-
14 februari 2007
Hugo Chávez, democratie en de vrije pers.
Boeiende ontwikkelingen daar in Venezuela. Eindelijk eens een staat waarvan de oliedollars niet verdwijnen naar buitenlandse bankrekeningen of geïnvesteerd worden in gouden kranen in marmeren paleizen. Mij spreekt dat wel aan. Boeiende man ook die Chávez, beetje lang van stof, maar toch dynamisch en doortastend. Vandaar dat ik probeer de ontwikkelingen in dat Zuid-Amerikaanse land op de voet te volgen. Via het internet lukt dat heel aardig.
Daarnaast lees ik natuurlijk ook wat er over geschreven wordt in de bladen die nog steeds ouderwets bij me op de deurmat vallen. Zoals NRC-Handelsblad, het dagblad dat zich er op voorstaat als beste over het buitenland te berichten. De correspondent van deze krant, Marcel Haenen, heeft het niet erg op Chávez. Dat mag natuurlijk, we leven in een vrij land met een vrije pers. Maar met de regelmaat van de klok meldt Haenen ook zaken die feitelijk onjuist zijn. En dat hoort niet in een vrij land in een vrije pers.
Na de presidentsverkiezingen in december - die zoals bekend door Chávez met grote overmacht werden gewonnen - schreef Haenen in een zuur stukje dat ondanks de oliedollars onder Chávez de werkloosheid en de armoede niet echt zijn gedaald. In het - vast door Haenen ingefluisterde - redactionele commentaar had de krant het zelfs over een onveranderd slechte score op die punten. Dat leek me een moment voor een ingezonden briefje. Daarin schreef ik dat “volgens de officiële cijfers (die ook door internationale organisaties worden gehanteerd) sinds 1999 de werkeloosheid in Venezuela een kleine tien procent is afgenomen en het aantal mensen in armoede gedaald van 47% in 1998 naar 37%.” Om te vervolgen met: “Men kan allerlei politieke bezwaren aanvoeren tegen Hugo Chávez, maar zijn politiek van armoedebestrijding met nadruk op basisscholing, gezondheidszorg en microkredieten met name voor vrouwen, is precies wat (internationale) ontwikkelingsorganisaties al decennia bepleiten. Dat levert op korte termijn geen spectaculaire resultaten op, maar wordt door ontwikkelingsdeskundigen wel beschouwd als de meest duurzame vorm van armoedebestrijding.”
Dat briefje leidde tot een boeiende correspondentie met de redactie van de krant die eerst het epistel niet kon vinden, toen aankondigde dat het stukje ‘een dezer dagen in de krant zou komen’ en vervolgens niets meer van zich liet horen. Kan gebeuren in een vrij land met een vrije pers.
Begin februari haalde Haenen weer uit. Aanleiding was de beslissing van het Venezolaanse parlement om president Chávez bijzondere bevoegdheden te geven. De zonnekoning trok nu alle macht aan zich, was de teneur van het stuk. Om dat kracht bij te zetten wordt professor José Manuel Puente van het opleidingsinstituut voor het bedrijfsleven IESA opgevoerd, die stelt dat het hem erg doet denken aan Duitsland 1933 toen de Rijksdag een vergelijkbaar besluit nam ten faveure van Adolf Hitler. En, om ieder misverstand uit de weg te helpen: “Dat was het begin van het einde van de democratie daar.” Een boeiende vergelijking, die gelukkig meer zegt over de houding van de Venezolaanse elite tegenover Chávez en zijn regime, dan over de democratie in Venezuela.
Want laten we ons gewoon eens tot de feiten beperken. Bij de presidentsverkiezingen afgelopen december won Chávez met 63% van de uitgebrachte stemmen bij een opkomst van 75% van de kiesgerechtigden. Alle internationale waarnemers erkennen het eerlijke en transparante karakter van deze verkiezingen en ook oppositiekandidaat Manuel Rosales erkent zijn nederlaag. Daarmee is het de negende keer dat Chávez - via verkiezingen of een referendum - een duidelijk mandaat krijgt van de kiezers. Een unicum in Latijns-Amerika.
Maar, democratie is meer dan verkiezingen.. Democratie is ook betrokkenheid, participatie, een houding. Ook daarover zijn feiten voorhanden. Daarvoor kunnen we terecht bij de Latinobarometer. Een project van een gerenommeerd Chileens onderzoeksinstituut dat al dertien jaar lang de stemming in Latijns-Amerika meet. Dat onderzoek wordt gefinancierd door de Europese Unie en de Wereldbank. Niet echt organisaties die we van een vooringenomen pro-Chávez standpunt hoeven te verdenken.
Wat lezen we in het rapport van het laatste onderzoek van december 2006? De Venezolaanse bevolking blijkt de democratie in eigen land hoger te waarderen dan de bewoners van welk ander Latijns-Amerikaans land dan ook, met uitzondering van Uruguay. Op een schaal van 1 tot 10 geven de Venezolanen hun democratie gemiddeld een 7 terwijl het gemiddelde voor het hele continent 5,8 is. Alleen Uruguay scoort met 7,2 hoger. Van de Venezolanen zegt 57% dat ze tevreden is over de democratie in hun land. Acht jaar geleden, toen Chávez aan de macht kwam, was dat 32%. De grootste stijging in het continent, concluderen de onderzoekers.
Uit het onderzoek blijkt ook dat de politieke participatie in Venezuela hoger is dan waar ook in het continent. Venezolanen geven aan dat zij regelmatig over politiek discussiëren (47%, LA gemiddeld 26%), deelnemen aan demonstraties (26%, LA gemiddeld 12%), en actief zijn in een politieke partij (25%, LA gemiddeld 9%). Toch een iets ander beeld dan Duitsland 1933. Maar gelukkig mag je dat allemaal schrijven. Want we zijn een vrij land met een vrije pers. Net als Venezuela overigens.