-
03 oktober 2025
Over voorhoede en avant-garde
De Voorhoede! Als je Leninisten wilt laten kwijlen van geluk, als je anarchisten op de kast wilt krijgen, begin dan vooral over de Verdiensten van de Voorhoede. De anarchisten hebben hier gelijk, de Leninisten kwijlen ten onrechte – waar dit het leninistisch concept van de Voorhoede betreft.
Immers, dat leninistisch concept zelf is een merkwaardig brouwsel dat wellicht voor sommigen lekker smaakt maar ongeschikt voer is als we werkelijk bevrijding willen. En met eerdere betekenissen van het woordje ‘voorhoede’ heeft dat leninisme niet eens zo veel te maken. Eerst dus maar eens naar het woord zelf, in meerdere talen en twee betekenissen al leverbaar voordat er ook maar een Lenin ten tonele was verschenen om zich het begrip toe te eigenen voor eigen doeleinden. Dus: ‘voorhoede’, in het Engels ‘vanguard’, in het Frans ‘avant garde’.
De eerste betekenis komt uit de oorlogsvoering. De voorhoede, dat zijn die soldaten en militaire eenheden die vooraan staan in de frontlinie, de militairen die in een offensief als eerste de vijandelijke stellingen bereiken, of dat althans proberen.
De vooruitgeschoven Duitse tankeenheden die diep in Frankrijk en later in de Sovjet-Unie doordrongen tijdens de Tweede Wereldoorlog, vormden de voorhoede. De hoofdmacht kwam later. De eenheid die in 1944 als eerste Parijs bereikte en een sleutelrol had in haar bevrijding – een eenheid bestaande uit anarchisten (1), interessant genoeg – vormden daar de voorhoede. De gewapende strijders van het Nationaal Bevrijdings Front (NLF, ‘Vietcong’), die het Amerikaanse ambassadeterrein in Saigon wisten te bereiken in januari 1968, vormden de voorhoede van het grote Tet-offensief van dat NLF tegen de Amerikaanse bezettingsmacht en het door die macht overeind gehouden Zuid-Vietnamese bewind. Degenen die tijdens de Eerste Wereldoorlog als eerste uit de loopgraven sprongen in een poging de vijandelijke loopgraven te bereiken, vormden daar de voorhoede.
Het mag duidelijk zijn: in de voorhoede bevinden zich altijd de grote kanshebbers voor militaire onderscheidingen. In diezelfde voorhoede is de overlevingskans echter ook buitengewoon klein. En geen generale staf of regering zal het in zijn hoofd halen om de zeggenschap over de militaire operaties als geheel in handen te leggen van zo’n voorhoede. Die voorhoede zijn frontsoldaten, kanonnenvoer. Geen aanvoerders met gezag over de hoofdmacht.
De tweede betekenis komt uit de wereld van de kunst, wetenschap, filosofie en dergelijke. De voorhoede, waarvoor dan vaak het Franse woordje avant-garde wordt gebruikt, dat zijn die kunstenaars die grenzen verleggen en met nieuwe vormen aan het pionieren zijn. Componisten die de gangbare tonaliteit aan het uitdagen waren, de grenzen ervan eerst oprekten, later doorbraken om op totaal ander wijze tonen en klanken tot muziek te ordenen, de tonaliteit vervingen door vormen van atonaliteit… zij waren de avant-garde. Schilders die steeds minder afbeeldden wat ze zagen, en steeds meer een beeldtaal ontwikkelden die los kwam van de zichtbare realiteit en niet langer probeerde daar een afbeelding van te maken, schilders die van figuratieve kunst overgingen naar non-figuratieve, abstracte kunst… zij waren avant-gardisten. Dichters die rijm en regelmaat loslieten en grillige verzen begonnen te schrijven waar de tot dan toe gangbare vormkenmerken ontbraken – soms verdwenen zelfs alle hoofdletters – vormden een literaire avant-garde. Enzovoorts.
