het ontbreekt op dit moment aan lefgozers als Virenque, Pantani en Ricco in het peloton. Het sterkste verhaal wat ik over Menchov heb gehoord is dat hij deze Tour regelmatig een extra bordje eten opschept. Maar bij de eerste afdaling waar het er echt om gaat knijpt hij in de remmen.

PS Uitzonderingen bevestigen de regel. Ooit heb ik na een inbraak in mijn huis, samen met een rechercheur op mijn bank de ontknoping van de WK wielrennen gekeken. Het proces-verbaal moest even wachten. Zijn vrouwelijke collega stond ongeduldig te wachten, maar omdat ze dat in stilte deed stoorde dat ons kijkplezier niet.

De tweede uitzondering is dat ik met enige regelmaat voetbal met een van de werknemers van Hotel Jan Hendrikstraat. Wanneer hij me iets vraagt geef ik gewoon antwoord.