Skip to main content
  • 23 september 2008

‘Democratisering’ in Libanon

Ed Hollants

De juli-oorlog van 2006 waarin Israël Libanon aanviel betekende een gevoelig politiek en militair verlies voor Israël maar ook voor de VS als de belangrijkste steunpilaar van Israël. De politiek van Israël en de VS van polarisatie en toepassing van of dreiging met geweld lijkt steeds meer op haar grenzen te stuiten. De VS hebben geen antwoord op de veranderende wereld en zijn niet in staat zichzelf hierin aan te passen. Het zijn de oude reflexen die het optreden bepalen.
Het is interessant om te kijken wat er de laatste twee jaar in Libanon gebeurd is en in hoeverre de positie van de VS en Israël verder is verzwakt.

Na de juli-oorlog 2006 kunnen we wat Libanon betreft een aantal gebeurtenissen opnoemen die van belang zijn binnen de internationale arena. Tesamen zijn ze te omschrijven als de machtsstrijd tussen regering en oppositie. Op de achtergrond gaat het om de machtsstrijd tussen aan de ene kant Israël, de VS en Saoudi Arabië en aan de andere kant Syrië en Iran.

De politieke macht wordt binnen Libanon tussen de verschillende sektes verdeeld zoals vastgelegd in de Taif-akkoorden in 1989 aan het einde van de Libanese burgeroorlog. Het betekent dat Hezbollah, momenteel de politieke partij met de grootste aanhang, slechts een klein deel van de macht krijgt. In februari 2006 heeft Hezbollah een akkoord gesloten met ‘Free Patriotic Movement’ van Aoun, die het grootste deel van de christenen in Libanon vertegenwoordigt. Tesamen met Amal, de kleinere Sjiitische partij, vertegenwoordigt dit drietal een meerderheid van de Libanezen.

Polarisatie tussen regering en oppositie
Na de juli-oorlog is Hezbollah populairder dan ooit, zowel in Libanon als in het gehele Midden Oosten. Als gevolg hiervan besluit Hezbollah het hard te gaan spelen.
Op 11 november 2006 stappen Hezbollah en Amal uit de regering van Siniora. Reden is de weigering van de andere regeringspartijen de eis in te willigen van een vetorecht voor Hezbollah en een herziening van het kiesstelsel.
De FPM van Aoun zat al in de oppositie. De oppositie stelt vervolgens dat de regering nu ‘illegaal’ is omdat alle sekten/religies volgens de wet erin vertegenwoordigd moeten zijn wat nu niet meer het geval is.
Op 8 december 2006 is er een massademonstratie van een miljoen mensen van de oppositie: Hezbollah, Amal en de FPM, tegen de regering Siniora, waarna er een blijvend tentenkamp wordt opgericht rond het parlementsgebouw.
De VS voorop, maar ook de meeste Europese landen, versmallen deze politieke machtsstrijd tot een poging van Syrië om, via Hezbollah, het internationale tribunaal met betrekking tot de moord op voormalig premier Rafiq Hariri te voorkomen.

In 2007 is er eens steeds verdergaande polarisatie tussen regeringskamp en oppositie. Het resulteert in toenemend straatgeweld tussen aanhangers van de twee kampen.
De polarisatie wordt vooral bewerkstelligd door uitlatingen van politici via de media. Politici hebben de afgelopen twee jaar niet veel anders gedaan dan met hun uitlatingen over het andere kamp de tegenstellingen te vergoten en te neigen naar haat-campagnes. Wel dient gezegd dat het ‘regeringskamp’ daar verder in gaat dan de oppositie aangevoerd door Hezbollah. Elke sekte of partij heeft haar eigen TV-, en radiostation. Voor Hariri is dat Future TV en voor Hezbollah Al Manar. Het zijn propaganda-instrumenten. De TV’s geven veel aandacht aan de uitlatingen van hun eigen partijkopstukken en dikken die vaak nog wat extra aan. Iedereen die volgt wat de diverse politici en media uitkramen en dit bijvoorbeeld vergelijkt met de rol van de radio in Rwanda, die leidde tot de massamoorden aldaar, ziet wat het gevaar hiervan is.
De afgelopen twee jaar is er een vuile oorlog gestart in de vorm van tal van aanslagen. Meerdere daarvan lijken enkel als doel te hebben burgers te treffen. Steevast wordt door de Libanese regering en de VS Syrië als dader aangewezen.
Voor zover je er al iets over kunt zeggen lijkt het erop dat meerdere partijen in dit troebele water vissen.

