-
22 april 2017
Voornemens voor de Eerste Mei
In 1951 ontstond de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal waarin België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland en Luxemburg een alliantie vormden, die zich uiteindelijk na een reeks van ontwikkelingen in 1993 transformeerde in het politieke en economische blok Europese Unie (EU). In 1983 vormden machtige multinationals als Nestlé, Unilever, Volvo en Renault de Europese Ronde Tafel van Industriëlen. In 1998 schreef De Volkskrant: “De Europese Ronde Tafel is méér dan een club industriëlen. Het is de invloedrijkste lobbyclub in Brussel met meer macht dan alle politici en ambtenaren bij elkaar...”. Nu heeft deze organisatie 50 leden, is nauw verbonden met de Europese banken en heeft een immense invloed op de EU. De macht ligt primair bij twee elites: de Europese Raad, die bestaat uit de staatshoofden van elke lidstaat; en de Europese Commissie, de uitvoerende tak van de EU die met bevoegdheden het dagelijks bestuur vormt.
En de inwoners van de lidstaten van de EU? De enige invloed die de inwoners van de EU-lidstaten hebben is het parlement, het enige EU-bestuursorgaan dat door de bevolking wordt gekozen, maar dat de kernlanden van de EU een meerderheid garandeert. Aan kop gaat Duitsland met 96 zetels en aan de onderkant bungelen Malta en Estland met elk zes afgevaardigden.
In 1992 werd het Verdrag van Maastricht getekend, een hulpmiddel van het neoliberalisme om als Europa beter te kunnen concurreren tegen grote handelsblokken in Azië en de Verenigde Staten. Het creëerde een flexibele arbeidsmarkt door een gemeenschappelijk Europees burgerschap. In 2004 kreeg het bedrijfsleven nog eens toegang tot goedkope arbeidskrachten door de openstelling van het lidmaatschap van kansarme Oost-Europese landen. Maar het grootste effect van Maastricht kwam met de invoering van een gemeenschappelijke munt, de euro, beheerd door de kersverse Europese Centrale Bank (ECB). Negentien landen hebben deze munt nu en vormen de zogeheten eurozone. Om de euro te mogen invoeren moesten ze voldoen aan 'convergentiecriteria', die eisen stellen aan overheidstekorten, schulden, rente en meer. Dit, plus het onvermogen om hun munt aan te passen, betekende dat kleinere, armere landen niet konden concurreren met de economisch sterkere.
En toen kwam in 2008 de 'schuldencrisis' en jawel, bezuinigingsmaatregelen zijn een hulpmiddel en het resultaat van het neoliberalisme. En dus werden deregulering, privatisering, aanvallen op de vakbonden en de vernietiging van de verzorgingsstaat het in heel Europa toegepaste neoliberale beleid. Het gevolg was een dramatische ongelijkheid tussen en binnen landen. Werkloosheid en armoede teisteren nu niet alleen lidstaten als Griekenland, Spanje en Portugal, maar de de-industrialisatie en bezuinigingen bedreigen ook kernlanden als Frankrijk en België.
Het verzet hiertegen neigt naar rechts, zelfs met heftige vijandigheid. Goedkeuring van de Brexit was grotendeels gebaseerd op het tot zondebok maken van migranten uit Oost-Europa en de vluchtelingen die hun leven riskeren in de Middellandse Zee. De ooit linkse Britse vakbonden hadden nu de leuze 'Britse banen voor Britse werknemers' en gaven daarmee een sterke impuls aan de ruk naar rechts. De sociaaldemocratische partijen in Europa ondersteunden de harde neoliberale aanvallen in opdracht van de EU en waar ze in de regering zaten voerden zij die ook uit.
Antikapitalistisch links is in verwarring en nog immer doende antwoorden te vinden. Maar hoe en wat? Een bijdrage eerder in dit digitale periodiek van Peter Storm die ingaat op de verrechtsing (Gevaarlijke situatie, fascistische dreiging) en dat aardig analyseert eindigt met de zin: “Het zou niet verkeerd zijn als we er eens over gingen nadenken wat dat betekent, en wat dat van ons als linkse en radicale mensen vraagt”, wat meer op een uitnodiging voor een vrijblijvend theekransje in een gelegaliseerd kraakcafé lijkt dan een oproep tot serieuze analyse en het ontwikkelen van alternatieven met een actiestrategie.
Maar er is hoop: het kapitalisme gaat kapot in Europa, omdat het de nationale grenzen is ontgroeid, maar tegelijkertijd ook niet zonder hen kan. De basis van het kapitalisme is de concurrentie en de sociale vorm is de natiestaat. De huidige economie is wereldwijd, maar de concurrentie is nog steeds georganiseerd langs nationale lijnen. Zolang het systeem van winst en concurrentie heerst is het creëren van echte eenheid onder de lidstaten, in tegenstelling tot wat de EU beweert te doen, onmogelijk. Integendeel, de heersende elites van Europa's machtigste naties zijn druk doende zichzelf te verrijken door te azen op de zwakkere landen.
Maar wij zouden de macht moeten hebben om over de grenzen heen te kijken naar een wereld zonder grenzen die is gewijd aan het welzijn van de overgrote meerderheid van de bevolking, op te bouwen door het voeren van een gemeenschappelijke strijd. Dat moet dan vooral los van de zich 'links' noemende partijen. Denk aan het verraad van Syriza in Griekenland, de ruk naar rechts van de populistische partij Podemos in Spanje en in het algemeen de politiek van de Europese linkse partijen die voor reformisme, keynesianisme en neoliberalisme kiezen. Maar zij zijn niet in staat om een perspectief aan de bevolking in Europa en elders te bieden. Hun belangrijkste slogan was de roep om een 'democratisch, sociaal, ecologisch, feministisch, antiracistisch Europa', met andere woorden een hervormde Europese Unie op basis van een 'sociale markteconomie'. Het faillissement van dit beleid werd in de afgelopen jaren steeds meer duidelijk.
Het antwoord op de kapitalistische EU kan alleen de gezamenlijke strijd voor de uitbreiding van de democratische en sociale rechten op het hele continent zijn, de openstelling van de grenzen, het afschaffen van de verdragen die leiden tot asociale bezuinigingen en armoede, de strijd tegen oorlog en imperialistische interventie. Deze strijd veronderstelt een massakarakter, bijvoorbeeld in de vorm van massastakingen en massale protestacties, om de controle over de financiën en de industrie uit de handen van de heersende klasse te nemen, om de bezittingen te onteigenen onder controle van de bevolking, om verregaande vormen van zelfbeheer in te voeren en een democratisch plan om aan de behoeften van mensen te voldoen.
Dat kan alleen gedaan worden door het ontmaskeren van de pseudolinkse partijen en vakbonden, door internationale solidariteit en door het aanwakkeren van een welbegrepen eigenbelang. Want wie er belang bij heeft te leven in een wereld vol oorlogsdreiging, vluchtelingenellende, armoede en ongelijkheid, die heeft belang bij het in stand houden van dit systeem! Het is weer bijna 1 mei, een mooie datum om een stap te zetten!