Skip to main content
  • 23 februari 2022

Collectief

Weia Reinboud

Op de voorpagina van de NRC van vrijdag 18 februari stond in koeienletters ‘Nederland collectief schuldig aan “beschamende feiten” Indonesië’. Dat ging uiteraard over het rapport over extreme gewelddadigheden van het Nederlandse leger tijdens de koloniale oorlog in Indonesië van 1945-1949. Ik viel over dat ‘collectief schuldig’. Ik heb een aantal Indië-weigeraars gekend en die waren zeker niet schuldig! Ik denk iedere keer aan ze als die oorlog in het nieuws is, iedere keer ook dat militairen die in die oorlog meegedaan hebben beweren dat ze erin gerold zijn. En die weigeraars dan? Was dat een speciaal soort mensen? Het lijkt me niet, ze keken verder dan hun neus lang is, dat wel.

De NRC is een Nederlandse krant van liberale signatuur – overigens niet van liberale partijpolitieke signatuur. De krant heeft een beginselprogramma waarin staat dat ze ‘elk collectief wantrouwen’. Behalve het collectief van de beleggers en andere kapitalisme-aanhangers denk ik dan meteen. Maar goed, het klopt wel dat je niet zo vaak artikelen tegenkomt waar een wij-vinden-zus-en-zo uit spreekt. Incompleet zijn ze intussen wel, mijn meningen kom ik er hoogst zelden in tegen.

De kop ‘Nederland collectief schuldig’ was dus gezien vanuit hun beginselprogramma een flinke uitglijder. In het artikel onder die kop zat wat meer nuance. Daarin ging het over het collectief falen van leger, regering en parlement. Maar ook daar val ik over dat laatste. Het parlement zal vast met meerderheid van stemmen de eufemistisch ‘politionele acties’ genoemde oorlog goedgekeurd hebben, maar vast niet met honderd procent van de stemmen. Ook daar zaten mensen die iets verder keken dan hun neus lang is. Die dus niet schuldig zijn in dezen. Die mensen vind ik een stuk interessanter dan de andere parlementariërs, een slag mensen waar ik overigens over het algemeen weinig interesse voor kan opbrengen.

‘Nederland’ is volgens de koppenredacteur een collectief. Terwijl het op z’n hoogst een lapje continent is binnen willekeurige, historisch ontstane grenzen, waar ook mensen leven die helemaal niets op hebben met de concepten grens en land en enzovoort. Bij het voormalige concentratiekamp Vught staat een herdenkingsmuur voor allen die daar gefusilleerd zijn, met daarop een tekst met ‘den vaderlant ghetrouwe’, terwijl ik vrij zeker weet dat daar mensen omgekomen zijn die helemaal niet aan ‘vaderland’ deden. En die wellicht ook niets ophadden met het symbool dat bij die muur staat, een kruis.

Collectieve schuld is wat mij betreft een gedrochtelijk concept. Niet van ‘Nederland’, als het om Indonesië gaat, niet van ‘Duitsers’ als het om de tweede wereldoorlog gaat, waarvan je in kamp Vught een klein stukje van de ellende onder ogen krijgt. Ga in Berlijn eens naar het Gedenkstätte Deutscher Widerstand, waar je informatie kunt vinden over de enorme hoeveelheid ondergronds werk in Duitsland zelf. De locatie is het gebouw van het leger waar de plegers van de belangrijkste aanslag op Hitler op de binnenplaats gefusilleerd zijn, maar je vindt er ook van alles over communistische, socialistische en anarchistische collectieven die zich niet bekenden tot het collectief ‘Duitsland’.

Misschien is elk collectief wel een gedrochtelijke constructie. Een vergeten van de uitzonderingen, van de interessantere meningen, van de minderheidsstandpunten, van verder kijken dan de neus lang is. Dat geldt bij heel grote zaken als kolonialisme en oorlogen. Maar ook gewoon om je heen. Het omarmen van het idee inclusiviteit houdt in dat je ziet dat er in elke collectie mensen verschillende behoeften bestaan, verschillende noden enzovoorts, dat ze niet zomaar even een collectief vormen.

Ook dat komt zomaar in mijn kop op naar aanleiding van één krantenkop.