Skip to main content
  • 01 december 2005

Leve de Europese democratie!

Ronald van Haasteren

Woensdagochtend 30 november, tien uur ’s ochtends. Minister Donner van Justitie, vergezeld van een indrukwekkend stoetje ambtenaren, kijkt minzaam naar de vijf fractiespecialisten die tegenover hem plaatsnemen. De minister overlegt met de Kamer over de Europese justitiesamenwerking. Alhoewel, overleggen? De Kamerleden torsen allemaal een indrukwekkende stapel dossiers met zich mee, die ze nauwelijks hebben gelezen en waarvan het overgrote merendeel geheim is voor de burger. In krap twee uur worstelt de Kamer zich door een agenda van tientallen punten. De minister leest een aantal door zijn ambtenaren uitgeschreven antwoorden op, negeert moeilijke vragen, maakt een grapje hier en een grapje daar en spoedt zich terug naar zijn departement. Zo, de parlementaire democratie heeft haar zegenrijke werk weer gedaan.

Wat er op de agenda stond? Onder meer Europese plannen om radicalisering en terrorisme te bestrijden. Wat die plannen behelzen? We zullen het niet weten, want overal staat het stempeltje ‘geheim’ op. De Europese burger mag niet weten wat in zijn of haar naam aan terrorismebestrijding wordt gedaan. De plannen blijven geheim, bevestigt Donner, ook als ze officieel tot Europees beleid zijn verheven. Uit enige loslippigheden in de internationale pers blijkt dat er nogal wat op het spel staat. De Europese Unie wil haatzenders aanpakken, ondersteuningsnetwerken verstoren, profielen ontwikkelen om potentiële terroristen pro-actief te ontmaskeren, contrapropaganda stimuleren, meer controle op internet, reisverboden invoeren, het aanzetten tot haat verbieden en nog wat van dergelijke zaken.

Vreemd. In Nederland publiceerde de AIVD enige tijd geleden een openbaar rapport over radicalisering en rekrutering. In de Tweede Kamer werd in het openbaar gediscussieerd over de daarop gebaseerde beleidsnotities van het kabinet. Grote steden als Amsterdam en Rotterdam bediscussiëren ook publiekelijk lokale actieplannen tegen radicalisering en rekrutering. Begrijpelijk, want al deze voorstellen hebben in potentie verreikende gevolgen voor de burgerrechten. Het lijkt toch een minimale eis in een rechtsstaat om de burger op de hoogte te brengen, en te betrekken bij beleid dat burgerrechten inperkt.

Niet in Europa. Daar maken de ministers geheime plannen en voeren die in het geheim uit. Europa, dat was toch de bakermat van de verlichting, democratie en mensenrechten, als we de ronkende taal mogen geloven die in elk Europees beleidsstuk terug te vinden is?

Godzijdank zijn de justitieministers van de Europese lidstaten waarschijnlijk wel bereid om binnenkort de officiële Europese strategie tegen terrorisme openbaar te maken. Dit onder meer om het Europese contraterrorismebeleid meer ‘transparant’ te maken voor het grote publiek.

Hoe willen de ministers dit gaan doen? Met behulp van Power Point presentaties. Waar doet ons dit onmiddellijk aan denken? Precies. Aan minister Powell, die met een indrukwekkende Power Point presentatie indertijd de Verenigde Naties en het kabinet-Balkenende ervan overtuigden dat in Irak massavernietigingswapens lagen en het land hoofdsponsor van Al Queda was.

De schatten. Als het niet om zulke bloedserieuze zaken ging zou het om te schateren zijn.