Skip to main content
  • 01 november 1991

Zorgen over mensenrechten in het VK

Mark Gerritsen

De rechten van mensen in Engeland en Wales

In juni is een rapport van Amnesty verschenen over mensenrechten in Groot Brittannië. In het rapport wordt aandacht besteed aan wangedrag van de politie, aan oneerlijke processen, arrestaties en veroordelingen op grond van de nationale veiligheid en aan asielzoekers. In het eerste deel van dit artikel zal ik ingaan op het rapport, in het tweede op het schenden van mensenrechten in Engeland in bredere zin.

rechtspraak

Het rapport begint met de beschrijving van wantoestanden tijdens de 'rechtsgang'. Dat er nogal wat misloopt blijkt uit het feit dat er in 1989 5283 klachten werden ingediend over wangedrag. Dit waren er alleen in Londen al 2372. Slechts 12 % van de klachten leidde tot disciplinaire of strafrechtelijke maatregelen tegen de betreffende politiemensen. De klachten worden ingediend bij de Police Complaint Authority, dit is een instelling die ernstige (!) klachten over de politie onderzoekt. Zij heeft geen recht om onafhankelijk onderzoek te doen, of rapporten over haar bevindingen te publiceren. Ze valt onder de politie. Degene die de klacht indient komt niet te weten of de aangeklaagde agent veroordeeld wordt. Veel mensen stappen naar een gewone rechtbank, in de hoop op een wat tastbaarder resultaat. In 1989 leidde dit in 87 gevallen tot schadevergoeding.

Er worden in het rapport drie voorbeelden gegeven van politieel wangedrag, dat in alle gevallen het toebrengen van ernstig letsel inhield. Een van de personen was, na een parkeerovertreding, tussen zijn benen geschopt en geslagen, met blijvende gevolgen. Na zijn arrestatie mocht hij geen doktersbezoek ontvangen.

In veel gevallen mochten mensen nadat ze gearresteerd waren geen advocaat zien. Verdachten werden onder druk gezet, soms werd voedsel, slaap of wassen onthouden. Er werden getuigenissen afgedwongen en in een aantal gevallen heeft de politie vermoedelijk getuigenissen zelf verzonnen. Wanneer de verdachte eenmaal een advocaat heeft, krijgt deze vaak bepaalde cruciale informatie niet. Er bestaat geen wettelijke verplichting om de verdediger alle informatie te geven.

Voor verdachten die niet in een goede financiële positie verkeren, vormt het verkrijgen van rechtsbijstand een probleem. Dit bemoeilijkt tevens het inschakelen van deskundige wetenschappers bij een rechtszaak. Deze ongelijkheid tussen de verdediger en de aanklager, die wel toegang tot alle middelen heeft, is in strijd met de Europese Conventie van de Rechten van de Mens, die Engeland mede ondertekend heeft.

De Prevention of Terrorism Act maakt het mogelijk iedereen die verdacht wordt van betrokkenheid bij terrorisme zeven dagen op te sluiten, zonder gerechtelijk bevel of toegang tot de advocatuur. De regering heeft de internationale rechtspraak die dit verbiedt, tijdelijk opgeschort.

broadwater farm estate

In 1985 stierf een zwarte vrouw aan en hartaanval tijdens een politie-inval. Tijdens de relletjes die daarop volgden werd een politieagent gelyncht. De politiemensen reageerden door de buurt, Broadwater Farm Estate, een half jaar lang te terroriseren. `s Nachts stampten ze door de flats, belden aan en als er niet opengedaan werd trapten ze de deur in. Er werden 360 mensen gearresteerd, waaronder veel jongeren. Verdachten werden in eenzame opsluiting gehouden, getuigenissen werden afgedwongen en mensen werden uitsluitend op grond daarvan veroordeeld. De politie dreigde met lange straffen, geweld en het arresteren van vrienden en verwanten. In sommige gevallen deed de politie alsof een formulier voor het aanvragen van rechtshulp ondertekend moest worden, en gebruikte de handtekening voor een getuigenis.

