Skip to main content
  • 30 november 2009

Sommigen zijn gelijker

Weia Reinboud

In George Orwells dystopische parabel 'Dierenboerderij' (Animal Farm) doet een van de machthebbers de uitspraak ‘alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker dan anderen". Varianten hiervan kun je iedere dag in kranten en boeken volop vinden, uitspraken waarin weliswaar ‘alle’ staat, maar slechts diegenen werden bedoeld die gelijker zijn dan anderen. De machthebbers, de bovenliggende groep, de heersende klasse, het zich belangrijkst achtende geslacht of iets dergelijks.

Ik weet heus wel dat er rotmeiden bestaan, maar wanneer het in de media gaat over problemen met jongeren, gaat het in overgrote mate over jongens. Dat zou er best bij mogen staan. Ook iemand als Hans Achterhuis, die toch niet beticht kan worden van erg seksistische sympathieën, doet er in zijn dikke pil ‘Met alle geweld’ soms aan mee. Ergens schrijft hij dat problemen bij jongeren nogal eens neerkomen op strijd om meisjes. Strikt logisch bezien zou dit behalve over jongens ook over lesbo’s kunnen gaan, het zou heel mooi zijn als die als even gelijk werden behandeld, maar ik vrees toch dat de uitspraak alleen over jongens gaat. Zonder dat expliciet te zeggen, dus met impliciet wegmoffelen van hele groepen mensen.

Of neem Geert Mak, die je ook niet van veel rechtse sympathieën kan verdenken, hij schrijft in ‘In Europa’ over stoeten dienstplichtige mannen die in de eerste wereldoorlog door de straten richting kazerne liepen en dat veel mensen die stonden te kijken hun hoed afnamen. Destijds werden veel hoeden gedragen, maar alleen bij mannen was het usance om die bij bepaalde gelegenheden af te nemen. De vrouwen even vergeten. Of waren er nauwelijks vrouwen op straat? Dan is dat weer een zaak om iets over op te merken.

Of een opiniestuk in een kwaliteitskrant waarin een schrijver opmerkt ‘dat Marokkanen vaak in Marokko een vrouw gaan zoeken’. Ook dat zou over lesbo’s kunnen gaan, maar het zal wel domweg dom seksisme zijn. En bovendien heterocentristisch - maar als je dáár oog voor krijgt dan kan je aan het citeren blijven, want hetero’s, díe zijn toch gelijker dan anderen…

Of neem, hè ik kan mijn aantekening niet vinden, het ging in een boek in het algemeen over architecten en dan ineens ‘dat ze een bos bloemen voor hun vrouw meenemen’.

Ik heb ooit wat stukjes geknipt uit aardrijkskundeboeken waaruit ik in de eerste klassen van de middelbare school, rond 1963, les heb gehad. Ik heb bijvoorbeeld geleerd dat Javanen ‘een landbouw hebben, die in vele opzichten hoog ontwikkeld is, de Daya’s kennen slechts een primitieve roofbouw.’ Was ik toch glad vergeten. Evenals dat ‘een belangrijke indeling van mensen die in rassen is’. Heeft niet beklijft. Bij een plaatje staat dat het een ‘negerdorp in het oerwoud’ betreft, terwijl bij een foto van Broek op Langendijk niet staat dat het een blankendorp in de polder is.

Wat er over Zuid-Afrika staat wil ik je niet onthouden. Daar waren sommigen veel gelijker dan anderen en dat mocht in een aardrijkskundeboek natuurlijk niet ontbreken. Na een opsomming van allerlei mensen staat: ‘Men noemt deze volken in Zuid-Afrika de naturellen.’ Okee, definitie, moet maar. ‘Doordat deze ver in de meerderheid zijn tegenover de geïmmigreerde blanken ontstond het z.g. naturellenprobleem.’ Doordat ze in de meerderheid zijn? ‘Ook heeft het naturellenprobleem een economische kant. Negers kunnen goedkoper leven dan blanken en dus ook voor lager loon werken. De zwarte arbeider is dus een geduchte concurrent voor de blanke. Daarom worden de negers tot bepaalde beroepen niet toegelaten.’ Een tien met een griffel voor het proppen van zoveel oorzaak-gevolgverwisselingen in één alinea.

Ik heb dit allemaal moeten leren, maar dat is geheel mislukt. Bij die laatste alinea staat groot en onderstreept in mijn toenmalige handschrift: ‘fout’. Ook rond 1963.