-
12 mei 2015
Vraagtekens rond glasvezel
Met glasvezel schijn je veel geld te kunnen verdienen. Vandaar dat in Nederland, dat toch al vooroploopt bij deze nieuwe ontwikkeling in de telecommunicatie, een ware glasvezellobby is ontstaan van bedrijven, die in gemeenten in heel het land de daarvoor benodigde kabels willen aanleggen, in hun kielzog gevolgd door providers die hun internet- en telecomdiensten via glasvezel aanbieden.
Gemeenten moeten voor de aanleg van de glasvezelkabels toestemming verlenen, althans deze aanleg gedogen, en kunnen daarvoor bij de uitvoering leges heffen en een zogenaamde ‘degeneratievergoeding’ vragen, een vergoeding voor eventuele schade die bij de aanleg van het netwerk - waarbij straten en trottoirs worden opengebroken - ontstaat aan wegoppervlakken. Gemeenten zien hierbij vaak hun kans schoon om, in deze tijden van onophoudelijke bezuinigingen, hun almaar groeiende begrotingstekorten aan te vullen, door bij de gretige glasvezelbedrijven soms forse kosten in rekening te brengen, en hebben dus financieel voordeel bij de aanleg van glasvezel, die er bovendien voor zorgt dat zij niet achterblijven in de vaart der volkeren.
Voor de burger, wonend in de straten waarin de ‘vezel’ wordt aangelegd, en die bestookt wordt met agressieve reclamecampagnes die tot doel hebben ook hem te verleiden zijn woning te laten aansluiten op het glasvezelnet dat immers reeds in zijn straat is/wordt aangelegd, en hem met een bijbehorend abonnement ‘toekomstbestendig’ te maken, wordt echter niet echt duidelijk gemaakt waarom hij zonodig zou moeten overstappen op zo’n glasvezelkabel, terwijl de coaxkabel die hij vaak al heeft ook prima voldoet. Volgens de Consumentenbond is glasvezelinternet niet beter dan internet via de kabel; alleen de ‘uploadsnelheid’ zou wat hoger zijn.
Dan de aanleg zelf van het glasvezelnet. Momenteel, terwijl de aanleg van glasvezel in grote delen van het land al is gerealiseerd, is de straat waarin ik woon aan de beurt om de zegeningen van de digitale toekomst te ondergaan en kan ik waarnemen hoe het daarbij toegaat. Het proces zorgt in ieder geval voor veel herrie van graafmachines en overlast door herhaaldelijk opgebroken trottoirs. Alle tegels daaruit worden verwijderd en, na het leggen van oranje kabels in een in het vrijgekomen zand gegraven geul, opnieuw gelegd.
Dit gebeurt in ploegen van zes man, die allemaal werken als paarden en waarvan opvalt dat ze vrijwel zonder uitzondering van Turks-Koerdische of Oost-Europese afkomst zijn en geen woord Nederlands spreken. Een paar dagen geleden stond ik achter zo’n in een oranje hesje gehulde grondwerker in de rij voor kassa van de supermarkt. Daar werd met de caissière gecommuniceerd in gebarentaal. Ook als je iets tegen ze zegt, verstaan ze je niet.
In mijn omgeving - in de Gelderse Graafschap - wordt glasvezelkabel aangelegd door Reggefiber, een bedrijf dat is gevestigd in het Twentse Rijssen, in handen is van KPN en glasvezelbekabeling in grote delen van het land realiseert. Reggefiber heeft als aannemer Volker Wessels Telecom in de arm genomen, die op zijn beurt het Rotterdamse bedrijf Selecta Infra als onderaannemer heeft ingehuurd dat in handen is van twee Turks-Koerdische eigenaren, die de grondwerkers ronselen in Turkije en Oost-Europa (er zijn onder hen ook Polen, Hongaren, etc.).
Pensions voor deze grondwerkers zijn, volgens de gemeentelijke ‘Toezichthouder Aanleg Glasvezel’ door Selecta Infra geregeld in Rotterdam en Den Haag. Naast lange en zware werkdagen worden de werknemers dus geconfronteerd met enorme reistijden. Deze handelwijze aanschouwend krijg ik geen goed gevoel. Dat wordt nog versterkt door een artikel van onderzoeksjournalist Marcel van Silfhout dat ik al googelend aantrof in het AD van 5 februari 2000 onder de kop ‘Illegalen maken digitale toekomst mogelijk’ en dat ook blijkt te gaan over de aanleg van glasvezel – ik wist niet dat men daar in het jaar 2000 al mee bezig was, of zou er een fout zijn geslopen in de datering?
Het stuk gaat over georganiseerde illegale arbeid in de kabelsector, die voortkomt uit het feit dat geen Nederlander nog wil graven en dit zware werk dus gedaan moet worden door veelal illegale buitenlandse werknemers uit een circuit waarin koppelbazen, zwartwerkers en uitbuiting aan de orde van de dag zijn. Deze koppelbazen zijn vooral van Turkse of Turks-Koerdische origine. “De hedendaagse Turkse, of Turks-Koerdische koppelbaas heeft de weg weten te vinden naar de Kamer van Koophandel om een heus uitzendbureau op te richten. En dubieuze boekhouders staan hem met raad en daad terzijde”.
De Arbeidsinspectie en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waaronder de Arbeidsinspectie valt zijn al sinds 1998 op de hoogte van de praktijken, maar geven geen prioriteit aan het probleem. “Die kabels moeten gewoon de grond in. Dat is in ons economische belang. Iedereen kijkt dus even de andere kant op. Ook al kost dat de schatkist honderden miljoenen guldens aan belastinggeld”. De in mijn omgeving actieve grondwerkers zijn, zoals gezegd, geronseld door het Rotterdamse bedrijf Selecta Infra, dat volgens de gemeentelijke toezichthouder eveneens Turkse eigenaren heeft. Het bedrijf is volgens zijn eigen website “een dynamische organisatie op het gebied van werving, selectie en detachering. […] Wij kunnen u voorzien van het volgende personeel te weten: graafpersoneel, machinisten, stratenmakers".
Aan dit glasvezelproject zit een luchtje. De conclusie van dit alles zou heel goed kunnen zijn: glasvezelbedrijven, providers en gemeenten verdienen veel geld aan de aanleg van glasvezel in Nederland, de burger wordt bedot (hem wordt een product aangesmeerd dat hij helemaal niet nodig heeft) en de Oost-Europese en Turks-Koerdische grondwerkers die het hele land voor 10 euro per gelegde meter bekabelen, worden uitgebuit.