Een jongen van dertien is drie dagen lang verhoord, het grootste deel van de tijd gekleed in onderbroek en deken, zonder z`n ouders of een advocaat te mogen zien. De getuigenis die hij heeft afgelegd is later nietig verklaard. Ook een zeventienjarige jongen legde na tweeënhalve dag ondervraging een bekentenis af, later bleek hij een alibi te hebben. De meeste mensen die veroordeeld zijn, hebben de 'misdaad' begaan om deel uit te maken van een menigte, ten tijde van een misdrijf. Dit is vergelijkbaar met de situatie van de Zuidafrikaanse Sharpville Six.

Dan zijn er ook nog de Guilford Four, de Maguires en de Birmingham Six, allen ten onrechte veroordeeld tot zeer lange straffen. Van allemaal was al lang bekend dat ze onschuldig waren en toch bleef de zaak zich voortslepen. Er zijn honderden mensen in Engeland onterecht veroordeeld, die nu straffen uitzitten en wachten op een eventuele heropening van hun proces. Op 14 maart van dit jaar is een koninklijke commissie ingesteld die onderzoek moet doen naar het functioneren van het Britse strafsysteem. De vraag is of er echt iets zal veranderen.

In september 1989 werden drie IRA leden vermoord op Gibraltar. Het proces dat volgde maakte niet duidelijk of er een bewust gevoerde politiek bestaat om mensen om te brengen die ervan verdacht worden deel te nemen aan een gewapende oppositiebeweging. Volgens de uitslag van het proces waren de moorden in elk geval wettig.

buitenlanders

Bepaalde groepen buitenlanders lijden extra veel onder discriminatie, Amnesty noemt Arabieren(1) en asielzoekers. De rechtspositie van beide komt dikwijls in het gedrang.

Voor en tijdens de Golfoorlog werden zes Koeweiti en Bahriani gearresteerd op grond van de nationale veiligheid, twee van hen werden uitgewezen naar Iran. Negentig Irakezen en Palestijnen werden opgepakt, de meesten werden zes à zeven weken opgesloten. Het grootste deel kende de specifieke reden voor hun opsluiting niet en kon geen rechtsbijstand krijgen. Hun misdaad: het bezit van een Arabische nationaliteit(2). Nationale veiligheid is ook hier de deken die alles bedekt.

Asielzoekers worden zoveel mogelijk ontmoedigd. Er zijn beperkingen op toegang tot juridisch advies en vertegenwoordiging en grenzen aan het recht van parlementsleden om in individuele gevallen tussen beide te komen. Veel asielzoekers die wachten op uitspraak van hun aanvraag worden opgesloten. Engeland probeert bovendien de reismogelijkheden vanuit die landen die een groot vluchtelingenpotentieel hebben, te beperken. Steeds meer asielaanvragen worden afgewezen en er is vaak geen mogelijkheid om in beroep te gaan. Er wordt een voorbeeld gegeven van vijf Tamils, die eerst terug werden gestuurd naar Sri Lanka en pas van daaruit in beroep konden gaan.

niet in het amnestyrapport

Amnesty hanteert een heel krappe definitie van mensenrechten. Ik vind het onvolledig om te schrijven over de mensenrechten in een land, en me dan te beperken tot individuele gevangenen. Ik wil een aanvulling geven van misstanden die niet in het rapport staan. Hieronder volgt een, eveneens onvolledige, opsomming van schendingen van overige mensenrechten. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het recht op vrije meningsuiting, het recht op vereniging, het recht om niet gediscrimineerd te worden en het recht op een menswaardige behandeling voor gedetineerden.

