Skip to main content
  • 20 januari 2007

2007 - Een jaar van meer linkse eenheid

Rob Lubbersen

Maar ook als er al een ongelukkig huwelijk tussen CDA, PvdA en ChristenUnie is gesloten, zijn er mogelijkheden. In beide gevallen kán bij linkse verkiezingswinst de conclusie zijn dat er een nieuwe Tweede Kamer moet komen. Dat zou links in de gelegenheid stellen een mandaat te halen en dat te verzilveren met regeringsmacht. Maar willen de linkse partijen dat eigenlijk wel? Hoe zit dat met name bij GroenLinks, 'mijn' partij?

Stromingen
In een artikel voor Grenzeloos (december 2006) over een GroenLinkse herfst in plaats van lente na de novembernederlaag, brak ik een lans voor een linksere koers, vooral op sociaal-economisch gebied. Tevens pleitte ik voor meer samenwerking, eventueel te bekronen met een fusie, tussen die partij en de SP. Dat idee komt niet in de laatste plaats voort uit de angst dat GroenLinks op eigen kracht steeds verder in neoliberaal vaarwater verzeild zal raken.

Inmiddels wordt de verkiezingsuitslag binnen GroenLinks door menigeen nabeschouwd en zijn er ook al de eerste commentaren op het optreden in de huidige formatiepogingen. Die analyses en beschouwingen laten iets zien van verschillende stromingen binnen GroenLinks en waar die naar toe willen.

Laveren
Het meest in het oog valt natuurlijk de opstelling van de partijleiding, zeg maar de officiële lijn, zoals die door Femke Halsema wordt uitgedragen. Dat is de lijn van 'we hebben verloren, ons past bescheidenheid, we doen even niet mee, zeker niet aan een formatiepoging met PvdA en CDA, want dan zitten er drie verliezers om tafel'. Voorlopig laat de partijleiding zo het speelveld aan CDA, PvdA en ChristenUnie. Het is nog maar de vraag hoe lang deze houding standhoudt. Speelt Femke hier misschien 'hard to get'? Gezien de eerdere bereidheid met CDA en PvdA in zee te gaan, in 2001 tijdens geheime besprekingen en in 2006 bij de promotie van Vrijheid Eerlijk Delen, mag niemand geschokt raken als straks het 'verliezersargument' van tafel verdwijnt voor een opportunistisch 'het land móet geregeerd worden, dus zetten we toch maar ons beste beentje voor…'.

Een vijftal GroenLinkse bestuurders uit Noord Holland heeft daar in NRC Handelsblad (28 december 2006) nu al toe opgeroepen. Het gaat om (oud) fractievoorzitters, wethouders en de lijsttrekker bij de komende statenverkiezingen. Zij pleiten voor het grijpen van "een historische kans", voor het nemen van "bestuurlijke verantwoordelijkheid" samen met CDA en PvdA, ook al "levert dat soms vuile handen op". Wat voor schoons die vuile handen dan brengen, wordt helaas niet aangegeven, zodat gevreesd moet worden dat naakte regeergeilheid een bovenliggend motief is voor dit initiatief van de club van vijf. In ieder geval laveren zij niet bepaald in de richting van een links alternatief.

Pleasen
Dat gebeurt ook niet in het commentaar van de redactie van het partijblad GroenLinks Magazine (december 2006). Tamelijk hovaardig wordt daar GroenLinks op "de dijk" gezet, met een open blik naar de wereld, terwijl de rest van Nederland behoudzuchtig "in de greep is van een naar binnen gekeerde stemming". In die visie is GroenLinks vrijzinnig en vernieuwend en wordt van de SP gesuggereerd dat die conservatief, collectivistisch, nationalistisch meebuigt "met de hang naar veiligheid en zekerheid".

Maar dit is niet de enige opinie die in het Magazine kan worden aangetroffen. De stevige winst van de SP en het eigen verlies geven te denken. De vraag of moet worden voortgegaan op de ingeslagen vrijzinnige weg komt expliciet aan bod en sommige prominenten stellen desgevraagd dat de solidariteit méér uit de verf moet komen. Het meest luidruchtig gebeurt dat in een opiniebijdrage van Dick Jansen en Roel van Duijn (ja, hij!) die in een fel betoog menen dat GroenLinks zijn "modieus masker moet afzetten", moet ophouden "yuppen te pleasen" en meer moet luisteren naar "WAO-ers zonder aanvullend pensioen, leerkrachten op zwarte scholen, kleine zelfstandigen, hulpverleners en ouders van jonge kinderen".

Manen
In diverse artikelen in De Helling, het wetenschappelijk tijdschrift van GroenLinks, worden vergelijkbare meningen geventileerd. Herman Meijer, oud voorzitter, werpt daarin bijvoorbeeld de vraag op of GroenLinks, na drie verloren verkiezingen achter elkaar, nu definitief een partij is geworden voor een kleine kring van vrijzinnigen. Hij constateert dat de partij in ieder geval het streven naar "een compleet ander maatschappijtype", het socialisme, heeft opgegeven. Dat betreurt hij niet, maar hij maant wel om meer uit te gaan van "grotere groepen, bewegingen en gemeenschappen" en te kiezen voor "een strijdbare opstelling en verbondenheid met het gewone volk".

Van stal!
In géén van de discussiestukken in de krant, het magazine en het tijdschrift wordt de mogelijkheid van nauwer samen optrekken met de SP openlijk benoemd, maar soms lijkt het een conclusie die voor het grijpen ligt. De hoogste tijd om het thema van (meer) linkse eenheid weer eens van stal te halen! En wat mij betreft mogen de PvdA en de SP daarbij niet aan de kant blijven staan. De PvdA zal het wel druk hebben met de formatie van een kabinet met het CDA, maar dat ontslaat haar niet van de plicht naar meer linkse samenwerking om te zien. Ze doet er trouwens verstandig aan dat te doen om niet in een 'loose loose situatie' terecht te komen: regeren met het CDA en daar spint de SP garen bij, of oppositie voeren en dat doet de SP beter.

Ook voor de SP geldt dat ze zich niet aan de discussie over grotere gezamenlijkheid in de linkse politiek mag onttrekken. Het moge verleidelijk te zijn nog even te zwelgen in de zege van 22 november, maar juist de groei geeft die partij een grotere verantwoordelijkheid voor het vraagstuk van de linkse eenheid. Wellicht kan dan komend voorjaar een echte linkse lente worden begroet met nieuwe verkiezingen, veel kamerzetels, linkse regeringspartners, sterke sociale bewegingen en een links maatschappelijk klimaat. Dat zou van 2007 een mooi, rood jaar maken. En dat wens ik een ieder toe!