Skip to main content
  • 01 juni 1991

Dekolonisatie van de verbeelding

Sacha van Ruth/Herbert Bitter

'De dekolonisatie van de verbeelding, het nieuwe Europa en zijn anderen,' was de titel van een conferentie die gehouden werd in Paradiso, Amsterdam. Drie dagen werd gepraat over de dominante invloed van Europa en wat dit betekend heeft voor niet westerse culturen. Een dertigtal spreeksters en sprekers uit de gehele wereld (ook veel uit de Derde Wereld) waren aanwezig, onder hen Gayatri Spivak, Nawal el Sadaawi, Ngugi wa Thiong'o en Bernadette McAliskey Devlin.

Bovenstaande namen en een aantal stellingen in de inleiding van de conferentiebrochure, leken een weekend confereren de moeite waard te maken. Zo stelde men op de eerste pagina van die brochure dat dekolonisatie van de politiek reeds plaatsgevonden zou hebben en het proces van intellectuele bevrijding op gang was gekomen. Met de laatste stap, de culturele dekolonisatie, hoopte men door de conferentie een begin te maken.

Vragen die daarbij van belang zijn en besproken zouden worden, waren: betekent de Europese eenwording dat Europa haar grenzen hermetisch zal sluiten voor immigranten en handel? Zal het leiden naar een monocultureel continent waarbij de Europese cultuur triomfeert? Ook stelde men dat nu de oost-west-verhouding is veranderd, Europa op zoek zal gaan naar een nieuwe vijand.

Al deze vragen zijn al jaren onderwerp van reflectie op velerlei terreinen:  literatuurstudies, kritische antropologie, massacommunicatie, feminisme en politieke psychologie. Voor niet-westerlingen (ook die die in Europa wonen) is het analyseren van Europese beelden over hun regio's en identiteiten van belang om zo te zien hoe het de continenten heeft gekleurd.

Het doel van de conferentie was een bijdrage te leveren aan de discussie over de identiteit van Europa, dit met behulp van lezingen en discussies. Naast spreeksters en sprekers uit de gehele wereld, bestond ook het publiek uit vele nationaliteiten en kleuren.

Aangezien de toekomst van de wereld ook ons bezighoudt, willen we uitgebreid aandacht besteden aan deze conferentie. Allereerst willen we een aantal kanttekeningen maken bij, vooral, de eerste twee dagen van de conferentie. Natuurlijk is het belangrijk de bestaande situatie te analyseren, vast te stellen wat de culturele gevolgen zijn van de westerse kolonisatie. Maar het is niet genoeg. Het gaat er ook om methoden voor dekolonisatie te vinden.

Daarna volgt de lezing van de Egyptische arts en schrijfster Nawal el Sadaawi, aangevuld met een interview. Dan de lezing van de Noord-Ierse activiste Bernadette McAliskey Devlin.

Tenslotte een artikel over Kenia, aangevuld met een interview met de Keniaanse banneling en schrijver Ngugi wa Thiong'o.

wiens verbeelding?

Voor je de verbeelding kunt dekoloniseren, moet zij gekoloniseerd zijn. Gekoloniseerden nemen normen en waarden over van hun feitelijke overheersers en verinnerlijken deze. De bestaande situatie wordt geaccepteerd en zelfs juist gevonden.

De 'ander' is het voorbeeld van hoe het zou moeten. Deze toestand zal pas veranderen als de gekoloniseerde beseft die waarden overgenomen te hebben en ook de wil heeft hier zijn eigen normen en waarden voor in de plaats te stellen. Dit is bewustwording, de verbeelding vrij maken is daar een onderdeel van, evenals het dekoloniseren van de politiek en het intellect. Bewustwording is beangstigend, je wordt een individu, de veiligheid van de massa valt weg. De confrontatie met machthebbers is onvermijdelijk, omdat zij hun privileges niet willen delen. Staan zij een deel van hun macht af, dan is het altijd bedoeld om de tegenstander beter in hun systeem te verankeren. Daarom leidt macht die je krijgt altijd tot afhankelijkheid. Macht kun je niet krijgen, macht moet je nemen. Als iemand je macht kan geven, sta je altijd onder hem.

Maar Nawal el Sadaawi zei in haar lezing dat je de verbeelding niet gedeeltelijk kunt dekoloniseren, niet alleen nationaal of internationaal. Voor echte bewustwording is strijd op alle fronten nodig, dus ook met je vader of binnen relaties. Want ben je eenmaal bewust dat je onderdrukt wordt, dan kun je niet meer passief toekijken, in geen enkele situatie. Dit zou te pijnlijk zijn voor het nieuwe zelfbewustzijn. Als je eenmaal leert zien, kun je niet meer je ogen sluiten.

Uit dit concept van strijd voor bewustwording volgt de meest fundamentele kritiek op de conferentie. Tijdens de bijeenkomst zou het, volgens de brochure, vooral gaan over de Europese verbeelding. Maar voor mensen in niet-Europese culturen is dit niet het belangrijkste (gelukkig gingen met name Bernadette Devlin en Nawal el Sadaawi wel hier op in). Wil er mondiaal wezenlijk wat veranderen, zullen onderdrukte mensen zelf bewust moeten worden, zelf strijd moeten leveren. Want de strijd 'an sich' is van wezenlijk belang. De directe confrontatie met onderdrukkers is noodzakelijk voor het gevoel van eigenwaarde. Verder maakt de strijd duidelijk hoeveel datgene waar je voor vecht waard is en ook hoe ver machthebbers zullen gaan om te voorkomen dat macht'zoekers' echt bereiken wat ze willen.

Bovendien kunnen wij niet anderen tot bewustwording laten komen, kunnen wij hoogstens proberen de omstandigheden zodanig te veranderen dat het makkelijker voor hen wordt dit te bereiken. Wil je toch proberen bewustwording op te leggen, dan houd je de intellectuele en culturele invasie in stand. Je kunt de verbeelding niet vrij maken door bewustwording op te leggen. Want iemand bewust maken is iemand scheppen naar jouw beeld, terwijl bewustwording jezelf naar je eigen beeld maakt, naar wat je zelf wilt. Bewust'making' is altijd onderdrukkend.

samen in de strijd

Natuurlijk is het ook voor ons belangrijk onze individuele verbeelding te bevrijden van opgelegde waarden en ideeën, wat ook aangegeven word door Nawal el Sadaawi en Bernadette Devlin. Behalve dat het onze enige mogelijkheid is om een volwaardig mens te zijn, kunnen we het zo ook voor anderen, met name in de Derde Wereld, makkelijker maken zich te ontwikkelen, door de omstandigheden te verbeteren.

Daarbij valt te denken aan kleine dingen, misschien marginale zaken, zoals het "anders consumeren", om economische structuren te veranderen. Of het financieel steunen van bepaalde vakbonden, die het individu bescherming bieden. Maar er zijn ook verdergaande mogelijkheden. Want wij in het westen kunnen onze verbeelding vrij vergaand dekoloniseren voordat de machthebbers met geweld ingrijpen (ze zullen wel proberen ons in te kapselen, maar dat is een ander probleem). Omdat dit kan, zullen wij moeten proberen onze machtsstructuren te veranderen want daardoor kunnen die elders ook niet hetzelfde blijven. Willen we iets veranderen, zullen zowel Europeanen als niet-Europeanen hieraan moeten werken.

Sacha van Ruth/ Herbert Bitter