De situatie in de gevangenissen is belabberd. Er zijn 48.000 gevangenen op 41.000 plaatsen. Soms zitten er drie mensen in een cel die voor eentje bedoeld is. Ook is er te weinig personeel en daarom moeten gedetineerden soms tot elf dagen wachten op een bad of schone kleren. Toiletemmers zijn algemeen gebruik. In Risley, een van de ergste gevangenissen, worden gedetineerden tenminste van vier uur 's middags tot half negen de volgende ochtend opgesloten. Het gebeurt geregeld dat mensen 23 uur achter elkaar in een cel worden gehouden. Omdat zelfs in een Engelse gevangenis zeven zelfmoorden in anderhalf jaar veel is, kwam een inspectieteam naar Risley. Het omschreef de situatie als "barbaars en vies" en "weerzinwekkende en onaanvaardbare toestanden". De beschrijving van een ex Risley gevangene vult dit beeld aan: "Het eten is altijd koud en waterig, het gebouw is vies en goor. Er zit snot en jus aan de muren. In het hele gebouw kruipen kakkerlakken zelfs in het eten , en niemand trekt zich iets aan van de klachten."

discriminatie

Uit het rapport 'Police and People in London', door het Policy Studies Institute, blijkt dat de Londense politie bepaald racistisch is. Discriminerend taalgebruik wordt door agenten onder elkaar als normaal beschouwd. Toch waren er in 1988 nog 434 gekleurde politieagenten op een totaal van 26.566. Een jong zwart persoon heeft drie keer zo veel kans dan gemiddeld om aangehouden, gefouilleerd en gearresteerd te worden. Cijfers uit andere rapporten geven aan dat 20% van al het geweld tegen zwarten van de politie afkomstig is. In '88 werd geschat dat twee jaar later de helft van de zwarte bevolking een strafblad zou hebben. Dit komt niet zozeer doordat de zwarte bevolking crimineler zou zijn, als wel door verschillende reacties op het gedrag van zwarten en van blanken. Voor kleine vergrijpen krijgen blanke jongeren vaak een waarschuwing terwijl jonge zwarte mensen die hetzelfde doen voor de rechter komen en een strafblad krijgen.

onderwijs

Het openbaar onderwijs in Engeland is zo slecht dat ouders hun kinderen liever dan naar zo'n 'buurtschool', niet naar school sturen. Aan de ene kant is dit uit racistische overwegingen (het percentage gekleurde kinderen is er hoog), aan de andere kant is er weinig waardering en geld voor leerkrachten. In East End wonen kinderen van acht die nog nooit op school zijn geweest. In de afgelopen jaren zijn duizenden leerkrachten gestopt met hun werk. Het komt voor dat er in een jaar tijd meer dan tien vervangers voor een klas staan en als er geen vervanger meer is worden de kinderen naar huis gestuurd. De kwaliteit van het onderwijs is daardoor laag.

Op particuliere lagere scholen zijn er 5 gegadigden voor 1 plaats. Het kind moet uiterlijk direct na de geboorte opgegeven worden voor zulk onderwijs, anders zal het zeker geen plek krijgen. En dat terwijl zo'n plaats 2500 gulden per trimester kost. Kinderen van rijkere ouders zullen daardoor beter onderwijs krijgen en het onderscheid tussen rijk en arm wordt in stand gehouden.

reacties

Onlangs heeft de regering besloten dat verzet het best in de kiem kan worden gesmoord. Kinderen en jongeren die zich schuldig hebben gemaakt aan een misdrijf moeten worden heropgevoed. Dat is geen stigmatiseren, vindt minister Pallen, kinderen die niet goed kunnen leren krijgen ook aangepast onderwijs. Minister Pallen is belast met de binnenlandse veiligheid. Directe aanleiding voor deze beslissing zijn de relletjes die in heel Engeland plaatsvinden. De werkloosheid is hoog, de behuizing slecht en er is geen uitzicht op verandering. Dit leidt met name onder jongeren tot verveling en agressie: een kwart van de misdrijven wordt gepleegd door mensen die jonger dan zeventien zijn. Dit gedrag leidt vervolgens weer tot maatschappelijke vervreemding. In plaats van te kiezen voor een socialer beleid, kiest de Engelse regering voor beheersmaatregelen als heropvoeding en meer politie.

controle

De media lijdt onder censuur en zelfcensuur. De TV staat onder curatele, programma's worden door een speciale commissie onderzocht op de hoeveelheid sex en geweld. Als er teveel van een van beide in zit mag het niet worden uitgezonden. Niets wat de staatsveiligheid in gevaar kan brengen mag worden uitgezonden of gepubliceerd: onder de nieuwe Official Secrets Act is dat bijna alles wat met de overheid te maken heeft.

