-
13 februari 2009
Solala
In de krant op het internet fietst opeens de term ”autarkie” voorbij. Een begrip dat ik decennialang nergens meer heb gehoord of gelezen. ’n Begrip dat allang geen begrip meer is. Dat bij vergeten schrijvers hoort, bij Roland Holst en Carmiggelt. Voorbij woord uit een vergeten taal.
Ik was nog scholier toen ik het erover had. Droeg lang haar en leende de lange, blauwe spijkerjas van mijn grote broer, rookte Gauloises en af en toe stuf. Stond voor de school en had het met mijn klasgenoten over autarkie. ’n Woord van de straat dus eigenlijk toen. Het hoorde bij de andere begrippen uit die tijd die vandaag tot gefronste wenkbrauwen leiden. Bij dingen als ”gedogen” en “gidsland“ en bij die hele fraaie: ”vermogensaanwasdeling”. Het waren weliswaar politici die die woorden verzonnen en in omloop brachten. Maar omdat die politici ook in een geleende jas rokend op straat stonden, riepen die woorden in tegenstelling tot vandaag geen schampere lach en verzet op maar datgene waarvoor ze werden bedacht: discussie. Wij van die school leerden niet om veel geld te verdienen maar om na te denken en nieuwe woorden te verzinnen. Wij werden ook politici. Daar was toen niets mis mee.
Autarkie had met het milieu van doen. Ook toen ’n bron van zorg. Je had “Lekkerkerk“ en zure regen en de afhankelijkheid van olie. Concrete problemen die om concrete oplossingen vroegen. De toenmalige premier had zich graag in zijn kloffie op elke straat in het land begeven om mensen persoonlijk te overtuigen van de ernst van de situatie en van de zwaarte van het offer dat van hen gevraagd werd. Maar wellicht omdat er haast bij was, werd de man in zijn beste pak in een televisiestudio gezet waar hij met een onwennige blik in de kamera vertelde dat de bomen niet tot in de hemel groeien en dat de economisch meest welvarende periode uit de geschiedenis van de mensheid achter ons lag. Klare, simpele taal waarvan niemand schrok, woorden die ieder ook zelf had kunnen verzinnen.
De finale vorm van “de economie van het genoeg“ zoals die toen werd geproclameerd, is autarkie. Ik ga jullie niet uitleggen waarom de politiek en de politici van die tijd zijn verdwenen. Waarom de term autarkie is verdwenen en een autarkist vandaag niet autarkist wordt genoemd maar gek. Feit is dat politici zich van de agora hebben teruggetrokken in een zwaar beveiligde vesting waar ze zich verdringen om voor de tv te komen. Feit is dat scholieren zich vandaag niet meer leren uiten in woorden maar in de prietpraat van de beeldcultuur: je bent je imago. Feit is dat de zure bomen nu tot in de hemel groeien. Feit is dat de huidige premier altijd op zijn zondags gekleed voor olie een bloedige oorlog voert.
En feit is ook dat autarkisten op de vingers van één hand te tellen zijn. Hier in Pori, zuidwest-Finland, komen ze alle vijf uit één familie, vormen dus een heuse dynastie. Stamvader van de plaatselijke autarkisten is Tapio –Tapsa voor kennissen- Solala. Tapsa heeft hier tien jaar geleden een plaatselijke afdeling van Friends of the Earth opgericht. Ik leerde hem kennen toen er in 2003 iets, wat dan ook, tegen de inval in Irak georganiseerd moest worden. Tapsa stond er toen en staat er altijd. Autoloze dag, Koopniets-dag, demo tegen kernenergie of voor de Palestijnen – Tapsa draagt er persoonlijk zorg voor dat er in dit suffe plaatsje iets aan gebeurt en in de krant komt. Hittegolf of twintig graden vorst, de man staat er. Als het moet in zijn uppie.
Tapsa heeft twee zoons, een dochter en een kleinzoon. Zoons en dochter stonden bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen alledrie kandidaat voor twee verschillende linkse partijen. Toen vader Solala werd gevraagd op wie hij had gestemd, antwoordde hij: „Ik heb nooit gestemd“. Maar zijn ogen glinsteren van trots dat zijn kinderen evenals hij zonder ophouden de ”ekonomie van het genoeg“ uitdragen. En dat zijn gedachtengoed al weer een generatie verder is ingeplant. Kleinzoon Walteri is twaalf maar ontbreekt nooit bij een demo. Toen de plaatselijke krant zich daarmee bemoeide en aan hem vroeg of hij wel wist waarover het allemaal ging, antwoordde het kereltje: „Ja hoor, dat weet ik. Bovendien is het lekker weer. Of moet ik van jullie computer gaan zitten spelen?”
Tapsa is onlangs gescheiden. Nu heeft hij een langgekoesterde wens in vervulling zien gaan. Hij heeft het kleinste hutje van de omgeving betrokken, zonder stromend water of elektra, vijf kilometer van de dichtstbijzijnde winkel, dertig kilometer van het stadscentrum. Naar de winkel loopt of fietst hij, naar het centrum gaat hij alleen als het echt moet en met de bus. In het hutje stookt Tapsa het niet warmer dan twaalf graden, voor de bloedsomloop stookt hij buiten de sauna. Op Kerstavond nodigde hij iedereen uit om de nacht in het krot door te brengen. Het was er vol, de sauna ook, we gooiden schoenen naar een portret van de Finse premier, Tapsa stelde voor dat we eens per maand zo bij elkaar kwamen.
Ik ken weinig mensen wie een scheiding zo goed heeft gedaan...