Skip to main content
  • 11 december 2009

De hele dag lopen er postbodes langs mijn raam

Harry Zevenbergen

Het is een gemiste kans maar we kunnen het tij nog keren. We zijn niet erg gastvrij geweest, we wilden de crisis het liefst als een ongewenste vreemdeling de deur wijzen. We zagen de crisis als een groot gevaar dat onze samenleving bedreigt. Zoals we bijna alles tegenwoordig als een gevaar zien voor onze samenleving. Moslim, griep, terrorisme, vreemdelingen, Wilders. Terwijl iedereen met een beetje nuchter verstand weet dat de grootste gevaren losliggende stoeptegels, gladde badkamervloeren, losse traptreden zijn en daar zijn geen alarmfases voor. Maar de crisis laat zich niet tegenhouden.  

Dus wat we hadden moeten doen en nog steeds kunnen doen, is de crisis welkom heten. Hem met veel egards ontvangen en als een spindoctor  twisten, draaien en zijn beste kant voorhouden. Armoede wordt de nieuwe soberheid, faillissement en baanloosheid een investering in quality time met vrienden en familie, een instortende automarkt en een oliecrisis een veel beter middel dan het verkeerscirculatieplan of het rekeningrijden. 

De crisis hoeft geen vijand te zijn het kan ook een vriend zijn. Misschien is hij wel het beste wat ons kan overkomen. Het kan namelijk allemaal best wat minder. We hoeven geen tv die groter is dan het filmscherm in de Pathé, geen computer op het bureau én op schoot én op onze handpalm, we hoeven onze huisdieren niet beter te voeden dan de gemiddelde inwoner van een derde wereldland. Het is niet nodig dat we kunnen kiezen uit 20 merken boter of pindakaas en Pauw óf Witteman is ook al meer dan genoeg.

Niemand gelooft echt dat we veel gelukkiger, vindingrijker, ondernemender zijn geworden door de overdaad van de afgelopen jaren. Niemand kan toch met droge ogen zeggen dat wij het hier heel slecht gaan krijgen. Het kan allemaal heel wat minder. Jarenlang is ons verteld dat economische groei een absolute noodzaak is. Dat als de rijken rijker worden, de armen daar automatisch beter van worden. Het is een grote leugen en wanneer je omkijkt zie je dat de miljoenen mensen nog steeds sterven van de honger, AIDS of als slaven worden afgebeuld in sweatshops. We zijn net als onze verwende kinderen gewend aan het feit dat we alles kunnen krijgen wat we willen hebben en we kunnen geen nee accepteren. We willen alles en we willen het nu.

Dus laten we in Nederland de revolutie van de nieuwe soberheid preken en dat verbinden aan het rechtvaardigheidsprincipe van kinderpartijtjes. Er is een taart en die wordt gewoon in gelijke stukken verdeeld en als degene die de taart snijdt toch grotere stukken snijdt voor bepaalde mensen dan moet hij zonder eten naar bed en snijdt een ander de taart. Laat het niet stoppen bij de grenzen, laat de globalisering samen met de crisis voor ons werken 

En als we toch bezig zijn komt er om te beginnen gewoon weer één postbode, één energiebedrijf, is iedere inwoner vanaf de geboorte automatisch verzekerd tegen ziektekosten, is het ziekenhuis gewoon een ziekenhuis en geen bedrijf dat klanten moet wegkapen bij een ander ziekenhuis met een speciale herfstkorting op hartoperaties. Dat soort dingen en nog veel meer, maar daar komen we samen wel uit.

Het zijn onze straten, het is onze stad en de crisis is ónze vriend. Leve de revolutie, leve de crisis.