De vakbonden zijn aan banden gelegd. Het gevolg is dat het ledental is gedaald van 12 naar 8 miljoen. Bij het afluistercentrum, de GCHQ, zijn mensen ontslagen omdat hun lidmaatschap van de vakbond niet te verenigen zou zijn met hun officiële functie. Onder het motto 'meer controle' is parlementair toezicht op de MI5, de plaatselijke BVD, ingesteld. In praktijk loopt het met die controle wel los, het enige wat veranderde is dat deze dienst nu legaal afluistert, brieven opent en inbreekt. Een andere wet, de Public Order Act, maakt het de politie mogelijk om routes van demonstraties tot op het laatste moment te veranderen en picketlines bij stakingen vrijwel onmogelijk te maken. Onder deze Act valt ook de beruchte Clause 28, die homosexuelen onderdrukt.

Afgelopen maand maakte premier Major bekend dat zijn regering streeft naar een klassenloze maatschappij. Vooralsnog is ze daar ver van verwijderd. Er heerst in Engeland een schijnbaar uitzichtloze situatie en wanneer daar verzet tegen rijst wordt dit hardhandig neergeslagen. Vanuit communistisch oogpunt is dit een goede methode om tot zo'n maatschappij te komen, maar ik vermoed dat Major dit niet zo bedoelde. Om de omstandigheden echt te verbeteren zou er een radicaal andere koers gekozen moeten worden. Deze stap zal binnen het bestaande systeem niet worden gezet.

Noten

(1) Arabieren is hier een term van Amnesty en wordt niet verder verduidelijkt.

(2) Ik bedoel hier een van de nationaliteiten van het Arabische schiereiland.

Over Amnesty

Amnesty International is een organisatie die zich uitsluitend richt op gevangenen. Ze wil vrijlating van gewetensgevangenen, dat zijn mensen die vastzitten op basis van overtuiging, huidskleur, geslacht, etnische afkomst, taal of geloof. Voorwaarde is dat de gevangenen geen geweld gebruikt of gepropageerd hebben. De organisatie wil eerlijke processen binnen een redelijke termijn voor politieke gevangenen en is tegen doodstraf, marteling en onmenselijke of vernederende behandeling of dergelijke straf voor alle gevangenen.

Amnesty International is een organisatie die zich inzet voor naleving van mensenrechten zoals ze omschreven zijn in akkoorden en verdragen. Het is verkeerd om te stellen dat zij uitgaat van de Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Dat is een principeverklaring, daarom niet bindend, staten zullen streven naar naleving. De Verklaring is uitgewerkt in twee verdragen die wel rechtsgeldig zijn, andere mensenrechtendocumenten zijn gebaseerd op deze verklaring.

Er zijn een aantal positieve kanten aan de benadering die Amnesty hanteert. De omzichtige manier van werken blijkt effectief te zijn, in veel individuele gevallen wordt de behandeling verbeterd en wordt de doodstraf omgezet in een celstraf. De rapporten van Amnesty International worden serieus genomen omdat ze objectief zijn.

Een afdeling van Amnesty mag niet voor een individu of groep in eigen land actie voeren, omdat dit zou (kunnen) betekenen dat de organisatie zich mengt in binnenlandse aangelegenheden. Ook dat draagt bij aan het objectieve, niet politieke stempel.

