Skip to main content
  • 12 augustus 2018

Europa waarheen?

Bas van der Plas

Terwijl het grootkapitaal een politiek verenigde EU nodig heeft -dat is immers de basis van het project Europese Unie- die ook in staat is om haar eigen economische en geostrategische belangen tegen de VS te verdedigen, is er meer en meer oppositie tegen de EU van de middelgrote ondernemers. Zij verwerpen, uit vrees dat hun winsten er hard door getroffen zullen worden, het voorstel van een 'transferpolitiek', die reserves van het noorden van Europa naar het zuiden zou verplaatsen om de economie van de EU in evenwicht te brengen.

De interne tegenstrijdigheden binnen de EU worden steeds duidelijker. De EU heeft de euro -de munteenheid van de meeste landen van de Unie- en een enorme interne markt. Maar het is geen staat; het is en blijft een alliantie van een handvol dominante landen en kleinere imperialistische staten en semikoloniale staten. En net zomin als de EU een staat is geworden, zo heeft zich ook geen echt pan-Europese bourgeoisie ontwikkeld in de afgelopen decennia. De Duitse, Franse of Nederlandse hoofdstad is in de eerste plaats een nationale hoofdstad, met eigen belangen voorop, en deze tegenspraak dreigt de EU uiteen te scheuren.

De agressieve houding van het Amerikaanse imperialisme onder Trump zorgt nog eens voor extra verdeeldheid binnen de Europese Unie en de heersende klassen in de afzonderlijke landen. Terwijl delen van het Europese kapitaal met winstgevende belangen in de enorme Amerikaanse markt een compromis zoeken, is er geen sprake van een gemeenschappelijke oriëntatie. Niet alleen de tegenstrijdige belangen van de verschillende kapitalistische sectoren worden duidelijk, maar ook nog eens de tegenstrijdige nationale belangen.

De Europese machthebbers zijn niet in staat de crisis van het continent op te lossen. Europese ´linkse´ partijen, zoals Syriza in Griekenland of Podemos in Spanje, hebben bewezen een politiek instrument te zijn voor de 'pro-Europese' vleugel van het kapitaal. Anderen, zoals Sarah Wagenknecht, vice-voorzitter van Die Linke in Duitsland of Jean-Luc Mélenchon, leider van La France Insoumise, flirten met een nationalistisch 'reformistisch beleid'. Zulke 'linkse' nationalistische strategieën zijn net zo verwerpelijk als de kritiekloze acceptatie van het leiderschap van Macron of Merkel.

Waar is het echte linkse alternatief?