Skip to main content
  • 17 december 2005

De tijd is gekomen

Harry Zevenbergen

'Ik ben niet aantrekkelijk meer voor vrouwen van het andere geslacht.' Hij knipoogt naar me met een trieste kop. 'Ze zien me niet meer staan, terwijl fysiek gesproken ben ik beter te zien dan ooit tevoren.' Hij laat weer een stilte vallen, het is een vast onderdeel van zijn trieste clownsact. 'En in het uitzonderlijke geval dat er één door de mazen van het net glipt, die niet door heeft hoe onaantrekkelijk ik ben. Maak ik er zelf een einde aan of laat subtiel aan haar de eer.'

Ik begin me een beetje op te winden over dit gezeur. Ik ben geen therapeut, heb niet geleerd voor geduld. 'Jezus man wat is je probleem. Je loopt jezelf voortdurend naar beneden te halen. Get a grip! Wederzijdse aantrekkingskracht, dat is toch voldoende om een serieuze poging te wagen of wil je eerst gelukkig verklaard worden of toerekeningsvatbaar. Hoeveel mensen zitten er nu werkelijk nog goed in hun vel tegenwoordig. Degenen die dat het hardst roepen, daar moet je voor uitkijken. Verder is het zaak positief te denken. Denken is een sterk wapen. Je kunt jezelf de put indenken, maar wanneer je lang genoeg denkt dat je geweldig bent ga je ook dat vanzelf geloven. Doe wat man, ik kan het gejammer niet meer aanhoren.'

Ik sta op het punt om te draaien, weg te lopen en mijn vriend alleen te laten met alles wat op zijn schouders rust, maar bedenk me. Ik ga voor hem staan, mijn handen in de zij, duw zijn schouders naar achteren en til zijn kin op. `De jaren van narcisme en zelfmedelijden zijn voorbij, je mag je weer druk maken om de wereld.´ Ergens diep in zijn ogen zie ik een twinkeling, alsof hij hier op heeft zitten wachten. ´Is dat echt zo?` Ik knik: ´Ja ik las er pas een artikel over.´ Ik had nergens iets gelezen, maar weet dat deze zin altijd zijn werk doet. Bovendien vind ik dat ik gelijk heb en dat dat artikel geschreven had moeten worden. Wanneer ik maar voldoende twijfelaars vertel over deze nieuwe trend,  dan wordt het vanzelf waar. Dat soort types grijpt zich aan iedere langskomende strohalm vast. I.p.v. van hun eigen kansloze zaak, kunnen ze zich weer storten op de Grote kansloze zaak.

´Verbeter de wereld en begin nou in Godsnaam eens niet bij jezelf, dat komt vanzelf wel goed. Wanneer iedereen te eten heeft, er geen oorlogen meer zijn, de lucht schoon is, de Noordpool weer koud kan ik je verzekeren dat jij tegen die tijd ook gelukkig bent.´ Hij pakt mijn hand en kijkt me dankbaar aan. ´Je hebt gelijk er is zoveel te doen, er is geen tijd te verliezen. Ik  denk dat ik me eerst op de armoede stort.´

Ik kijk hem na. Hij lijkt voor het eerst sinds jaren weer gelukkig en misschien lukt het hem de wereld te verbeteren. Ik hoop het. Misschien help ik hem wel een handje, maar vandaag nog niet. Het is zijn project.