Er kunnen ook een aantal kanttekeningen geplaatst worden. In de statuten staat dat AI eerlijke processen, binnen redelijke termijnen voor alle politieke gevangenen wil. Dat betekent dat iemand die verdacht wordt van winkeldiefstal en al maanden in voorarrest zit (zie het artikel "De toekomst in Amerika" van Bertram Zagema in dit zelfde nummer), niet op steun van Amnesty hoeft te rekenen. De Zuidmolukse treinkapers die veel te hoge straffen kregen hoeven niet op steun van Amnesty te rekenen.

Bovendien zijn de gebruikte mensenrechtenverdragen gebaseerd op statenrecht. Ze gaan uit van burgers. Niet-burgers hoeven niet dezelfde rechten toegekend te krijgen. Wat ik zelf het meest bezwaarlijke vind is de niet-politieke opstelling. Het beleid van een regering wordt niet afgekeurd, alleen de gevolgen van een beleid. Amnesty zal nooit echte veranderingen teweegbrengen, alleen zal de machine beter gesmeerd worden. Dit blijkt alleen al uit het bedenken van de 'onzichtbare' martelmethoden. Regeringen zullen meer op hun hoede zijn.

Sacha van Ruth

Noord Ierland bron van zorg voor Amnesty International

Amnesty's publicatie vat de misstanden in Noord Ierland van begin jaren '80 tot halfweg 1991 duidelijk samen. Wanneer men bedenkt dat Noord Ierland al vanaf 1978 een bron van zorg is voor Amnesty, kan men na lezing van het somberstemmende 'Human Rights Concerns' veilig concluderen dat het nog lange tijd zo zal blijven.

mishandelingen

Amnesty stelt vast dat het op een monitor volgen van verhoren, zoals dat in de Noordierse verhoorcentra regel is geworden dankzij de eerdere bemoeienis van de organisatie, in de praktijk geen garantie blijkt te bieden voor het geweldloos verhoren van verdachten. Het zijn voornamelijk personen die zijn aangehouden op grond van antiterrorismewetgeving Emergency Provisions of Prevention of Terrorism Act (PTA) die met onrechtmatig politieoptreden te maken krijgen.

Een voormalige arrestant vertelde Amnesty dat de agenten, die hem in oktober 1990 een verhoor afnamen, hem vertelden de camera in de hoek van de kamer te negeren omdat die buiten werking was. Om dit te bewijzen hadden zij hem vervolgens geslagen. Van de zijde van de Noordierse politie, de Royal Ulster Constabulary (RUC), is nooit gebleken dat agenten, die een verhoor via de monitor observeerden, zijn opgetreden om mishandelingen te stoppen. Niet alleen Amnesty is zich bewust van het falen van het monitorsysteem. Ook de van overheidswege ingestelde Northern Ireland Standing Advisory Commission on Human Rights onder leiding van Lord Colville kwam met de aanbeveling verhoren van verdachten die zijn aangehouden op grond van antiterrorismewetgeving, standaard op video vast te leggen. Een betere garantie voor een rechtmatige behandeling lijkt de aanwezigheid van advocaten bij verhoren. In Engeland en Wales hebben verdachten die zijn aangehouden op grond van de PTA dit recht, in tegenstelling tot in Noord Ierland, wel.

systeem

Dat de RUC niet altijd even waardig optreedt, blijkt uit de cijfers over de tegen haar ingediende klachten: 612 klachten in 1987, 351 in 1988, 319 in 1989. Hiervan werden in 1987 4 gevallen en in 1988 1 geval na intern RUC onderzoek voldoende bewezen geacht om disciplinaire maatregelen te nemen tegen de schuldige agenten.

De dalende lijn in ingediende klachten lijkt een afname te suggereren. Maar Dennis Faul, priester en mensenrechtenactivist uit Dungannon, zegt dat geen van de duizenden aanklachtprocedures die hij heeft begeleid een succesvolle afloop heeft gehad. De daling wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een steeds geringer wordend vertrouwen van de Noordierse burgers in het nut van het indienen van een klacht.

