Skip to main content
  • 27 oktober 2025

Holocaust Literatuur Prijs

Hans Boot

Op vrijdag 17 oktober jongstleden verscheen het persbericht dat aan Jan Willem Stutje de Holocaust Literatuur Prijs was toegekend voor zijn boek Folterfabriek Buchenwald, overleven en collaboreren in een Duits concentratiekamp (2024).

Een tweejaarlijkse prijs die voor de derde keer is uitgekeerd en een bijdrage wil leveren aan de verspreiding van kennis over de Holocaust, over slachtoffers, daders, meelopers, profiteurs, omstanders.

Hier volgen, na enkele verwijzingen naar de inhoud van Stutjes boek, enkele passages uit het rapport van de jury: Job Cohen, Arnon Grunberg, Toef Jaeger.

verwijzingen inhoud (1)

* Buchenwald was naast een vernietigingskamp, vooral een straf- en werkkamp van de aan de macht gekomen fascisten. Het was gelegen in Weimar, Oost-Duitsland. Er werden naast beroepsmisdadigers en politieke tegenstanders van de Nazi's, Joden, Jehova's getuigen, Roma, Sinti en homoseksuelen opgesloten. Tussen 1937 en 1945 verbleven er 239.000 gevangenen, waarvan er minstens 43.000 het niet hebben overleefd. Elke groep droeg op de kleding een driehoek met een eigen kleur, bijvoorbeeld linkse gevangenen rood en misdadigers groen. Na het uitbreken van de oorlog met de Sovjet Unie, werden er 8.000 Russische krijgsgevangenen zonder pardon met een nekschot geëxecuteerd.

* Het onderzoek richt zich op de organisatie van de kapo’s in het kamp Buchenwald, hoe zij eerst werden gerekruteerd uit de groep beroepscriminelen, later waren het veelal communistische gevangenen die voor de rol van kapo in aanmerking kwamen.

* De term 'kapo' is waarschijnlijk ontleend aan "Kameradschaftspolizei", waarmee de SS (Schutzstaffel) 'gevangenfunctionarissen' van privileges voorzag. Als ongeveer 10 procent van de kampbevolking traden ze op als de lange arm van de SS en bewaakten zo nodig met grenzeloos geweld de orde en de rust. Ze waren zowel slachtoffer als medeplichtige en in die laatste positie konden ze 'rücksichtslos' ver gaan.

passages juryrapport

* De Holocaust Literatuur Prijs wil een bijdrage leveren aan de verspreiding van kennis over de Holocaust, dat wil zeggen kennis over slachtoffers, daders, meelopers, profiteurs, omstaanders. Kennis veronderstelt bovendien een onderzoek dat nooit is afgerond. De verspreiding van kennis in de vorm van fictie of non-fictie – beide zijn mogelijk – bestaat dankzij de keuzes die de schrijver of schrijvers maken. Die keuzes zijn altijd literair. Kampliteratuur is literatuur over het kamp en de Holocaust Literatuur Prijs is nadrukkelijk ook een literaire prijs, waarmee niet is gezegd dat het puur esthetische oordeel altijd het laatste oordeel zou zijn. Althans niet voor deze jury.

* Stutje beschrijft hoe een deel van de communisten in het kamp horig bleef aan Stalin en welke gevolgen dat had voor hun gedrag, waarbij ordinaire machtshonger en sadisme ook altijd een rol speelden. Voor elke generalisatie geldt: er waren, er zijn altijd uitzonderingen.

De communisten gebruikten het kamp om hun eigen interne vijanden, progressieve gevangenen die niet zo gecharmeerd waren van Stalin, uit de weg te ruimen. Door ze door de SS te laten vermoorden, of door medegevangenen, met name kapo’s, in de steengroeve dood te laten slaan.

* Ook laat Stutje goed zien hoe het zogenaamde koude geweld, de bureaucratisering van marteling en moord, naadloos overloopt in het zogenoemde warme geweld, het ongebreidelde sadisme, het geïmproviseerde moorden en hoe de politieke gevangenen vanwege hun ideologische achtergrond vaak iets beter waren voorbereid op het leven in het concentratiekamp dan de meeste Joden.

* Daarnaast is zijn boek een fascinerende biografie van een Joodse, Weense trotskist, Ernst Federn, die Marx en Freud met elkaar probeerde te combineren en die in het kamp moest concluderen dat zijn communistische medegevangenen voor hem als trotskist soms net zo gevaarlijk waren als de SS. Na de oorlog, in Amerika, zou hij begrijpen dat ook Trotski niet de verlosser was die hij in hem had gezien.

* Stutje heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar het concentratiekamp universum dat van kamp tot kamp, van jaar tot jaar gedurende de twaalf jaar dat het Derde Rijk duurde, verschilde. Hij schrijft: De geschiedenis van het kamp was een geschiedenis van strijd tussen de machtigste gevangen groepen met als inzet de belangrijkste kapo posities. De SS die in 1942/43 extra bezorgd raakte over de stagnerende oorlogsproductie, bezette die posities ten slotte in meerderheid met landgenoten, in het bijzonder met communisten. De nazi’s waren onder de indruk van hun werkhouding, discipline en organisatievermogen.

* De schrijver focust vooral op het fenomeen kapo. Dat waren gevangenen die als een soort kamppolitie optraden. Voor wat extra eten, betere barakken en lichtere arbeid zorgden zij voor rust en orde in het kamp. Daarmee konden zij hun eigen vege lijf redden en soms dat van hun kameraden, maar knapten zij ook het vuile werk van de SS op, tot aan executie toe.

Opmerkelijk is dat nogal wat communisten die rol van kapo wisten te verwerven. Zij waren als lid van vooral de Duitse communistische partij, trouw aan Stalin, zeer gedisciplineerd en goed georganiseerd. Ze slaagden erin leidinggevende posities te krijgen. De SS bleef de absolute baas, maar medegevangenen moesten zich óók onderwerpen aan het regiem van die kapo’s.

Wanneer wordt overleven collaboratie, wanneer verandert ideologie in een excuus voor bloeddorstig opportunisme? Dat zijn de belangrijke vragen die dit boek stelt.

kritiek

Die "belangrijke vragen" komen elders in het rapport terug in een voorzichtig geformuleerde kritiek. Stutje velt felle morele oordelen over een kwestie waarover het laatste woord nog niet is gezegd: wanneer wordt men slachtoffer of dader, welk oordeel moet en mag geveld worden over de zogenoemde grijze zone (...).

In een verheugde reactie op de ontvangst van de prijs gaat Stutje op deze 'kwestie' in. De 'vergrijzing' van het verleden wijst hij als een nivellering van het daderschap af. Met als gevolg dat fout gedrag gebagatelliseerd lijkt te worden en niemand verantwoordelijk wordt gehouden. Zo worden slachtoffer- en daderschap beschouwd als onontkoombaar, kortom gedefinieerd alsof iedereen alles kan overkomen en tot alles in staat is. Die conclusie wordt in Folterfabriek Buchrnwald met kracht tegengesproken.

(1) Hans Boot, Een boek als een donderslag, Konfrontatie digitaal, 23 september 2024. Rob Lubbersen, Onthullend, Solidariteit, 24 september 2024, Hagenaars en Hagenezen in Buchenwald, Konfrontatie digitaal, 17 juni 2025.