-
20 maart 2022
Baudet in het konijnenhol
Baudet's nieuwe boek, Het Coronabedrog, is niet van belang vanwege de inhoud, maar als symptoom van de verdwazing die zich meester maakt van de grootste ledenpartij van Nederland.
De inhoud van het boek kan samengevat worden met de ondertitel; 'De globalistische machtsgreep en de Great Reset'. De Great Reset is een term die al enige tijd rondzingt in kringen van samenzweringsdenkers en komt er op neer dat een schimmige elite van 'globalisten' een plan heeft om de macht te grijpen. Hun doel is een totalitaire, 'communistische' wereldstaat waarin enkele biljonairs alle macht zullen hebben. De Chinese Communistische Partij is de grote boosdoener, maar allerlei organisaties en individuen, variërend van de Rockefeller Foundation, het World Economic Forum, het RIVM, vluchtelingen, feministen, trans personen en natuurlijk George Soros zijn ook betrokken bij het complot. De pandemie is nep, of in ieder geval niet ernstig, en lockdowns dienen als voorbereiding voor de staatsgreep. Vaccins op de een of andere manier ook. Blijkens Het Coronabedrog is Baudet nu geheel gevallen voor dit soort waandenkbeelden.
Het Coronabedrog is een schoolvoorbeeld van hoe complotdenkers argumenteren. Baudet maakt uiterst selectief gebruik van bronnen, stelt leidende vragen en suggereert verbanden tussen gebeurtenissen die niks met elkaar te maken hebben. Dit laatste gaat om wat 'illusoire patroonperceptie' genoemd wordt. In een artikel over samenzweringsdenken in het European Journal of Social Psychology (augustus 2017) omschrijven de auteurs dit als 'de automatische neiging' om betekenisvolle verbanden tussen verschillende stimuli te identificeren. Vaak is dit erg nuttig; de auteurs geven het voorbeeld van hoe een rood stoplicht gevaar signaleert. Echter, soms verbinden mensen stimuli 'die in feite niets met elkaar te maken hebben', hetgeen leidt tot illusoire patroonperceptie, het 'per abuis menen te zien van zinvolle patronen in wat in feite willekeurige stimuli zijn'. In Baudet's boek worden meer dan 30 pagina's besteed aan een 'tijdlijn' van gebeurtenissen die variëren van de economische crash van 2008 tot een oefening van de Limburgse GGD. Gelooft men eenmaal in de Great Reset, dan kunnen allerlei losstaande gebeurtenissen als deel van een groter patroon geïnterpreteerd worden.
Het stellen van leidende vragen is een ander kenmerk van samenzweringsdenkers. Baudet doet dit vooral in het hoofdstuk over de rol van de Chinese Communistische Partij in het uitbreken van de pandemie en de Great Reset. In plaats van direct te stellen dat hier een verband bestaat, komt Baudet met suggestieve vragen in de trant van 'kan het toeval zijn dat....?'. Consistent is hij daarin niet; waar op de ene pagina nog bescheiden wordt erkend dat er slechts 'circumstantial evidence' bestaat voor Chinese inmenging, is dit op de volgende pagina al een vaststaand feit. En het verhaal van de Chinese samenzwering met als doel een 'neocommunistische wereldstaat' is de spil waar het boek om draait. De hele redenering is op los zand gebouwd, maar de techniek van leidende vragen biedt de samenzweringsdenker altijd een uitweg. Want het stellen van vragen, dat is toch altijd goed? Of is het nu niet eens meer toegestaan om te twijfelen? Leven we soms dan al in een totalitaire dictatuur?
Het selectief gebruiken van bronnen en het hanteren van dubbele standaarden komt ook niet als een verrassing. Is er een artikel over de mogelijke werking tegen corona van een bestaand medicijn, dan haalt Baudet dat aan om te suggereren dat de hele pandemie makkelijk gestopt had kunnen worden. De grote aantallen artikelen die de eerdere hypothese onderuit halen, worden genegeerd. Voorstanders van bijvoorbeeld vaccinaties die geen epidemioloog zijn worden weggezet omdat het ze aan relevante kennis zou ontbreken, iets wat Baudet er niet van weerhoudt zelf te poseren als een expert.
