-
25 april 2005
Informatiehonger: Het Europese Visum Informatiesysteem
De plannen voor de introductie van biometrie in visumaanvragen en verblijfsvergunningen van vreemdelingen stammen van een jaar geleden. De Europese regeringsleiders besloten om biometrie toe te voegen aan de al eerder gelanceerde plannen om een Visum Informatiesysteem (VIS) in het leven te roepen. In dit VIS moeten de gegevens van alle aanvragers van een visum voor tenminste vijf jaar bewaard blijven. Volgens een Italiaans onderzoek rammelt de Europese visumverlening nogal, waardoor potentiële terroristen veel te makkelijk Europese bodem zouden kunnen bereiken. Doordat de consulaten van de lidstaten slecht samenwerken, de controle niet deugt en de procedures van elkaar verschillen, bestaat er onvoldoende controle op wie Europa binnenkomt.
Daarom moet er een VIS komen, waarin de persoonsgegevens van alle visumaanvragers komen te staan en informatie over aangevraagde, afgegeven en geweigerde visa. Maar de Unie denkt met het VIS meerdere vliegen in een klap te slaan. De informatie in het VIS kan ook ingezet worden voor de identificatie van illegalen, de vaststelling welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek en de uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers.
Nog voordat de inkt van het voorstel droog was, drong Nederland er al op aan om biometrie op te nemen in het VIS. Anders had het VIS eigenlijk weinig zin, vond Nederland. Biometrie betekent in dit geval dat unieke persoonlijke lichaamskenmerken, zoals vingerafdrukken of een irisscan, in digitale vorm worden opgeslagen. Identiteitsfraude zou daarmee vrijwel uitgesloten zijn.
Het VIS zou in 2006 of 2007 operationeel moeten zijn. Dat is een tamelijk ambitieus tijdschema, want tot nu toe is de Unie er nooit in geslaagd complexe computersystemen op tijd af te hebben. Het Schengen Informatiesysteem liep bijvoorbeeld jaren vertraging op, en het centrale computersysteem van de Europese politieorganisatie Europol werkt tot op de dag van vandaag niet naar behoren.
Ook nu gooien technische problemen in ieder geval roet in het eten. Een technische werkgroep die de plannen van de Europese Unie moet uitvoeren, kwam tot de conclusie dat het voorgestane model niet werkt. De Unie wil de biometrische gegevens opslaan in een chip, die in het visum wordt geplakt. Bij een grenscontrole kunnen dan de vingerafdrukken en gelaatskenmerken worden vergeleken met de gegevens die op de chip staan. Maar zodra er meerdere chips met biometrische gegevens in een visum of paspoort zitten, raakt het afleesapparaat in de war. Dit Œcollusion‚ probleem lijkt vooralsnog niet snel oplosbaar.
De Unie neigt nu naar een andere oplossing. De biometrische gegevens worden niet op een chip geplaatst, maar alleen in het VIS opgeslagen. Op het visum wordt alleen een sticker aangebracht met een persoonlijk identificatienummer. Door dit nummer in te toetsen krijgt een grensbeambte vervolgens de biometrische gegevens uit het VIS toegestuurd. Deze oplossing staat in ieder geval garant voor lange wachtrijen bij de grensovergangen.
Ongelimiteerde toegang
Privacywaakhonden en het Europees Parlement hebben inmiddels stevige kritiek op het voorstel geuit, in tegenstelling tot het Nederlandse parlement. Een eerste, simpele vraag is natuurlijk: is het nu echt zó erg gesteld met visumfraude dat zo‚n rigoureus systeem valt te rechtvaardigen? Betrouwbare cijfers blijken niet te bestaan, zo vertelde minister Donner van Justitie de Tweede Kamer. Hij had wel weten te achterhalen dat er in de periode 2003-2004 op Schiphol maar liefst 124 vervalste Schengenvisa werden aangetroffen. Toch was het probleem volgens minister Donner bijzonder groot, want stel dat onder die 124 vervalsingen zich nu terroristen bevonden?
Een andere vraag werd opgeroepen door de Europese privacytoezichthouders. Waarom is het nodig biometrische gegevens jarenlang centraal op te slaan, als diezelfde informatie al op een chip in het visum staat?
Op die vraag kwam niet veel later een antwoord: Duitsland, onmiddellijk ondersteund door Nederland, wil dat inlichtingendiensten en politiediensten Œongelimiteerde toegang‚ krijgen tot het VIS. Daarmee krijgt het voorstel om biometrie in het VIS op te nemen plotsklaps een heel andere wending. In plaats van identiteitsfraude te voorkomen ˆ hoort het visum of de verblijfsvergunning wel bij de drager ˆ worden de gegevens Œongelimiteerd‚ toegankelijk voor de politie- en inlichtingendiensten. Dat betekent dat politie- en inlichtingendiensten de beschikking krijgen over alle vingerafdrukken en pasfoto‚s van buitenlanders die naar Europa komen.