Van november 2007 tot mei 2008 spitst de politieke strijd zich toe rond de benoeming van een nieuwe president. Al snel wordt duidelijk dat de opperbevelhebber van het leger, Michel Suleyman, de gewenste compromiskandidaat is. De oppositie wil echter alleen akkoord gaan als er tegelijkertijd een nieuwe regering komt en aan haar eisen van veto en herziening kieswet wordt voldaan.

Beïnvloeding van buiten
Veel van deze gebeurtenissen worden beïnvloed door vooral Saoudi Arabië en de VS.
Het Soennitische Saoudi Arabië is als de dood dat zij als regionale macht gepasseerd wordt door het Sjiitische Iran. Zij steunt dan ook Saad Hariri, de zoon van Rafiq Hariri, die met zijn toekomstpartij het grootste deel van de Soennieten in Libanon vertegenwoordigt. Door dit te doen en door de wijze waarop, wordt er een religieuze tegenstelling gecreëerd die dreigt te escaleren tot een gewapend conflict. Tevens is het een verdediging van zakenbelangen. De familie Hariri heeft haar fortuin in Saoudi Arabië vergaard en er is een verwevenheid tussen de twee. Een groot deel van de economische macht in Libanon is in handen van de familie Hariri. De VS dulden geen enkele aantasting van hun hegemonie en zien de wereld slechts als ‘voor’of ‘tegen’. Ben je ‘tegen’ dan ben je terrorist, schurkenstaat of behoor je zoals Syrië tot de as van het kwaad. Door deze polariserende politiek verdwijnt elke ruimte voor nuance en compromis.

De politiek van  polarisatie vanuit de VS heeft het lange tijd onmogelijk gemaakt tot een compromis te komen tussen regering en oppositie. De VS hebben elke keer duidelijk gemaakt de regering volledig te steunen. Tegelijkertijd is door de VS en verschillende Golfstaten geprobeerd militair tegenwicht op te bouwen tegen de macht van Hezbollah door levering van militaire goederen en training aan het leger, maar ook vooral aan de binnenlandse veiligheidskrachten (ISF) die pro-Hariri zijn en niet onder het leger vallen (het leger wordt als te neutraal gezien omdat ook Hezbollah daar haar invloed op heeft).
In oktober 2007 lekt in Libanon een rapport uit dat grotendeels door Eric Edelman top ambtenaar op het Pentagon wordt bevestigd voor de Libanese TV: de VS willen een ‘strategisch bondgenootschap’ met het Libanese leger. Zij willen daarmee Hezbollah dwars zitten maar ook hiermee de toenemende Russische militaire invloed in Syrië beantwoorden.
De levering van militaire goederen wordt bemoeilijkt door de druk van Israël om Libanon geen zwaardere en geavanceerde wapens te leveren omdat die dan ooit gebruikt zouden kunnen worden tegen Israël.

De sinds eind 2006 ontstane status quo leidt tot een totale verlamming en polarisatie van Libanon. Beide kampen, het regeringskamp, ook wel de 14e maart-beweging genoemd, naar de datum van de grootste anti-Syrische demonstratie, in 2005, en de oppositie, voeren de druk steeds verder op. De regering neemt in mei 2008 als stap de ontmanteling van het telefoonnetwerk van Hezbollah waarvan iedereen weet dat het cruciaal is binnen het verzet tegen een eventuele toekomstige aanval van Israël. Tevens ontslaat men het hoofd veiligheid van de luchthaven omdat hij een Hezbollah-man zou zijn.
Het is een bewuste poging de (militaire) macht van Hezbollah te breken en je kunt je afvragen in hoeverre dit gestimuleerd is door de VS. In de maanden daarvoor zijn diverse politieke leiders van de regeringspartijen op bezoek geweest in het Witte Huis (en dat voor een klein landje als Libanon).

Hezbollah vindt dat het genoeg is geweest
Hezbollah besluit dat het genoeg is geweest en neemt samen met Amal en de seculiere Syrische Socialistische Nationale Partij een groot deel van West Beiroet in (wijken waar veel soennieten wonen) en een deel van de druzische gebieden ten zuidoosten van Beiroet.  
Het verhaal dat ze nu wel moesten door het geweld en opbouw van de Hariri-militie is een gezocht argument. De ISF en het leger hebben zich volledig afzijdig gehouden en de door Hariri gevormde burgermilitie in Beiroet bleek niet te bestaan of in het geheel niets voor te stellen. Dit moet Hezbollah met haar uitstekende inlichtingenapparaat van te voren geweten hebben. Het lijkt er meer op dat de rek er bij Hezbollah uit was; hun acties zoals het tentenkamp waren sterk aan het verlopen en de druk begon toe te nemen.. Waarschijnlijk is gedacht: het is nu genoeg geweest wat betreft de ‘democratische middelen’, daarmee winnen we het niet, we gaan de boel op een andere manier forceren: een strafexpeditie tegen Hariri en Jumblatt. Reden is dat Hariri als hoofd van de 14de maart beweging en leider van de toekomst partij de machtigste man van Libanon is. Jumblatt heeft een soort van verbale kruistocht tegen Hezbollah gevoerd en daarnaast is hij zo opportunistisch dat hij gemakkelijk van kamp kan verwisselen.
Machtspolitiek gezien is het een groot succes geweest. Naar de bevolking kun je het als verraad zien en het zal zeker de argwaan vergroten onder mensen buiten de traditionele achterban van Hezbollah. Hezbollah heeft ter verdediging van haar bezit van wapens altijd gezworen dat zij een verzetsbeweging is en nooit of te nimmer de wapens intern zou richten.
Vooral het soennitische deel van de Libanese bevolking keert zich verder van Hezbollah af wat kan leiden tot nog meer spanning. De meer extremistische soennitische stromingen zoals de salafisten en Saoudi Arabië zullen hier dankbaar gebruik van maken.