Het heeft geen zin om te proberen om dergelijke fantasieën met rationele argumenten te ontkrachten. In de klassieke verwrongen logica van de samenzweringsdenker is iedereen die ontkent dat het complot bestaat, zelf deel ervan. Alle epidemiologen die het met Baudet oneens zijn, zijn deel van het complot of in het beste geval de nuttige idioten ervan. Iemand die een boek als Het Coronabedrog schrijft kan niet overtuigd worden door fact-checking. Want al die fact-checkers zijn, zo weet Baudet, ook weer deel van het complot.
Voormalige medestanders als Eerdmans en Nanninga worden door Baudet inmiddels 'deep state agents' genoemd, infiltranten 'die plots actief werden om mij kalt te stellen zodra ik de ware agenda wilde blootleggen'. Dat klinkt als een spannend verhaal maar helaas komt het niet aan bod in het boek. In plaats daarvan presenteert Baudet in een van de meer zinnige passages de partij-splitsing als een ideologisch conflict met de stroming rond Eerdmans en Nanninga die hij 'huis-tuin-en-keuken-rechts' noemt, een soort geradicaliseerde VVD. Daartegenover staat de stroming van Baudet zelf die volgens hem wordt gekenmerkt door grootse visies en fundamentele oppositie. Maar het echte splijtpunt blijkt, ook in de weergave van Baudet, te zijn geweest dat de toekomstige JA21-leiders geen zin hadden in complottheorieën over onder meer corona, 9/11 en de Amerikaanse verkiezingen. Geloof in de ene complottheorie leidt al snel tot geloof in een andere theorie, zo laat ook Baudet blijken.
Na het vertrek van de JA21-stroming is FvD volgens Baudet nu de partij die hij altijd al wilde leiden. Dat weerspreekt de gangbare lezing dat Baudet geradicaliseerd is. 'Ik ben precies dezelfde gebleven', schrijft Baudet en dat is nu eens geen volledige onzin. Al vanaf zijn proefschrift plaatst hij zich in een nationalistische, autoritaire traditie. Diezelfde traditie is duidelijk de inspiratie van de FvD plannen voor een sterke staat onder een centrale leider en voor een beleid dat middels nationalisme een homogene, gezagsgetrouwe bevolking zou smeden. Baudet schrijft in Het Coronabedrog dat hij altijd dezelfde negentiende-eeuwse visie op politiek en cultuur gehad – een visie dus waarin het grootste deel van de bevolking niet eens zou mogen stemmen.
Wat wel veranderde, is hoe openlijk Baudet hiervoor uitkomt. In plaats van zich nog langer te verstoppen achter eufemismen over culturele verschillen, stelt Baudet nu expliciet dat het hem om de etnische afkomst van mensen gaat. En opkomen voor 'traditionele normen en waarden' betekent nu dat 'promotie van feminisme, abortus en de LHBT-agenda' deel zijn van het communistische gevaar.
Wat ook hetzelfde gebleven is, is het zelfvertrouwen van de zelfverklaarde 'belangrijkste intellectueel van Nederland'. Zijn politieke tegenstanders ontbreekt het volgens Baudet simpelweg aan de intellectuele vermogens om het complot te doorzien, ze zijn allemaal de onwetende marionetten van de Chinese Communistische Partij. Alleen Sigrid Kaag maakt Baudet het dubieuze compliment dat ze misschien bewust in dienst is van de neo-communistische machtsgreep. Toch lijkt Baudet er zich bij neergelegd te hebben dat hij niet is opgewassen tegen Xi Jinping en dat de Great Reset niet te stoppen is. Het boek eindigt dan ook met de pathetische oproep 'en laat ons nog eenmaal, ten volste, en (sic) vrijheid leven'. Ooit werd Baudet gevierd als een respectabele, rechtse intellectueel. Tegenwoordig combineert hij zijn intellectuele pretenties met verhalen uit het riool van het internet. Het Coronabedrog toont dat het isoleren van FvD een kwestie van elementaire sociale hygiëne is.