De opmerkelijke bevindingen van een Nederlandse arts die in 1988 en 1990 onderzoeksmissies in Noord Ierland uitvoerde voor Amnesty geven een andere verklaring voor de daling. Tijdens zijn eerste missie trof hij bij twee van de door hem onderzochte personen genezende littekens van geperforeerde trommelvliezen aan, die volgens de slachtoffers het gevolg waren van mishandelingen in de RUC verhoorcentra Strand Road in Derry en Castlereagh nabij Belfast. In 1990 bleek het medisch gezien moeilijker verwondingen vast te stellen. De arts vertelt:

"We zijn in Strabane geweest, waar we met tien mensen hebben gesproken, maar bij niemand blijvend letsel konden aantonen. Je hebt dan het gevoel dat ze (de RUC, MG) wijzer zijn geworden; men probeert op te passen om geen blijvende schade aan te richten. Het behoort tot... het systeem, hè? De verhalen van de mensen zijn zo eensluidend, dat je toch een beeld krijgt. Iemand met een ander verhaal zou opvallen. Men heeft ook geen behoefte om dingen te overdrijven of anders voor te stellen. Ze vertellen hun verhaal, zoals het daar toegaat. Dus om een goed beeld van de werkelijkheid te krijgen is het waardevol, want je krijgt een consistent idee".

fataal

De arts, die ook Afrikaanse en Zuidamerikaanse vluchtelingen heeft onderzocht die in Nederland politiek asiel aanvragen, is zich er wel van bewust dat er een groot verschil bestaat in de wijze van mensenrechtenschendingen tussen de regio's waar die vluchtelingen vandaan komen en Noord Ierland. Maar, zo merkt hij op: "Als je kijkt naar de "killings", zie je dat er toch mensen door de officiële macht vermoord worden". De doodseskaders van het Israëlische leger die, zoals recentelijk officieel werd toegegeven, sinds 1987 in de bezette gebieden oppositionele Palestijnen om het leven brengen, hebben collega's in de RUC en in de Special Air Services (SAS), een elite eenheid van het Britse leger. De leiding van de Britse veiligheidstroepen heeft dit echter in tegenstelling tot de Israëlische nooit toe willen geven.

Het rapport besteedt veel aandacht aan het shoot to kill beleid dat sinds 1982 in Noord Ierland en zelfs al op Gibraltar gevoerd wordt. Keer op keer vinden er incidenten met fatale afloop plaats, die er sterk op wijzen dat de Britse autoriteiten toestaan dat mensen, die ervan verdacht worden lid te zijn van gewapende oppositiegroepen worden vermoord in plaats van gearresteerd.

niet openbaar

Amnesty's onderzoek naar dit aspect van het Britse optreden begon eind '82. Toen werden bij drie incidenten zes ongewapende mensen doodgeschoten door een geheime antiterrorisme eenheid van de RUC. Naar aanleiding van twee van die incidenten werd een politieonderzoek ingesteld, maar geen van de verdachte agenten werd veroordeeld. Alras bleek dat de hogere echelons van de RUC valse onderzoeksrapporten hadden opgesteld en de betrokken agenten hadden geïnstrueerd om onder bescherming van de Official Secrets Act valse getuigenissen af te leggen. Dit leidde tot een onderzoek door John Stalker van de politie uit Manchester, die vastbesloten was de zaak tot op de bodem uit te zoeken. Tegen hem werd echter een lastercampagne gestart, waarna hij werd geschorst en vervolgens ontslag nam. Colin Sampson, eveneens afkomstig van mainland Britain, nam Stalker's werk over, maar de resultaten van zijn onderzoek zijn nooit openbaar gemaakt.

