Skip to main content
  • 31 juli 2023

De politiek uit

Weia Reinboud

Een kabinet bevat vele vakjes en deurtjes, zegt wikipedia. Dat gaat over een soort kast, maar over zulke kasten hoor je niet veel meer. Des te meer hoor je over het kabinet in Den Haag, dat inderdaad ook vele vakjes heeft en dat ook een deurtje blijkt te hebben, exit kabinet. De vakjes konden het er namelijk niet over eens worden hoeveel hardvochtigheid geoorloofd was.

De etymologie van ‘kabinet’ is grappig. Het is een verkleinwoord, het stond voor kamertje of zijkamertje of achterkamertje – de achterkamertjespolitiek zat altijd al ingebakken, zou je kunnen zeggen. Het kamertje was het kamertje van de adviseurs van een koning of iets dergelijks, die natuurlijk zelf heel grote kamers had. In België staat kabinet voor een groep adviseurs van een minister of zo, in Nederland voor de allerhoogste groep adviseurs, vinden ze zelf. Ze adviseren over hardvochtigheid, bijvoorbeeld.

Kabinet is een verkleinwoord van ‘cabine’, dat via het Frans uit het Latijn komt en plaggenhut betekent. Dus een klein plaggenhutje, dat is een kabinet! Het Latijn had het woord uit een oudere taal, van voordat de Indo-Europese talen dominant werden in deze streken. (Heel deze streken? Neen, in een klein hoekje heb je het Baskisch nog.)

Maar je zult zelf maar van niet-Europese origine zijn en naar deze streken willen verhuizen. Dan liggen zeeën in de weg en kabinetten. Want het is, ik zeg niets nieuws, helemaal de bedoeling niet dat mensen van elders naar deze streken komen, alleen geld moet van daarginds naar hier komen, hoe meer hoe liever. Vinden veel van de mensen in het kamertje en de grote kamers, de eerste en de tweede kamer.

Goed, het kabinet valt, er komen verkiezingen en ineens melden heel wat politici dat ze ermee stoppen. Het vakje uit, het deurtje door. Bah kabinet, bah kamer. Het lijkt me eerlijk gezegd een van de rottigste banen die je kunt hebben, je krijgt gegarandeerd bij elke discussie te maken met lui waar je het totaal niet mee eens bent, waarvan je allang weet welke hebzucht hun specialiteit is en hoeveel hardvochtigheid ze propageren en welke wappie-ideeën ze aanhangen. Niet alleen de wappie-ideeën die bij corona aan de oppervlakte kwamen, ook het economisch wappiedom, zoals het geloven in het sprookje van de eeuwige economische groei.

Als ze dat nou ineens allemaal deden, uit de politiek gaan? Als de kamers leegstromen? Als er gewoon geen kabinet meer komt? Dan zou het allemaal geweldig kunnen worden maar ook gewelddadig. Ik bedoel: een van de punten van klassiek anarchisme is om tegen de staat te zijn. Plus dat het best mogelijk is dat mensen onderling de dingen goed regelen. Dat is inderdaad een mogelijkheid. Net zoals het een mogelijkheid is dat mensen biologisch gaan eten – om iets eenvoudigs te noemen waar ik me schromelijk in de mensen heb vergist. Vijftig jaar geleden bestond dat voedsel al, zij het mondjesmaat, veertig jaar geleden was het al supermakkelijk om aan dat voedsel te komen en dacht ik dat het wel de goede kant op zou schuiven. Maar hedentendage is het nog steeds zo dat bakken mensen bakken onbiologisch eten kopen. Rechts voedsel is dat, want ecosystemen chemische optaters verkopen is uiteraard rechts. En dat doet een grote meerderheid van de mensen.

Of om het anders te zeggen: het kabinet struikelt weliswaar over de details van hun hardvochtigheid, maar ze wisten zich voor allerlei varianten hardvochtigheid gesteund door bakken mensen. Om dat soort denken uit de politiek te krijgen zou ook dat soort denken uit de hoofden van vele mensen moeten verdwijnen, dat wil zeggen: vervangen moeten worden door antihardvochtigheid, door ecologische ideeën, door antihebzucht en wat niet al.

Nogal een enorme klus. Je zou er moedeloos, je zou er pessimistisch van worden. Maar bedenk dan dit: als de mensen die wel aan anderen denken het hoofd moe in de schoot gelegd zouden hebben meteen bij het zien van graaiende hebzuchtigen, van hebzuchtigen en hardvochtigen die zich gesteund wisten door bepaalde wetten en partijen?

Nou, dat zou me een rotzooi zijn. Dus gewoon doorgaan. De politiek in en de politiek uit, maar vooral ook buiten de politiek.