Iets degelijks zie je ook in wetenschap en filosofie. Freud liep voorop met zijn idee dat mensen werden gedreven, niet door wat zij welbewust bedachten maar wat hen aan driften en verlangens vanuit hun onderbewuste tot bepaalde gedachten en handelingen dreef. Marx liep voorop met zijn idee dat wat mensen wilden, nogal afhing van wat voor sociale positie mensen innamen en wat vandaar uit in hun belang was, en dat politieke conflicten de strijd tussen mensen met verschillende belangen reflecteerden. Spinoza liep voorop met zijn idee dat de wereld geen bewust bedacht maaksel was van een persoonlijke God, maar een oneindig geheel dat van onontkoombare oorzaken en gevolgen aan elkaar hing, en dat de keuzes die mensen maakten zich aan die onontkoombaarheid niet konden onttrekken: vrije wil was een illusie. Al deze figuren waren in hun tijd avant-gardisten.
En net als bij de krijgskunde komt niemand in de kunstwereld, de wetenschap en de filosofie op het bespottelijke idee om de avant-garde zeggenschap, een ‘leidende rol’ in commanderende zin, te geven in de kunstwereld, de wetenschap of de filosofie als geheel. DE avant-garde bestond en bestaat immers vruchtbaar naast al die andere kunstenaars en intellectuelen die hun werk doen, en waartussen zich weer andere vernieuwers, een volgende avant-garde, kan opduiken. En terwijl avant-gardistische componisten als Schönberg hun atonaliteit ontwikkelden, componeerde Rachmaninov betrekkelijk conventioneel verder in laat-Romantische stijl. Was Schönberg beter dan Rachmaninov? Was hij in een positie om Rachmaninov te vertellen wat voor muziek hij moest maken? Zo werkt het natuurlijk helemaal niet.
Hoe werkt dit alles in linkse en radicale politiek, de context waarin Lenin en zijn politieke nazaten zo graag orakelen over Voorhoede en Voorhoedepartij? Eerst de militaire versie. Natuurlijk bestaat er in de sociale strijd fysiek een voorhoede. Er staan bij demonstraties altijd mensen vooraan – mensen die bereid zijn klappen te vangen en desnoods uit te delen aan de oproerpolitie. Er is bij antifascistische acties maar al te vaak een voorhoede: zij die oog in oog met de nazi’s staan, en de risico’s nemen die deze plek inhoudt. Er zijn bij demonstraties ook vaak groepen die bereid zijn om door politielinies heen te breken en zich daar op hebben voorbereid, als Black Block bijvoorbeeld. Als klimaatactivisten de weg op willen om te gaan blokkeren, is er altijd een groep die als eerste gaat, behendig de politie ontwijkend of desnoods bereid een duw te geven om door te breken. Al zulke groepen vormen feitelijk voorhoedes, zoals troepen in de frontlinie de voorhoede in militaire operaties vormen.
Maar net als bij die militaire operaties slaat het nergens op om de zeggenschap over demonstraties als geheel aan bijvoorbeeld een Black Block toe te kennen, of aan de frontliners tegenover de fascisten of aan de eerste klimaatstrijders die de A12 bereiken. Of trouwens ook niet andersom! Alle demonstranten hebben zeggenschap op de de actie als geheel. En voor zover er iets van een coördinatie van het geheel is, gaat die nadrukkelijk niet uit van de fysieke voorhoede zoals ik die hierboven schets. Zo’n coordinatie, als die al nodig is, kan maar het beste door alle actievoerders samen gedragen worden, aangestuurd en vooral ook gecontroleerd.
Verschil tussen sociale strijd en militaire operaties is er wel. Waar bij militaire operaties de voorhoede feitelijk kanonnenvlees zonder zeggenschap is, daar bestaat de voorhoede in sociale strijd – net als wederom de achterhoede! - uit zelf denkende actievoerders – niet in een aanvoerdersrol maar evenmin in de rol van passieve uitvoerders van wat anderen elders bedenken. Er is geen hiërarchie tussen voor en achterhoede, het zijn gewoon verschillende plekken en rollen in de strijd.