Dit keer heeft de Unie niet alleen het vizier op vreemdelingen gericht. Want de Europese regeringsleiders hebben ˆ onder druk van de Verenigde Staten - ook besloten dat in de paspoorten van alle Europese burgers vanaf 2006 ook biometrische gegevens moeten worden opgenomen. Het Europees Parlement rook onraad en bepleitte dat in ieder geval géén Europese of nationale paspoortdatabanken mogen ontstaan. De ministers van de lidstaten wilden deze mogelijkheid echter persé openhouden.
Uit een brief aan de Tweede Kamer over terrorismebestrijding van januari van dit jaar blijkt waarom. In deze brief kondigde het kabinet aan Œeen informatie-infrastructuur te ontwikkelen waarmee de mogelijkheid ontstaat om de identiteit tevens on-line te verifiëren. Dit veronderstelt dat de administraties van de identiteitsdocumenten met biometrische kenmerken centraal zijn georganiseerd.‚ Volgens het kabinet levert deze informatie-infrastructuur Œeen bijdrage aan de intensivering van de samenwerking op Europees terrein en een bijdrage aan de effectiviteit van de uitvoering van de identificatieplicht.
Het staat er wat omfloerst, maar de betekenis is duidelijk. Europese burgers moeten vanaf 2006 digitale vingerafdrukken en een digitale foto‚s afstaan voor het nieuwe paspoort. Die gegevens worden centraal opgeslagen, zodat Œon-line‚ verificatie mogelijk wordt: als iemand wordt aangehouden en geen identiteitsbewijs kan tonen, kan de politie via de vingerafdrukken en foto in het centrale systeem de identiteit vaststellen. De overheid krijgt dus de beschikking over de vingerafdrukken van álle burgers, verdacht of onverdacht. De volgende stap laat zich raden: als we nu toch beschikken over alle vingerafdrukken van de burgers, waarom zouden politie- en inlichtingendiensten dan geen toegang mogen krijgen tot die databank om misdrijven op te lossen of de nationale veiligheid te bewaken? En als we nu toch beschikken over de digitale foto‚s van alle burgers, waarom kunnen we die gegevens dan niet gebruiken voor gezichtsherkenning door videocamera‚s die op steeds meer plekken in het land komen te hangen? Dat is een controlepotentieel dat George Orwell bleek zou doen wegtrekken.
Informatiehonger
Maar daarmee zijn de Europese leiders nog niet uitgedroomd. Want er bestaan méér databanken in Europa, zoals het Schengen Informatiesysteem (met miljoenen gegevens over gestolen voorwerpen, gezochte personen, te verwijderen vreemdelingen), en Eurodac (waarin alle vingerafdrukken van asielzoekers staan). Duitsland bepleit al een aantal jaren de koppeling van al deze databestanden, ongelimiteerde toegang van politie-, immigratie- en inlichtingendiensten tot deze databestanden en de mogelijkheid van Rasterfahndung: aan de hand van profielen van mogelijke terroristen en criminelen worden alle denkbare databanken doorploegd op zoek naar aanwijzingen. De Europese Commissie zal binnenkort met voorstellen op dit gebied komen.
De maatregelen passen in een nieuwe trend om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen over alle burgers, verdacht of onverdacht. Denk aan het routinematig en automatisch doorgeven van passagiersgegevens aan de VS, een maatregel die over enige tijd ook zal gaan gelden voor passagiers die naar Europa vliegen. Of neem het Europese plan om de verkeersgegevens (die inzicht geven in het bel- en internetgedrag) van alle Europese burgers voor een tot drie jaar op te slaan. Tegelijkertijd zijn er steeds minder juridische beperkingen aan de informatiehonger van de overheid. Elke opsporingsambtenaar kan van een bedrijf eisen informatie over haar klanten af te staan: supermarkten, videotheken, bibliotheken, reisbureaus, banken, boekwinkels. Daarbij kan niet alleen informatie worden opgevraagd over verdachten, maar ook over de kring mensen rond een verdachte, of over anderen als dat nodig is in het belang van het onderzoek.
In de informatiesamenleving laat iedereen steeds meer digitale sporen achter. De overheid ziet dat als een goudmijn en stimuleert actief het achterlaten van steeds meer, makkelijk toegankelijke, sporen. In Amerika kun je bij McDonalds je bestelling al afrekenen door je vinger even op een scanner te leggen. Toegangscontrole bij scholen vindt steeds vaker plaats door biometrische identificatie. Door al deze informatie toegankelijk te maken voor de overheid, alle denkbare databestanden aan elkaar te koppelen en systematisch te doorzoeken, ontstaat een gigantisch controlepotentieel over burgers.
Ooit was het idee dat democratie het geïnstitutionaliseerde wantrouwen van burgers tegen de overheid vormgaf. Inmiddels lijkt democratie het geïnstitutionaliseerde wantrouwen van de overheid tegen burgers te betekenen. Van het merendeel van de maatregelen weet bijna niemand iets af. Biometrische gegevens in je paspoort? Biometrische gegevens in visa? Centrale opslag van deze gegevens? Het wordt allemaal volgens de beproefde salamitactiek stilletjes via de Europese achterdeur als voldongen feit ingevoerd.