Skip to main content
  • 04 maart 2009

Managementtrends als crisisversneller

Hans Boot

Velen verbazen zich over de snelheid  waarmee de financiële crisis over de wereld rolt, vervolgens nog sneller wereldwijd de kapitalistische economie overrompelt en inmiddels de werkgelegenheid doet kapseizen. Verklaringen in de sfeer van 'globalisering van de risico's' laten veelal de wereld van de productie en arbeid buiten beschouwing.

Ook die wereld is de laatste, pakweg, vijfentwintig jaar grondig veranderd. De magere, flexibele, in productieketens opgenomen onderneming is maximaal profijtelijk, maar tevens uiterst gevoelig voor storingen, is kwetsbaar en risicovol. Hier een drietal, als stellingen geformuleerde, illustraties. Ze gaan over managementtrends die zich het sterkst voordoen in de transnationale, industriële machtscentra. De koplopers dus.

Op bestelling

1.
Het arbeidsproces en dientengevolge het productieproces zijn zo door Marx' Plusmacherei gegrepen dat alles wat daar niet aan bijdraagt, als verspilling geldt. Zoals bijvoorbeeld de voorraadvorming, oftewel de productie voor het geval dat er een koper is. Onder het motto 'stilstand is achteruitgang' verschoof de traditionele levering 'uit het magazijn' naar productie 'op bestelling'.
Gerechtvaardigd door de ideologie van de klantvriendelijkheid wordt meer op order en meer op maat geproduceerd. Komt de klant niet, blijft de order uit, loopt de productie binnen de kortste keren terug.

2.
Aansluitend op het uitgangspunt 'het moet goedkoper' ging het productieproces op de schop. In zelfstandige onderdelen opgesplitst vindt uitbesteding plaats naar kleine en grotere ondernemingen die op hun beurt uitbesteden en tegelijkertijd aan het regiem 'op bestelling' onderworpen zijn. Waar nodig lenen ze op tijdelijke basis arbeidskracht in.
Zo ontstond regionaal, nationaal en internationaal een netwerk van wederzijdse afhankelijkheid, waarin de gevolgen van wegvallende orders zich in een mum van tijd voortplanten van de kern naar de periferie die zich op een andere continent kan bevinden.

3.
Omdat tijd geld is, is onbenutte arbeidstijd verspilling. Waar mogelijk, wordt in de tijd tussen order en levering gesneden. Tijdkrapte is dan ook de norm in alle schakels van de productieketen en binnen elke schakel voor elke afdeling en daarbinnen voor elke arbeidstaak. Arbeid als race tegen de tijd is één, dat vanzelfsprekend vinden is twee.
Zo'n tempofabriek kent geen reserves en streeft naar doelen die net over de grens van het haalbare gesteld worden. Zo'n 'vel over been' bedrijf en daarmee de keten kunnen geen stootje hebben. Stagneren de orders, dan blijft er tijd over en worden mensen overbodig.

Bedrijfsideologie

Zoals gezegd, deze managementtrends zijn op het concrete niveau van de productie en dienstverlening niet universeel. Maar door hun verdichting tot de bedrijfsideologie van de neoliberale onderneming is hun invloed aanzienlijk, zo niet algemeen. De eerste gaten in de kwetsbare werkgelegenheid zijn al gevallen, snel als door een giftig derivaat gebeten. Juist het paradepaard van de nieuwe economie, de zelfstandige zonder personeel, raakt orders kwijt, komt zonder werkloosheidsuitkering op straat en sleept zijn 'zelfstandige' hulpjes mee. De tijdelijke contracten die de sprong van werk naar werk zo zouden versoepelen, sneuvelen. Toeleveringsbedrijven komen droog te staan, uitzendondernemingen kunnen de klappen niet opvangen en in de bedrijfskernen zal de concurrentie om werk losbarsten.

Oplossingen? Op de korte termijn? Bij de te verwachten werkloosheidsexplosie? Meer dan ooit: arbeidstijdverkorting naar dertig uur, koopkrachtbehoud tot zo'n twee modaal, daarboven een snel stijgende, progressieve belastingverhoging. Een eenvoudig, begrijpelijk en aansprekend alternatief.