In de strijd zie je ook ideeën die als het ware scherper en verder ontwikkeld zijn dan wat gangbaar was, ideeën die je avant-gardistisch zou kunnen noemen, analoog aan avant-gardisme in de kunst- en intellectuele wereld. Marx noemde ik al. De opvatting van bijvoorbeeld Bakoenin dat je de staat die de vijand was, niet tevens kon gebruiken als hefboom van bevrijding, maar moest vernietigen, was in de strijd van de negentiende eeuw een avant-gardistisch idee. Het idee dat je naast kapitaal en staat ook kolonialisme en patriarchaat hoorde te bestrijden als we werkelijk vrij wilden zijn, was lang een avant-gardistisch idee, totdat het tot de common sense in grote delen van de linkse en radicale antikapitalistische bewegingen ging horen. Het idee dat in die common sense ook de vrijheid van queer en trans mensen thuis hoort, net als het idee dat menselijke dieren niet boven andere dieren horen te staan, wint terrein. Avant-garde verandert gaandeweg in gangbaar, zoals in het Concertgebouw weinig mensen nog schrikken van af en toe een atonaal muziekwerk, en musea inmiddels volhangen met non-figuratieve schilderijen.
Het mag duidelijk zijn dat voorhoedes in deze zin er altijd zijn: er staan immers altijd mensen vooraan, zoals er ook altijd mensen achteraan staan. En er zijn altijd mensen eerder met een goed idee dan anderen. Het mag ook helder zijn dat de rol van mensen die zo’n voorhoede-rol spelen wezenlijk is en grote waardering verdient. Anarchisten hoeven tegen voorhoedes in deze betekenis op zichzelf dus geen bezwaar te hebben. In antifascistische strijd staan anarchisten maar al te vaak zelf in die voorhoede, tegenover het nazi-tuig. Het mag ook duidelijk zijn dat er tegen de rol van avant-gardisten in de vorming van ideeën ook weinig anarchistisch bezwaar hoeft te zijn – zolang avant-gardisten maar niet commanderen wat we allemaal horen te denken, zolang de discussie daarover open en vrij plaatsvindt, en zolang dus de mogelijkheid bestaat dat een nieuw idee met avant-gardistische aspecten of pretenties, gaandeweg weer kan worden losgelaten als zijnde niet adequaat. De avant-garde heeft waarde. Maar de avant-garde heeft niet bij voorbaat gelijk, want dat heeft niemand. En wie vandaag een voorhoederol speelt, hoeft dat morgen niet te doen, zoals er ook elk moment mensen vanuit de achterhoede naar voren kunnen komen. Door dat open te houden, dragen we er toe bij dat de meest geschikte persoon op elk moment de meest geschikte rol in de strijd kan spelen. Met een voorhoede-als-organisatie heeft dat niets te maken.
Zo bezien is er geen reden voor anarchisten om van het woordje ‘voorhoede´, ‘avant-garde´, ‘vanguard’, zo op tilt te slaan. Gelukkig gebeurt dat ook niet altijd. Zo was er in de VS ooit een anarchistisch tijdschrift met de naam: Vanguard! En zo hebben anarchisten ook een woord dat gebruikt wordt om groepen actieve strijders die initiatief nemen en veelal weten waar ze mee bezig zijn. Dat noemen we dan een militante minderheid, al spreek ik zelf liever van militante minderheden om iedere schijn van eenvormigheid en centralisme te vermijden. En elk idee dat die militante minderheden binnen een strijdbeweging zeggenschap horen te hebben over de strijdbeweging als geheel is niet alleen anti-anarchistisch, maar vooral – en belangrijker – funest.
En precies daar gat het dus mis bij Lenin en zijn voorhoede-ideeën. Eigenlijk fuseert hij drie dingen. Een ideologisch voorhoede-idee: het marxisme als meest vooruitgeschoven theorie in de klassenstrijd. Een militair voorhoede-idee: de meest strijdbare en onversaagde arbeiders in de arbeidersklasse. En een elite-idee dat in geen van beide voorhoede-begrippen te vinden is, niet in het idee van de voorhoedesoldaat, en ook niet in het idee van de avantgarde-kunstenaar of intellectueel. Lenin plakt aan de bestaande voorhoede-versies iets heel anders: leiderschapspretenties. En die pretenties nemen de overhand. Hij zegt in feite: de meest stoutmoedige werkers en de scherpste denkers moeten zich in één club verenigen en de arbeidersklasse als geheel aanvoeren. De scherpste denkers en dapperste strijders weten de weg, en hebben het doorzettingsvermogen om die weg tot het einde te gaan. En anderen doen er goed aan om te volgen. Or else...
