-
09 februari 2017
Waarom media mij niet teleurstellen
'Het journaal bericht niet over onze actie! Het journaal zoomt in op stenengooiende krakers maar laat het ME-geweld amper zien! Het journaal neemt het persbericht van de politie over, en laat onze, keurig op tijd gemaakte, goed geredigeerde en gespellcheckte persverklaring liggen! De krant schrijft negatief over... (vul maar in)! Media nemen elke uitspraak van Trump of Wilders over zonder factcheck! Kranten schrijven tendentieus over 'stromen vluchtelingen', criminaliteit en terreurdreiging zonder feiten eerst van mythen te scheiden!' Herkenbaar, nietwaar? Als radicale mensen ergeren we ons nogal eens aan media-berichtgeving. Achter veel van de ergernis schuilt teleurstelling, en achter die teleurstelling zit een illusie die we maar beter kwijt kunnen raken.
Al die vormen van verkeerde verslaggeving zijn nogal gebruikelijk, en kritiek er op is terecht. Wat vaak mis is, dat is de verwachting dat de media het wezenlijk anders 'zou horen' te doen, een verwachting waarin we worden teleurgesteld. Die verwachting wortelt in een illusie: het beeld van de media als waakhond van de democratie, als een onafhankelijke kritische macht tegenover de machthebber.
Er is voor teleurstelling echter geen reden, want het beeld van de media als democratisch orgaan is onzin. Dat wordt duidelijk als we de media als een bedrijfstak bekijken. Kranten, TV-zenders, omroepstations, nieuwswebsites en dergelijke zijn, of maken deel uit van, ondernemingen op een markt. Ze leverden een product of dienst, ontvangen daarvoor geld, herinvesteren dat geld zodat ze meer markt kunnen veroveren, meer afzet kunnen genereren en meer geld kunnen 'verdienen'. Dat is geen bijzaak. Dat is de essentie. Ze verschillen daarin niet van supermarkten, banken, agrarische sector, wapenindustrie, bouwsector, noem maar op.
Hoe doen media dat? De kern heet 'advertenties'. Abonneegelden en dergelijke zijn bijzaak. De krant is niet primair een bundeling van nieuwsartikelen. De krant is een bundeling van betaalde advertenties, hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Nu.nl. De jacht op kijkcijfers en clicks is een manier om advertenties onder ogen van zo veel mogelijk mensen te krijgen, zodat prijs en opbrengst omhoog kunnen. Nieuwmedia leveren en verkopen advertentieruimte Dat is de core-business van nieuwsmedia, tenzij ze rechtstreeks staatsorganen zijn..
Alléén advertentieruimte aanbieden zou echter amper kijkers, lezers en luisteraars trekken. Dus moet er een lokmiddel tussen. De berichtgeving is het lokmiddel. Het nieuws dient ervoor om mensen zo ver te krijgen dat ze die papierbundels vol advertentie kopen en lezen, dat ze de sites met al die advertenties aanklikken. Het doel van de operatie zit echter in de advertenties. Daar komt de winst immers vandaan, niet uit die paar mensen die achter de paywall kijken of een abonnement nemen.
Dat media kapitalistische bedrijven zijn, betekent dat ze kapitalisten aan het hoofd hebben. Het ligt voor de hand dat hun wereldbeeld doorklinkt in de berichtgeving. Dingen die totaal haaks op ondernemersbelangen staan, zul je in de media dan ook weinig aanreffen. Antikapitalisme en systeemkritiek staan haaks op wat eigenaars willen met bedrijf en maatschappij, en komt er dus niet of nauwelijks in.
Er is speelruimt voor variatie. Ondernemers willen geen antikapitalisme promoten. Maar ondernemers willen wel kijkcijfers en lezersaantallen. Dat kan betekenen dat zij kijkers en lezers naar de mond praten. Dat kan haaks staan op hun eigen voorkeuren. Als banken impopulair zijn, dan kunnen kranten wiens eigenaars belangen met topbankiers gemeen hebben, kritische berichten doorlaten en bijvoorbeeld Occupy relatief positief bespreken. De oorlog tegen Irak werd kritischer besproken naarmate die oorlog door meer mensen werd verworpen. Kranten en nieuwsmedia promoten in grote lijnen een prokapitalistuische, systeemconforme politiek. Lezers behagen kan daarmee wringen. Dat duidt op een spanningsveld. Verschillende media-bezitters lossen dat verschillend op. Voor sommigen is 'hun' krant wel degelijk ook spreekbuis voor eigen opvattingen, bij veel anderen overweegt de puur-commerciële afweging: wat verkoopt?
Wat ik hier schrijf geldt voor media als bedrijfstak. Maar media hebben personeel. Dat personeel gelooft vaak dat ze iets anders aan het doen zijn dan lege plekken vullen tussen advertenties. Journalisten zien zich vaak als ambachtslieden die een eerlijke boterham proberen te verdienen met serieuze berichtgeving en achtergrondinformatie. Voor sommige media is het bieden daarvan het gat in de markt dat ze proberen te vullen. Dat moemen we dan 'kwaliteitsmedia'. Hier is 'kwaliteit' een middel, vanuit het bedrijf gezien. Maar voor journalisten en redacteuren is die kwaliteit tevens een doel.Ook daar ligt een spanningsveld, als een journalist bijvoorbeeld een schandaal op het spoor is, er voor de zestiende keer over wil schrijven maar van hogerop te horen krijgt dat 'de lezers dat niet willen'. Markt botst met inhoud.
Het idee dat de krant er is voor onafhankelijke, kritische informatievoorziening, en nalatig is als ze die niet levert, kan dus op de schroothoop. Waarachtigheid, kritische distantie jegens de macht: gevestigde media streven dat helemaal niet na. Jammeren dat de Volkskrant tendentieus schrijft en vaak een Telegraaf voor een andere doelgroep is, lucht misschien op maar is verder zinloos. Onjuistheden en vertekeningen weerleggen zijn prima, felle kritiek op berichtgeving ook. Maar het doel is dan om zelf betere informatie en duiding te verschaffen, en er op te wijzen dat een commerciële bedrijfstak dit niet kan. Willen we eerlijke, van kapitaals- en staatsbelangen onafhankelijke informatievoorziening? Dan zullen we die moeten opbouwen. Kritiek op gevestigde media heeft in die context zin, maar de illusie dat de gevestigde media 'eigenlijk' die kritische media 'horen te zijn' is misplaatst.
Krijgen we een ingezonden stuk eens geplaatst in de Volkskrant? Komen we eens behoorlijk aan het woord in een programma? Doet een kritisch journalist een boekje open over de macht? Mooi meegenomen. Voor teleurstelling als dit niet gebeurt, is nauwelijks reden. De energie die we daarin steken, kunnen we beter stoppen in eign berichtgeving, eigen nieuwsvoorziening, eigen media in opbouw. Dat we daarbij gebruik zullen maken van wat de media leveren, is vooralsnog onontkoombaar. Maar hopen dat de media het werk gaan doen waar ze niet voor zijn toegerust en wat hun core-business ook helemaal niet is? Dat is misplaatste hoop. De core-business van media is doodgewoon money. Adequate, eerlijke informatievoorziening? Dat doen we beter zelf.