Skip to main content
  • 12 september 2009

Normatief Europa

Ronald van Haasteren

Europa beschouwt zich graag als een buitenbeentje in de harde wereld van de internationale politiek. De 'normatieve kracht Europa' zou, in tegenstelling tot erkende realpolitieke naties als Amerika, Rusland en China, niet het strategische, politieke en economische eigenbelang vooropstellen maar mensenrechten, rechtvaardigheid en vrijheid. Volgens de aanhangers van het idee van een normatief superieur Europa is deze bijzondere karaktertrek van Europa terug te voeren tot haar ontstaansgeschiedenis: getekend door twee wereldoorlogen en dictaturen van verschillende smaak, zou het oude continent beter dan anderen begrijpen dat naakte macht niet de beste grondstof is voor stabiele internationale verhoudingen.

Europa hult zich ook graag in dezelfde superieure normatieve mantel waar het gaat om terrorismebestrijding. In tegenstelling tot de cowboys uit Amerika zou Europa niet direct de grondwet en de burgerrechten door de versnipperaar draaien met een beroep op het ongekende gevaar dat uitgaat van Bin Laden c.s. Nu vallen bij dit hallucinerende zelfbeeld uiteraard allerlei kleine en grote kanttekeningen te plaatsen. Weet u bijvoorbeeld nog wat rendition ook al weer betekende? Het is de door de Amerikanen gebezigde praktijk om terrorismeverdachten overal ter wereld van straat te plukken, in geheime gevangenissen op te sluiten zonder dat iemand daar weet van heeft, internationale organisaties buiten de deur te houden en zo in alle rust buitenwettelijke ondervragingsmethoden op de gevangenen los te kunnen laten. Voor een Europeaan die zijn geschiedenis een beetje kent, zouden allerlei historische alarmbellen moeten gaan rinkelen. Had Europa niet een vergelijkbare praktijk in de jaren veertig gekend, bekend als Nacht und Nebel?

Heel Europa haastte zich dan ook om rendition - toen ontkennen niet langer hielp – te veroordelen. Heel Europa? Nou, niet helemaal. Uit naspeuringen van Dick Marty van de Raad van Europa bleek gaandeweg dat diverse Europese regeringen flink wat boter op het hoofd hadden. Delen van het Italiaanse inlichtingenapparaat waren bijvoorbeeld de Amerikanen meer dan behulpzaam geweest bij de ontvoering van een terrorismeverdachte van Italiaanse bodem. Geheim agenten van de Duitse en Britse inlichtingendiensten bezochten de van de aardbodem verdwenen terrorismeverdachten in hun black spots om te horen wat die te melden hadden – daartoe aangezet door fijnzinnige technieken als waterboarding.

Dick Marty ontdekte nog meer: in Polen en Roemenie bleken geheime gevangenissen door de CIA te zijn gebruikt om de terrorismeverdachten al dan niet tijdelijk op te sluiten en aan hardhandige verhoren te onderwerpen. Foei, zeiden andere Europese regeringen, dat mag natuurlijk niet, als het waar zou zijn. En of het waar is, lieten diezelfde regeringsleiders afhangen van de plechtige verklaringen van hun collega-regeringsleiders, die uiteraard het nieuws ontkenden. En zo verdween het onderwerp langzaam in de doofpot. Het normatieve Europa, geconfronteerd met illegale ontvoeringen en martelpraktijken op het eigen grondgebied, keek snel de andere kant op. Vorige maand werd bekend dat nog een Europese lidstaat dienst had gedaan als geheim detentiecentrum voor de CIA: Litouwen. Het bericht haalde nauwelijks de Europese kranten, laat staan de politiek. Het verleidde Dick Marty tot de oproep aan de Europese regeringen om nu eindelijk eens in het reine te komen met deze ‘schaamtevolle periode'. Sindsdien is het weer geheel stil rond het onderwerp. Misschien zijn de Europese regeringsleiders het diep in het hart wel eens met het commentaar van de CIA op de recente onthullingen: ‘Wij reageren nooit op dit soort aantijgingen. Het gevaar van het verspreiden van zulke beschuldigingen is duidelijk. Ze kunnen potentieel een bedreiging vormen voor de levens van miljoenen mensen. Dat is onverantwoordelijk’.