Skip to main content
  • 12 mei 2009

Leve de AIVD!

Ronald van Haasteren

Ik zal maar direct met de deur in huis vallen: ik vind onze Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst steeds leuker worden. Een paar jaar geleden waarschuwde de AIVD in haar jaarverslag voor de gevolgen van de gestage stroom vuilspuiterij die bepaalde politici en columnisten routinematig over moslims uitstortten. Dat kwam de cohesie in de samenleving niet bepaald ten goede, concludeerde de AIVD. Daarop ontstond een relletje. Waar bemoeiden die lui zich mee, klaagden politici van links tot rechts. Waar de woorden van de AIVD meestal in politici verdwijnen als Gods woord in een ouderling, werd nu op hoge toon geëist dat de spionnenclub zich koest moest houden en zijn plek moest weten: ondergeschikt aan de politiek en geen controversiële meningen verkondigen, zeker niet als die ingaan tegen de politieke consensus die op dit moment wil dat moslims als schietschijf gebruikt mogen worden om allerhande onlustgevoelens te lozen.

Dit jaar trekt de AIVD wederom aan de bel, nu op het thema 'privacy'. Nu ja, zo noemt de AIVD dat niet zelf, de dienst spreekt over het probleem dat het ‘veiligheidsbewustzijn" onder druk staat, maar in wezen komt het op hetzelfde neer. Want, zo stelt de AIVD, tegenwoordig is steeds meer informatie real time en online beschikbaar. Burgers gooien onbekommerd allerlei persoonlijke en privacygevoelige informatie op Internet. Nu maakt de AIVD zich uiteraard vooral zorgen over wat inlichtingendiensten van andere landen, terroristen en activisten met deze schat aan informatie kunnen doen. Daar ben je tenslotte inlichtingen- en veiligheidsdienst voor. Maar tussen de regels door wijst de dienst er ook op dat informatie over sollicitanten, zakenrelaties, vrienden en kennissen snel breed bekend wordt via Internet en dat identiteitsfraude en creditcardfraude aan de orde van de dag zijn.

Inderdaad. Daar heeft de AIVD een punt. Daar waarschuwen privacywaakhonden ook al jaren voor. De burger komt in een glazen huis te leven, doorzichtig voor wie dat maar wil. Daarbij denken privacybewakers uiteraard in eerste instantie aan andere bedreigingen. Werkgevers bijvoorbeeld, die sollicitanten afwijzen omdat ergens op Internet foto’s zijn gevonden van tien jaar geleden waar de sollicitant zich in kennelijke staat van een geheel andere zijde liet zien dan het CV zou doen vermoeden. Of verzekeringsbedrijven die speuren naar informatie om maar geen vergoeding te hoeven uitkeren of om potentiële klanten te kunnen weren. Informatiehandelbureaus die iedereen die de portemonnee wil trekken voorzien van allerhande persoonsinformatie. En niet te vergeten het groeiende leger van private beveiligings-, recherche- en inlichtingenbureaus die in een grijs veld opereren en allerlei hand- en spandiensten verlenen. Of de marketeers, die uitgebreide consumentenprofielen opbouwen om nog gerichter hun troep te kunnen afzetten. Allemaal dankzij het verminderde veiligheidsbewustzijn van de burger die leeft volgens het adagium: ik heb toch niets te verbergen. Nee, inmiddels niet meer, inderdaad. Vrijwel alles is openbaar. Dus laten we ons voor één keer de woorden van de AIVD ter harte nemen: bescherm die persoonsgegevens! En mocht het zo zijn dat als gevolg daarvan de AIVD zelf ook wat moeilijker aan gegevens komt, ach, dat is dan misschien wat we een win-win situatie kunnen noemen.