Het gewapende optreden van Hezbollah blijkt alles in een stroomversnelling te brengen. De onderhandelingen in Qatar, die erop volgen, leiden tot het akkoord van Doha op 2 mei 2008:
Michel Suleyman als nieuwe president, de vorming van een nieuwe regering met vetorecht voor Hezbollah en een herziening van de kieswet die de basis moet vormen voor verkiezingen in 2009. Let wel onderhandelingen die niet onder regie en goedkeuring van de VS plaatsvinden en niet gefaciliteerd door de regionale grootmacht Saoudi Arabië maar dus door het neutralere Golfstaatje Qatar.

De VS, Israël en Saoudi Arabië hebben zichzelf door hun polariserende rol uiteindelijk buiten spel gezet. Het enige overgebleven succesje van bijna 8 jaar neoconservatieve politiek van de VS in het Midden Oosten, de ‘cederrevolutie’ (de na de moord op Hariri uit de VS propagandakoker voortgekomen term voor demonstraties tegen de Syrische aanwezigheid in Libanon, naar analogie van onder andere de ‘rozenrevolutie’ in Georgië) is hiermee ongedaan gemaakt.
Het gebeuren in Libanon is een voorbeeld van een langere lijst:
het trainen en bewapenen van Fatah-leger en politie-eenheden onder leiding van Dahlan in Gaza, om Hamas aan te pakken met als gevolg een overwinning van Hamas;
de training en bewapening van Georgië om Ruslands invloed in te perken met als gevolg een overwinning van Rusland; en natuurlijk de door de VS gesteunde inval van Israël in Libanon ruim twee jaar geleden om Hezbollah te vernietigen. Het resultaat voor de VS is telkens een verlies aan macht en invloed.

Een nieuwe situatie
Door de nieuwe realiteit in Libanon is het niet meer zo zeker dat de eenheid van de 14de maart beweging blijft bestaan. De PSP van de opportunist Jumblatt die meer dan 90% van de druzen vertegenwoordigt en maandenlang een hetze-vormige kritiek op Hezbollah uitspuwde via de media, heeft zich nu een opvallend neutrale positie aangemeten. Het is goed mogelijk dat Hariri als hoofd van zijn zakenclan een compromis zoekt met Hezbollah als zijn zakenbelangen beschermd blijven. Net als Jumblatt lijkt hij zijn kansen te wikken en te wegen en is hij nu opvallend rustig in vergelijking met een paar maanden geleden.
De overige twee partijen van de 14de maart beweging, de Falangisten van de familie Gemayel en de Lebanese Forces van Geagea, beide extreemrechts christelijk, zijn historisch verbonden met de VS en Israël. Zij kunnen wel eens de grote verliezers worden.
Er is enige overeenkomst met Georgië: men dacht met steun van de VS de winnende kaart te hebben, maar nu blijkt dat de VS uitgespeeld zijn. Er wordt op gegokt dat de andere partij niet militair ingrijpt, gebeurt dit toch, dan stort het kaartenhuis ineen.