Sinds 1969 zijn in totaal 339 mensen gedood door leden van de veiligheidstroepen. Slechts 21 maal werd justitiële vervolging ingesteld, waarbij het tot 1 voorwaardelijk vonnis wegens doodslag en 1 veroordeling wegens moord kwam. Dit laatste betrof Private Thain, die levenslang kreeg, maar na 27 maanden cel weer dienst mocht nemen in het leger. De RUC heeft inmiddels ingestemd om naar toekomstige shoot to kill incidenten waarbij het korps betrokken is altijd onderzoek in te laten stellen door politiefunctionarissen van elders uit het Koninkrijk. Incidenten met dodelijke afloop, waarbij Britse soldaten betrokken zijn, blijven echter een interne aangelegenheid van het leger.

serious crimes

Amnesty rapporteert uitvoerig over de gebrekkige wijze, waarop de autoriteiten shoot to kill incidenten onderzoeken. Op vele manieren kan het rechtmatig verloop van een onderzoek legaal gehinderd, vertraagd of geblokkeerd worden. Zo hoeven leden van de veiligheidstroepen niet in het getuigenbankje te treden als hun zaak voor de rechter komt. Zij mogen volstaan met een schriftelijke getuigenis, waardoor advocaten van slachtoffers niet de mogelijkheid hebben om hen aan het in het Britse recht gebruikelijke kruisverhoor te onderwerpen. Familieleden van slachtoffers hebben geen recht op pro deo juridische bijstand. Het instellen van een onderzoek kan tot lang na het feitelijke gebeuren vertraagd worden. Zo is op de reeds genoemde slachtoffers uit 1982 nog steeds geen lijkschouwing verricht. Familieleden van het in december 1990 onder dubieuze omstandigheden door Britse soldaten dood geschoten Sinn Fëin lid Fergal Caraher, op wie wel autopsie is verricht, is echter inzage in het bijbehorende rapport geweigerd.

De zaken van de Guildford 4, Birmingham 6 en de familie Maguire blijven niet onvermeld in het Amnesty rapport. Verder komt ook aan bod het West Midlands Serious Crimes Squad dat destijds verantwoordelijk was voor het verhoren van de Birmingham 6. Sinds juni 1989 is deze afdeling van de politie van Birmingham talloze malen beschuldigd van het fabriceren van bewijzen, het afdwingen van bekentenissen en van racisme. Het naar deze beschuldigingen ingestelde interne onderzoek is nog steeds niet afgerond. Inmiddels is wel duidelijk geworden dat vele belangrijke documenten verdwenen zijn. Twee nog werkende agenten en een gepensioneerd lid van het politiekorps van Surrey zijn onlangs vrijgesproken van samenzwering met als doel de rechter te misleiden in de zaak van de Guildford 4.

De instelling van een Royal Commission die naar aanleiding van voornoemde zaken het Britse strafrechtsysteem moet gaan herzien, wordt door Amnesty voorzichtig positief gewaardeerd. De ambassadewoordvoerder lichtte toe dat de aanbevelingen of conclusies van deze commissie geen verplichtend karakter hebben voor de Britse regering, maar dat zij er wel kennis van moet nemen.

onpartijdig

De samenwerking tussen veiligheidstroepen en loyalistische, paramilitaire groepen, die in 1989 na de moord op Loughlin Maginn door de Ulster Volunteer Force (UVF) voor het eerst officieel bekend werd, is ook niet aan Amnesty's aandacht ontsnapt. De UVF claimde dat Maginn een verbindingsofficier was van de IRA. Nadat dit ontkend werd door de familie van het slachtoffer, speelde de UVF een journalist een RUC dossier over Maginn toe, waarop zij haar wetenschap baseerde. Korte tijd hierna werden Britse en Ierse journalisten door zowel leden van de veiligheidstroepen als loyalistische paramilitairen overstelpt met vertrouwelijke dossiers. Een en ander leidde tot een onderzoek door John Stevens, die concludeerde dat er incidenteel sprake was van samenwerking tussen de handhavers van "law and order" en loyalistische schenders daarvan.