Lenin beoogde en hanteerde in zijn jonge jaren, voordat zijn partij de staatsmacht had veroverd, vooral overtuigingskracht als middel om voor die beoogde voorhoedepartij de leiding in handen te krijgen van de revolutionaire strijd. Maar eenmaal in het zadel was die partij al zo overtuigd van haar eigen gelijk en zo gestaald in vastbeslotenheid, dat ze haar wil hardhandig doorzette – tegen rechts, tegen andere linkse en radicale strevingen en stromingen, en uiteindelijk ook tegen iedereen die iets anders wilde dan de partijleiding. Zoals de partij geacht werd de klasse te leiden, zo kwam er logischerwijze ook een voorhoede-binnen-de-voorhoede op: de partijleiding.
Met de oorspronkelijke betekenissen van voorhoede-als-frontsoldaat, van avant-garde als artistieke of intellectuele vernieuwing, heeft de leninistische voorhoedepartij uiteindelijk nog maar weinig te maken. Niet de briljante geesten, niet de dappere strijders, maar de officieren hebben de zeggenschap, al heten ze dan veelal commissarissen en politbureau-leden. Nog iets dieper: waar een minderheid die zeggenschap heeft, heeft de overgrote meerderheid die nog steeds niet. Langs dit soort lijnen bereiken revoluties geen bevrijding. Daar zit het anarchistische bezwaar tegen het leninisme, en omdat het woordje ‘voorhoede’ zo vaak als leninistisch oogmerk wordt gebruikt, is het wantrouwen tegen dat woordje ook weer niet helemaal onredelijk. Het is een bezwaar dat ik als anarchist onderschrijf. Maar dit anarchistische bezwaar – dat ik onderschrijf - geldt dan dit specifieke politieke voorhoedeconcept dat we met Lenin, zijn Bolsjewistische partij en hun politieke nazaten en volgelingen associëren. Het is hoe we onze anti-autoritaire kritiek toepassen op het leninisme.
Het Leninistisch voorhoedeconcept legitimeert dus niet zozeer een avant-gardistisch denken, niet zozeer initiatief en strijdlust. Het Leninistisch voorhoedeconcept legitimeert de zeggenschap van een oppercommando, een Centraal Comité, feitelijk van een generale staf. Dat Leon Trotski – een vrij late bekeerling tot het Leninistische partijconcept – zijn gloriejaren tussen 1917 en 1921 vooral beleefde als Volkscommissaris van oorlog en daarmee bevelhebber van een snelgroeiend militair en zeer autoritair apparaat, symboliseert die logica schrijnend mooi. Dat die Trotski in die functie zowel de anarchistische partizanen rond Nestor Makhno als de voor vrijheid en gelijkheid muitende matrozen van de marinebasis Kronstadt liet verpletteren, laat precies de contrarevolutionaire logica van Leninisme en bijbehorend voorhoededenken helder zien.
Noten:
(1) Robert P. Helms, ‘The anarchists who liberated Paris, and why they did it’, Libcom, 2025, https://libcom.org/article/anarchists-who-liberated-paris-and-why-they-did-it-robert-p-helms ; eerder in Kate Sharpley Library, https://www.katesharpleylibrary.net/jm659n, oorspronkelijk uit Anarcho-Syndicalist review 40, winter 2004-2005, pag. 27-28,
(2) Het was het blad van een anarcho-communistische groep met bijbehorende naam: de Vanguard Group. De Voorhoede-groep! Bekend anarchist Sam Dolgoff hoorde hierbij. We schrijven dan de jaren 1930 in New York. Zie onder andere op Wikipedia: ‘Vanguard group (anarchist)’, https://en.wikipedia.org/wiki/Vanguard_Group_(anarchist) (gecheckt op 3 oktober 2025)
Verder lezen in Konfrontatie
-
| Onderstroom | Linkse discussie
-
| Nayako Sadashi | Linkse discussie
-
| Rob Lubbersen | Recensies