Aan de andere kant heeft Hezbollah een aantal overwinningen behaald. Hoe gaat ze hier mee om? Wordt haar kracht (militaire optie) ook niet haar ondergang? Elke oplossing op termijn in Libanon kan niet anders zijn dan het omvormen van Hezbollah tot een politieke partij die geen bijzondere positie inneemt en er geen eigen leger of zoals je wilt bewapende militie op na houdt. Het betekent het inleveren van haar militaire macht voor de toekomst van een pluriform land.
Wat Hezbollah ook mag beweren, feitelijk is zij een staat binnen een staat. Het zijn niet alleen de wapens of communicatiemiddelen. Het zijn sociale voorzieningen zoals medische zorg,  scholen en ook de wederopbouw na de verwoestingen van de juli-oorlog. Als verzachtende omstandigheid kun je zeggen dat de Libanese staatsstructuur zo goed als afwezig is en dat je dus niet anders kunt. Vraag naar de toekomst is wel of Hezbollah nu de Libanese staat werkelijk gaat versterken of vooral de staat binnen de staat in stand houdt.
Zolang de VS een polariserende houding aannemen tegen Iran, zal er vanuit Iran druk zijn op Hezbollah om zich niet te veel te conformeren met de Libanese staat.
Een recent voorbeeld van ‘de staat binnen de staat’ is de herbewapening. Uiteraard kan dit nooit in het volledig geheim plaatsvinden. Het is onmogelijk om ongezien in korte tijd duizenden raketten vanuit Syrië over de weg naar het Zuiden te vervoeren. Dit kan alleen als je Libanon deels volledig in je greep hebt.
De laatste jaren komen met enige regelmaat berichten dat Hezbollah versterkingen opbouwt tussen de Hezbollah-gebieden in de Bekaa vallei en het Zuiden om zo een corridor te verkrijgen die volledig in handen is van Hezbollah. Militair strategisch gezien lijkt dit een logische stap. Wat er in de daar gelegen dorpen gebeurt met Hezbollah-tegenstanders of dorpen die in zijn geheel niet pro-Hezbollah zijn, is duister; er zijn berichten over uitkoop zowel als intimidatie.
De meest zwakke schakel van Hezbollah is de afhankelijkheid van Syrië als doorvoerland voor wapens, financiële en politieke steun. Hezbollah is druk doende geld te investeren in en buiten Libanon om haar onafhankelijkheid te vergroten. De snelheid waarin haar herbewapening plaatsvindt vanuit Iran via Syrië kan ook te maken hebben met de vrees dat de Syrië-route ook wel eens kan ophouden te bestaan mochten Israël en Syrië tot een overeenkomst komen.

Verschuivende posities
Syrië kruipt uit haar isolement door de nieuwe situatie in Libanon en ook door de onderhandelingen met Israël en hernieuwde Russische zowel als Franse belangstelling. Mocht de Libanese regeringscoalitie standhouden en de verkiezingen in 2009 zonder al te grote problemen verlopen, betekent dit internationaal gezien een toenadering tussen Saoudi Arabië en Iran, de twee regionale grootmachten. Dit kan van groot belang zijn voor de gehele toekomstige ontwikkeling in het Midden Oosten. Een meer zelfstandige ontwikkeling van de regio met minder invloed van de VS.

Israël, Libanon, Syrië en de Palestijnse Gebieden zijn uiteindelijk naar de toekomst zeer afhankelijk van elkaar wat betreft water, veiligheid en energietoevoer (olie en gas). Het is dan ook niet verwonderlijk dat Libanon en Syrië weer met elkaar rond de tafel zijn gaan zitten; hetzelfde gebeurt ook tussen Syrië en Israël in Turkije (buiten de VS om). Uiteraard is het voor Israël mede van groot belang om Syrië los te weken van Iran.
De VS heeft zich buitenspel gezet door alleen te spelen op de kaart van polarisatie en dreigen met geweld. De cederrevolutie was wat de VS betreft bedoelt om Hezbollah en Syrië volledig uit te schakelen. De realiteit is nu dat Hezbollah deelneemt in de regering en het voorbeeld is voor de bevolkingen in het gehele Midden Oosten, onafhankelijk of ze nu Sjiiet, Soenniet of wat dan ook zijn.

De twee landen die zichzelf lange tijd militair en politiek oppermachtig beschouwden, de VS en Israël, hebben een aantal gevoelige nederlagen geleden. De vraag is hoe zij dat gaan verwerken. Het is niet onmogelijk dat dit gebeurt door een nieuw militair avontuur.
Blijft de VS kiezen voor polarisatie dan kan het wel eens zo zijn dat ze de salafistische beweging, die raakvlakken heeft met Al Qaida, moeten gaan steunen om Libanon te destabiliseren en te proberen de macht van Hezbollah te breken.
De VS lijken zichzelf, gezien ook recentelijk de gebeurtenissen in Georgië, nog steeds als een unipolaire macht te beschouwen die de wereld kan beheersen terwijl de wereld zich al lang multipolair heeft ontwikkeld.
Door niet op die ontwikkeling in te spelen die een veel meer diplomatiek en concessie gericht optreden vraagt van de VS, maar voort te gaan op polarisatie en militair avontuur, zullen de VS zich steeds meer buiten spel zetten. Maar voorlopig zijn zij nog de grootste bokkade voor een meer vreedzame ontwikkeling in Libanon en het gehele Midden Oosten.