In deze context kwam een Ierse krant met een verhaal over het bestaan van een Inner Circle, een groep binnen de RUC met als doel het republikeinse terrorisme te vernietigen en het Anglo Iers Accoord te torpederen. De hoofdcommissaris van de RUC deed deze laatste beschuldiging af als "flagrante nonsens" en zei dat Stevens haar zou onderzoeken. Of Stevens er in is geslaagd de Inner Circle bloot te leggen, is nooit bekend gemaakt. Amnesty noemt het "onfortuinlijk" dat het Stevens onderzoek zich beperkt tot de in '89 uitgelekte documenten en geen aandacht besteedt aan de bewijzen dat samenwerking tussen veiligheidstroepen en loyalisten al een jarenlange praktijk is. Stevens vond vooral schuldigen binnen het Ulster Defence Regiment, een Noordiers onderdeel van het Britse leger en binnen de Ulster Defence Association, een legale, loyalistische, paramilitaire organisatie. De handhaver van de wet, de RUC, bleef buiten schot.

traditie

De in Noord Ierland gangbare praktijk van het zonder voorliggende aanklacht in hechtenis nemen van verdachten wordt door Amnesty bekritiseerd.

Op 14 november 1989 verklaarde de Britse regering publiekelijk dat zij zou afwijken van artikel 5 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en van artikel 9 van het Internationale Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten. Beide artikelen leggen vast dat een verdachte zo spoedig mogelijk na zijn aanhouding aan een rechter moet worden voorgeleid. Amnesty heeft hierover bij de Britse minister van Binnenlandse Zaken aan de bel getrokken. Het Verenigd Koninkrijk is reeds enige malen veroordeeld door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In 1988 bijvoorbeeld wegens overtreding van voornoemd artikel 5. Dit vonnis van het Hof betrof een aantal mensen dat in Noord Ierland werd aangehouden op grond van de PTA.

De PTA geeft het veiligheidsapparaat vergaande bevoegdheden tot aanhouding en in hechtenis nemen, die strijdig zijn met het bewuste artikel van het EVRM. De Britse regering laat zich niets gelegen liggen aan dergelijke veroordelingen en kan dat legaal doen, want artikel 15 van het EVRM geeft een staat de mogelijkheid van bepaalde artikelen af te wijken in tijden, waarin de staatsveiligheid in het geding is. John Major verkondigt weliswaar dat Europa zijn land na aan het hart ligt, maar leden van zijn eigen kabinet interpreteren vanuit het belang van de eigen ministersportefeuille Europese Verdragen slechts naar de letter en niet naar de geest.

Amnesty International is in haar geschiedenis zowel door dictatoriale regimes als door democratische regeringen verguisd, maar de gedegenheid waarmee de organisatie te werk gaat, maakt iedere kritiek krachteloos. De organisatie laat de feiten spreken en houdt zich verre van politieke uitspraken en wordt juist daarom in brede kring gerespecteerd. Dat heeft er echter nog niet toe mogen leiden dat de organisatie zichzelf overbodig heeft weten te maken. De Nederlandse arts zegt, gevraagd naar het van dit rapport te verwachten resultaat: "...Engeland wil graag het voorbeeld zijn van een westers, geciviliseerd land. De organisatie van haar recht heeft heel lang een voorbeeldfunctie in de wereld gehad; dat heeft te maken met het geweldige koloniale rijk dat ze gesticht hebben en daarmee dat het een soort van onkreukbare vorm van recht is. Dat is een imago, waar ze maar eens over na moeten denken".

Het beeld dat het buitenland van de Britten heeft, wordt voor een groot deel bepaald door het Britse gevoel voor traditie. In het zelfgeschapen Ierse vraagstuk dat al sinds de negentiende eeuw op Westminster's politieke agenda staat, heeft de Britse politiek zelden meer dan een weinig constructieve houding tegenover de (Noord )Ieren ingenomen. Die houding is zelf welhaast een 'traditie' geworden en het laat zich dan ook niet aanzien dat dit het laatste rapport van Amnesty International over mensenrechtenschendingen in het Verenigd Koninkrijk is.

Mark Gerritsen (Ierland Komitee)